3.1 Regionale beeldvorming
Perceptie
Stereotype beelden berusten deels op juiste en deels op onjuiste informatie. De
praktijk leert dat deze beelden moeilijk te veranderen zijn, zelfs als al lang is
aangetoond dat ze niet kloppen. Perceptie is de manier waarop je op basis van
juiste of onjuiste informatie de werkelijkheid inkleurt. Afhankelijk van het feit of
die informatie je goed of slecht uitkomt, geeft iedereen daar meestal een eigen
draai aan.
Geografische beelden
Aardrijkskunde is de wetenschap die zich bezighoudt met de aarde als woon-
plaats van de mens en met de mensen als bewoners van de aarde. Daarom is
juist dit vak geschikt om verkeerde regionale beelden op te ruimen. Aardrijk-
skunde doet dit door het aanleveren van geografische beelden. Dit zijn objec-
tieve en controleerbare beelden van de ligging van een ge ied en van zijn
ruimtelijke kenmerken en relaties.
3.2 Landschappen
West: actieve continentrand
De oceanische korst van de Nazcaplaat en de Antarctische plaat duiken weg
onder de continentale korst van Zuid-Amerika. Dit verschijnsel noem je subduc-
tie. Dit gaat gepaard met aardbevingen, actief vulkanisme en gebergtevorm-
ing.
De Andes is een hooggebergte dat in het noordwesten uit meerdere
bergketens (cordilleras) bestaat. Hiertussen ligt een hoogvlakte of hoogland,
de zogenaamde Altiplano. Bij de vorming van het Andesgebergte ontstond aan
de oostkant van het gebergte een zogenaamd voorlandbekken. De wegduik-
ende plaat creëert immers zelf een laagte en trekt het aangrenzende land mee.
In deze laagte verzamelt zich het sediment dat door verwering en erosie van
het groeiende Andesgebergte aan de westkant af komt.
Het gewicht van het opgehoopte sediment drukt de onderliggende aardkorst
verder de mantel in. Zo blijft het voorlandbekken diep genoeg om steeds meer
sediment te ontvangen.
Oost: passieve contitentrand
De oostzijde van het continent is juist een passieve continentrand. De plaat-
grenzen zijn er als het ware in rust. In dit gebied treden dus geen of weinig tek-
tonische verschijnselen op zoals aardbevingen, vulkanisme en gebergtevorm-
ing. Ten oosten van het Andesgeberte liggen het Guyana- en het Braziliaanse
schild. Dit zijn de alleroudste kernen van het Zuid-Amerikaanse continent.
Samenvattend kun je stellen dat de belangrijkste landschapstypen in Zuid-
Amerika zijn: het hoogland van Guyana en Brazilië, het plateau van Patagonië,
, het Andesgebergte, de Altiplano en de uitgestrekte laaglanden waarin de Or-
inco, de Amazone en de Paraná stromen.
Bodemschatten
Binnen Zuid-Amerika zijn vooral het Andesgebergte en de hooglanden rijk aan
ertsen zoals ijzer, koper, tin, zilver en goud. Die metalen zijn vaak door het op-
stijgende magma uit de aardmantel meegenomen. Diep onder het aardopper-
vlak koelt de magma af en stolt. Omdat verschillende onderde- len van
de magma bij verschillende temperatuur stollen,
kunnen metalen zich bij afkoeling op bepaalde
plekken ophopen. Extreem heet water, waarin
metalen kunnen oplossen, speelt hier ook een rol
bij. Zo ontstaan ertsaders, zones waarin de con-
centratie van het metaal zo hoog is dat het rend-
abel is om het te winnen.
Door afbraak van het gebergte komen ertsaders
na lange tijd dicht aan de oppervlakte te liggen
en worden ze door rivieren aangesneden en
meegevoerd.
Een aantal gebieden met een tropisch regenwoudklimaat is rijk aan bauxiet, bi-
jvoorbeeld Suriname. Onder hete en vochtige omstandigheden ontstaat hier
door langdurige chemische verwering van kleibodems bauxiet, de grondstof
voor het lichte maar sterke aliminium.
3.3 Klimaten
Klimaat- en landschapszones
De noordelijke helft van Zuid-Amerika ligt volledig in de tropen. Toch is het hier
niet overal warm en vochtig. Dat komt omdat de temperatuur niet alleen
afhankelijk is van de breedteligging, maar ook van de hoogteligging. De neer-
slag wordt ook sterk bepaald door de ligging ten opzichte van gebergtes. In juli
(winter) schuift hier de ITCZ zover naar het noorden, dat op het hoogland een
droge zuidoostpassaat gaat waaien. Noordoost-Brazilië neemt een uitzonder-
ingspostitie in. Hier komen periodiek ernstige droogtes voor. Omdat mangrove-
bossen altijd met de wortels in brak en zout water in tropische kustgebieden
staan, kunnen ze ook groeien in gebieden met weinig neerslag.
In het zuiden van Brazilië wordt het klimaat gematigder met een koelere winter
en een korter groeiseizoen. Nog verdere zuidwaarts lopen de klimaten uiteen
van een steppe- en woestijnklimaat in delen van Chili en Argentinië, tot een
gematigd zeeklimaat in het uiterste zuiden van Chili, één van de meest storma-
chtige en natte gebieden op aarde.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LisaNuijen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.