Waterbeheer: totaal aan activiteiten die tot doel hebben om het grond- en oppervlaktewater zo goed
mogelijk te beheren. Dus het zorgdragen voor veiligheid tegen overstromingen (kwantiteit) EN het
zorgdragen voor de aanwezigheid of aanvoer van voldoende water van goede kwaliteit.
Tegenwoordig allerlei wet-/regelgevingen: KRW (Kaderrichtlijn Water), Nitraatrichtlijn, Teeltvrije
zones. Stroomgebied Rijn = 185 000 km2 . Snelle rekensom ter indicatie: 1 mm regen = 18,5 miljard
liter. 10%- jaren is een Internationale afspraak. De landbouw werkt met 10%-jaren: situaties die zich
eens in de 10 jaar voordoen.
Oefenvraag 1:
Bereken evapotranspiratie, infiltratie, percolatie en de afvoer naar zee:
Neerslag: 800 mm
Evaporatie: 150 mm
Transpiratie: 350 mm
Oppervlakkige afvoer: 50 mm
Afvoer grondwater + drains: 250 mm
Capillaire aanvoer: 50 mm
N.B. Ga ervan uit dat het perceel in het geheel niet natter of droger wordt
(oftewel: de totale verandering in de reservoirs is nul!)
Antwoord: Evapotranspiratie: 500 / Infiltratie: 600 / Opname: 350 / Percolatie: 300
Afvoer naar zee: 300.
Waterkringloop op plant- bodem niveau. Verliesposten water uit systeem: Evapotranspiratie,
Percolatie, Afvoer (oppervlakte/drains). Instroom van water: Neerslag, Capillaire opstijging,
(Peilgestuurde drainage).
Oefenvraag 3: Welke processen nemen toe bij beregening uit het oppervlaktewater?
Juiste manier: infiltratie; opname; transpiratie; evapotranspiratie.
Foute manier: Ook: afspoeling; evaporatie; percolatie; afvoer.
Welke bij vergroten van de bewortelingsdiepte door diepwoelen?
Capillaire opstijging, opname en transpiratie.
Wat zijn de gevolgen voor het grondwaterpeil?
Daalt in beide gevallen (tenzij er water uit oppervlaktewater wordt aangevoerd).
Normale situatie in Ned.: neerslagtekort in het groeiseizoen.
Van waterbalans naar gewasproductie:
Op basis van de actuele (daadwerkelijke) verdamping (Eact)
E act
Algemene formule: P=P max ×
E pot
E act
wordt vaak ook de relatieve evapotranspiratie genoemd (E rel)
E pot
Formules voor specifieke gewassen: P=58,1 × E rel −16 (aardappelen)
2
P=13,5 × E rel (gras)
Kahoot vraag + antwoord les 1:
Wat gebeurt er als eerste bij vochttekort met de plant: huidmondjes gaan dicht.
Wat zijn de gevolgen van wateroverlast: verstikking van de wortels.
Percolatie is: verplaatsing van water door onverzadigde zone.
Voor de productie van 1 kg drogestof heeft een plant: 200 liter water nodig.
Een ander woord voor verdamping door het gewas is: transpiratie.
, Bij regenachtig weer is de actuele evatranspiratie: gelijk aan de potentiële evapotranspiratie.
Wat staat er niet in een waterbalans: infiltratie.
Wanneer moet je beregenen: als de helft van de bodemvoorraad is verbruikt.
Een 10%- jaar: wordt als richtlijn voor de landbouw gebruikt.
De gem. hoeveelheid neerslag in Nederland is: 800 mm per jaar.
Stappenplan voor een waterbalans
Representatieve neerslag bepalen. 10%-jaar voor de regio
Potentiële evapotranspiratie Gewasdata
Neerslagtekort
Bodemvoorraad Perceelspecifieke bodemdata + meteo-data
Actuele evapotranspiratie Berekenen uit de waterbalans
Stap 1: representatieve neerslagverdeling
Gebruiken van een 10%-jaar, of een ander percentage als de ondernemer dat verlangt.
Vanuit data van het KNMI
Rangschikken van alle jaren (laag naar hoog)
Pak de neerslag van het jaar waarvoor geldt dat het nog net bij de laagste 10% hoort
* voorbeeld: bij een totaal van 100 jaren is dit het 10de laagste jaar.
* voorbeeld: bij een totaal van 30 jaren is dit het 3de laagste jaar.
* voorbeeld: bij een totaal van 25 jaren is dit eigenlijk het 2,5de jaar.. Dus het 2de of het 3de.
Stap 2: potentiële evapotranspiratie
Totale evapotranspiratie die op zou kunnen treden binnen het lokale klimaat en groeistadium
wanneer er voldoende water beschikbaar is en het gewas het oppervlak (grotendeels) bedekt.“
Lysimeter: de beste en nauwkeurigste manier.
Berekenen van potentiële evapotranspiratie:
Formule van Penman (tot 1987)
Gebruikt o.a. inkomende zonnestraling, temperatuur, luchtvochtigheid
en windsnelheid.
Berekent de verdamping uit een open bak water, dus zonder transpiratie
uit planten (E0).
Vervolgens met een gewasfactor (f0) vermenigvuldigen en omzetten naar
een evapotranspiratie voor een gewas (Epot=f0 x E0).
Formule van Makkink (vanaf 1987)
Gebruikt alleen inkomende straling en temperatuur (simpeler).
Berekent de referentie-gewasverdamping die overeenkomt met kort gras (Er).
Vervolgens met een andere gewasfactor (f r) vermenigvuldigen en omzetten
naar de gewasverdamping (Epot=fr x Er).
, Gras heeft een gewasfactor (f0) van 0,8 gedurende de maand juli. Bereken de potentiële
evapotranspiratie in de buurt van De Bilt.
E pot =E0 × f 0
E pot =111×0,8=89 mm
Stel, het voorbeeld van zojuist: Er = 89 mm (voor gras)
Bereken de potentiële evapotranspiratie voor aardappelen halverwege juli.
E pot =Er × f r
E pot =89 ×1,1=98mm
Welke formule gebruiken:
In Nederland wordt sinds 1987 met de referentieverdamping met de formule van Makkink gewerkt.
Maak dan dus gebruik van de goede gewasfactoren (f r).
f0 (gras) = 0,8
fr (gras) = 1
Dus: f0 = fr / 1,25
Voor alle plekken waar een ‘-’ staat gaat men uit van geen gewas op het
land. De bodem verdampt (evaporatie) dan nog wel, gebruik hiervoor f r = 0,4.
Stap 3: bereken het neerslagtekort
Het neerslagtekort is het verschil tussen de hoeveelheid water de
die plant zou willen verdampen (Epot) en de neerslag die gevallen is.
N ( neerslag ) −E pot = Neerslagtekort(-overschot)
Is dit getal positief? Dan hebben we een overschot aan neerslag. Is het negatief?
Dan is er een tekort en zal de plant water uit andere bronnen moeten putten.
Voorbeeld: N = 26, Epot = 107 Neerslagtekort = 81 mm
Som Neerslag Tekorten (SNT)
Als N < Epot dan is er een neerslagtekort.
Als er de volgende maand weer een neerslagtekort is, wordt deze er bij opgeteld (SNT).
De eerstvolgende maand dat N > Epot dan is SNT = 0.
Stap 4: bodemvoorraad
Bij een neerslagtekort is de plant aangewezen op de voorraad bodemvocht die op dat moment
beschikbaar is.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tessavanderschriek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.