Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Verpleegkundig redeneren en handelen inleidend 3: Verpleegkundige interventies - geneesmiddelen €3,08
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Verpleegkundig redeneren en handelen inleidend 3: Verpleegkundige interventies - geneesmiddelen

1 vérifier
 19 vues  0 fois vendu

Volledige samenvatting van het hoofdstuk 'geneesmiddelen' van de module Verpleegkundig redeneren en handelen inleidend 3 of vhri3.

Aperçu 3 sur 19  pages

  • 9 septembre 2021
  • 19
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (28)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: unmerve • 1 année de cela

avatar-seller
linskevdb
Verpleegkundige interventies -
geneesmiddelen
1. toedienen van geneesmiddelen
1.1 toedienen
⇒ het is een B2 handeling = een wettelijke uitvoering door de verpleegkundige, we mogen
de voorbereiding en toediening doen van medicatie/vaccins via alle wegen.
Hypodermoclyse: techniek om subcutaan vocht, glucose en of elektrolyten toe te dienen.
Via deze weg kan ook medicatie toegediend worden.

1.2 de definitie van geneesmiddelen
⇒ een middel om te genezen voor: preventief (vaccin/serum), curatief (antibioticum),
symptomatisch (analgeticum) of adjuvant (insuline) of bijdragen tot medisch ingrijpen
(anesthetica – contraststoffen)

1.3 benamingen
⇒ er zijn er verschillende voor de ‘zelfde’ producten (actieve basisstof)

1.3.1 officiële naam, generische naam of soortnaam
⇒ de officiële naam van het product bv. loperamide

1.3.2 chemische naam
⇒ de geneesmiddel krijgt de naam van de werkzame stof in de medicatie bv. loperamide
hydrochloride

1.3.3 merknaam ( of )
⇒ het eerste ontwikkelde product, met een merkteken bv. imodium
Racol= registered and autorised company logo
/racol= registered trademark
= unregistered trademark

1.3.4 verschillen
- referentiegeneesmiddel: officiële product of ‘alleenproductie’ en hebben een patent voor
20 jaar (enigen die dit mogen maken)
- generische geneesmiddel: bio-equivalent met zelfde dosering en vorm en min. 26%
goedkoper ⇒ kan pas na verstrijken van patent/octrooi
- kopie-geneesmiddel: is gemaakt door andere firma en tijdens de beschermde periode
patent na afspraken en toelating. Er is een financiële overeenkomst met de ‘ontdekker’

2. algemene farmacologie – farmacokinetiek
Elk geneesmiddel doorloopt 3 fasen:
- Absorptie: geneesmiddel wordt opgenomen (in
bloedcirculatie)
- Distributie: geneesmiddel verplaats zich van
bloedbaan naar weefsels
- Eliminatie: geneesmiddel wordt verwijderd
Therapeutisch venster nauw: controleren van
plasmaconcentratie is nodig
- Er is een minimale effectieve concentratie
- Therapeutisch venster: op dat moment werkt medicatie

1

, - Een toxische concentratie: bv. lithium of digitalis

2.1 absorptie
⇒ het proces dat (ongewijzigde) geneesmiddel doorloopt van de plaats van de toediening
naar de bloedbaan en kan via verschillende wegen naar binnen:
- Lokaal: bv. oogdruppels, zalf
- Enteraal/per oraal: cave (first pass effect) via de lever of enteric coated
⇒ lever: via de vena porta: de lever zal eerst altijd belangrijke deel van middel afbreken
nog vóórdat het de bloedbaan doorloopt (=first pass effect)
- Parenteraal: bv. injectie, subcutaan, intraveneus
- Andere wegen: rectaal, pulmonaal (verdovingsgas), transmedraal (bv. morfine –
morfinepleisters), sublinguaal (mond)

2.2 distributie
⇒ verspreiding van bloedbaan naar de plaats waar de werking wordt uitgeoefend ⇒ dit is
wel afhankelijk van de bloeddoorstroming van het orgaan en de binding aan de
plasmaeiwitten (bv. albumine = niet werkzaam) ⇒ koppeling is nodig voor de werking
BBB: (blood-brain-barrier) en antidepressivia

3. eliminatie
⇒ dit is het verlies van de medicatie uit de circulatie
 Via excretie: uit de nieren (maar cave gestoorde nierfunctie), faeces, longen, zweet of
moedermelk
 Via het metabolisme: via de lever (zal een first pass effect krijgen en een upregulation
- Er is maar een deel dat in bloedbaan komt (biologische beschikbaarheid) + er is een
groot verschil tussen de medicatie en de persoonlijke kenmerken bv. gewicht
- Afbreking in lever gebeurt door het enzym cytochroom en wordt soms door stoffen
beïnvloed waardoor het misschien niet kan werken bv. alcohol, pompelmoessap
Halfwaardetijd: tijd die nodig is om de concentratie geneesmiddel met 50% te doen dalen

4. waar je mee moet rekening houden bij toedienen van een geneesmiddel
- Werking van de lever bv. op hogere leeftijd daalt de werking
- Werking van de nier bv. op hogere leeftijd daalt de werking
- Gelijktijdige inname van andere medicaties (interacties): bv. met antibiotica en anti-
conceptie => werking ervan verminderd
- Zwangerschap of lactactie
- Bijwerkingen
- Voeding bv. alcohol, drugs, ananassap, amoxicilline (clamoxyl) => antibiotica
- Contra-indicaties: (als dit van toepassing is, dan niet)
 Vitamin A nooit aan zwangere vrouwen geven => kan teratogeen (teras=monster
gennan= voortbrengen) en kan afwijkingen vooroorzaken
 NSAIDs (ontstekingsremmer) nooit bij zorgvrager met maagulceraties
 Antabuse effect (medicatie voor alcoholverslaafden en kan heel ziek maken)
 Contraceptiva: bv vrouw van 35j die rookt mag geen gecombineerde orale
anticonceptiepil
 Bepaalde lichaamscondities bv. allergie, roken en leeftijd

5. farmacodynamiek
=> dit is de interactie van geneesmiddel met zijn aangrijpingspunt (waar het moet werken),
dit zal het werkingsmechanisme bepalen en het therapeutische effect en eventuele
bijwerkingen geven

2

, - Meestal is dit interactie van geneesmiddelen met eiwitten die functies hebben:
 Receptoren
 Ionkanalen
 Enzymen
 Transporteiwitten

5.1 receptoren
=> dit zijn membraaneiwitten die een signaalfunctie hebben en het geneesmiddel kan op
dat signaal inspelen
Signaalstof: endogeen ligand (eerste boodschapper)
1. Na binding van ligand en receptor (sleutel-slot) wordt er een intracellulair signaal
gestuurd naar een 2de boodschapper => bv. insuline die dan bindt aan een
insulinereceptor die via de 2de boodschapper glucose transporters activeert waardoor
suiker in de cel wordt opgenomen
2. Geneesmiddelen imiteren dit effect van de ligand of blokkeren de receptor en inhiberen
(tegenwerken) het effect (= agonisten en antagonisten)
Nadeel: soms is dit proces niet specifiek genoeg waardoor bv. beta-blokkers de bloeddruk
verlagen via de beta1 receptoren maar kunnen ook een asthma aanval laten gebeuren via
de beta2 receptoren

5.2 ionkanalen
- De ionstromen bepalen de doorlaatbaarheid van de celmembraan en daardoor ook de
signaalfunctie
- Natriumkanalen worden door lidocaine geblokkeerd: de blokkering van de pijnsginalen en
dus ongevoeligheid hebben bv. wondhechting, tandarts voor tanden te laten trekken
- Chloorkanalen orden door GABA (een inhiberende neurotransmitter) opengezet
waardoor men rustiger wordt bv. diazepam (zet chloorkanalen open, anxioyticum)

5.3 enzymen
- Ze verlagen de actiedrempel om bepaalde biochemische reacties te laten doorgaan =>
geneesmiddelen kunnen dit remmen of juist stimuleren
- Bv. ibuprofen (een NSAID) blokkeert het Cyclo-oxygenase (Cox) enzyme waardoor geen
prostaglandines meer gevormd worden en de ontstekingsreactie verminderd

5.4 transporteiwitten
- Transporteren stoffen uit extracellulaire naar intracellulaire omgeving en omgekeerd
- Bv. neurotransmitters zorgen ervoor dat neurotransmitters worden gerecycleerd als ze
stoppen met werken => als dit wordt geblokkeerd blijven de neurotransmitters langer
doorwerken bv. fluoxetine remt serotine-opname (SSRI: selectieve serotine reopname
inhibitors) => behandelt depressie
- Bv. cocaïne blokkeert transport van dopamine => euforisch effect
- Bv. amfetamines blokkeren effect van noradrenaline => hogere alertheid

6. chronisch labo
- Sommige geneesmiddelen hebben nauw therapeutisch venster en een negatieve
invloed op bepaalde organen => controle doen o.a. via bloedafname met bepaalde
periodiciteit (op bepaalde tijdstippen) zo kan je kijken of je goed zit of te laag zit in
therapeutisch venster en om te kijken voor de juiste medicatie

7. indeling van de geneesmiddelen
7.1 volgens de oorsprong

3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur linskevdb. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,08. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

56326 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,08
  • (1)
Ajouter au panier
Ajouté