Theorie en praktijk in eerste hulp interventies (3)
11.6. – hartfalen
Komt door bourgondische levensstijl en roken => aderverkalking, eindfase van
aderverkalking kan leiden tot circulatiestilstand en hartinfarct.
11.6.2. – symptomen
Doffe pijn, ongemak achter sternum, druk en spanning op borst, uitstralingspijn t.h.v.
linkerarm, kaak of hals, kortademigheid, hartkloppingen, braakneigingen, braken en zweten,
duizeligheid, koud klam, zweet, syncope, pijn t.h.v. de rug of abdomen of schouderbladen
11.6.3. – angor versus infarct
Angor pectoris: gedeeltelijke obstructie in doorbloeding van bloedvat, deze schade is
herstelbaar in rustfase
Acuut myocardifact (AMI): volledige obstructie van kransslagaders, zorgt voor
zuurstoftekort in de hartspier met ischemie (afsterven van hartspier), deze schade is niet
herstelbaar
11.6.4. – eerste hulp bij hartfalen
Patiënt heeft hartproblemen en heeft sublinguale medicatie nodig, dit moet goed
gecontroleerd worden.
Minst belastende houding is de halfzittende houding + geen inspanningen
1. Veiligheid: veiligheid van slachtoffer als hij valt
2. Vitale functies: controleer bewustzijn, zet persoon halfzittend voor de ademhaling en
circulatie (je kan ook bloeddruk meten)
3. Verwittigen hulp: vraag of persoon een hartprobleem heeft
4. Verdere hulp: geen inspanningen, vraag wat je zelf kan doen (medicatie,…)
11.7. – Cerebro vasculair accident (CVA)
CVA/beroerte/stroke: verzamelnaam voor aandoeningen aan hersenaders
Herseninfarct: plotse onderbreking van doorbloeding v/d hersenen, dit kan een trombose of
embool veroorzaken.
Hersentrombose (ischemische beroerte): komt door trombus (klonter) in bloedvat t.h.v.
hersenen (atherosclerose)
Hersenembool: tombus die in bloedvaten komt en verstopping veroorzaakt
Hersenbloeding (hemorragische beroerte): komt door scheur in bloedvat
Mensen met hoge bloedruk/hoog cholesterolgehalte hebben meer risico voor een
beroerte, maar ook rokers en obese mensen hebben meer kans
Trans Ischemisch Attack (TIA): plotse verlamming, gevoelsstoornis, plotse verwardheid,
plotse gezichtsdaling, plotse gangmoeilijkheden, plotse zeer hevige hoofdpijn
De FAST-test (Face, Arm, Speech, Time): vraag te lachen, armen te strekken &
handpalm naar boven & kijk ‘t zakt, vraag of spraak is veranderd, evalueer symptomen
11.7.3. – gevolgen van een beroerte
Symptomen: taalproblemen, cognitieve problemen, gewichtsproblemen, verlamming
(blijvende schade), respiratoire problemen (controleer ademhaling altijd)
11.7.4. – eerste hulp bij CVA
, Verwittig de hulpdiensten: Persoon reeds bewusteloos en kan goed ademen? Leg in
recoveryhouding maar leg benen van slachtoffer niet omhoog bij CVA, geef geen medicatie!!
1. Veiligheid: zorg dat slachtoffer zich niet kan kwetsen + ruime omgeving
2. Vitale functies: controleer bewustzijn, vrije luchtweg en ademhaling controleren
3. Verwittigen hulp: 112 BELLEN + intraveneuze behandeling
4. Verdere hulp: eventueel recovery houding, geen shockhouding, geen eten of drinken
11.8. – bloedingen
11.8.1.1. – arterieel versus veneus
Arteriële bloeding (slagaderlijk): op korte tijd kan slachtoffer veel bloed verliezen, te
herkennen aan: pulserende slag van bloeding en helrode kleur van bloed door vele zuurstof.
Andere: tachycardie, bleekheid, zweten, duizeligheid, misselijkheid, bewustzijnsverlies
Veneuze bloeding (aderlijk): als persoon op meerdere plaatsen grote wonden heeft met
veneuze bloeding = niet te minimaliseren, bloed zal donkerrood zijn door weinig zuurstof
11.8.1.2. – inwendig versus uitwendig versus veruitwendigd
Inwendig: bloedingen die ontstaan in lichaam en inwendig blijven (hematoon) bv. blauwe
plek
Gevaarlijke situatie is bloeding t.h.v. milt/lever (verkeersongeval, buikstoten, verslikking)
Uitwendige bloeding: aan huidoppervlakte bv. schaafwonde, snee
Veruitwendigde bloedingen: inwendig ontstaan maar toch zichtbaar zijn bv. neusbloeding,
bloed uit oren, maagbloeding, miskraam
11.8.2. – stelpen van bloedingen
11.8.2.1. – rechtstreekse druk
drukken op wonde met gaas, doek, hand, handschoenen: kan bloed stelpen. Bij een
wonde door vreemd voorwerp wordt er niet gedrukt!! Dit kan meer schade geven. Als je
zwachtels hebt, spicaverband gebruiken.
Arterieel: bloeding stelpen door rechtstreekse druk
Veneus: bloeding stelpen door rechtstreekse druk
Inwendig: geen rechtstreekse druk
Uitwendig: bloeding stelpen door rechtstreekse druk
Veruitwendigd: geen rechtstreekse druk
11.8.2.2. – onrechtstreekse druk
je gaat het aanvoerende bloedvat dichtduwen; door arterie op onderliggend bot te duwen
arterieel: bloeding stelpen door onrechtstreekse druk
veneus: bloeding stelpen door onrechtstreekse druk
inwendig: geen onrechtstreekse druk
uitwendig: bloeding stelpen door onrechtstreekse druk maar niet bij bv. een schaafwonde
veruitwendigd: niet mogelijk, wel bv. bij neusbloeding (hou 15 minuten neusvleugels dicht)
11.8.2.3. – hoogstand (elevatie)
dit is een manier van bloed te stelpen (wordt vaak gecombineerd met andere technieken)
11.8.2.4. – koude (vasoconstrictie)
Vasoconstrictie zorgt voor een mindere doorbloeding . koude is ook een goed middel tegen
het stelpen bv. met coldpacks; vermijd rechtstreeks contact
Arterieel: mogelijk koudetherapie
Veneus: koudetherapie is goede methode maar dient eerder als combinering met iets anders
Inwendig: koudetherapie is enige mogelijkheid