Samenvatting Beco - Bedrijfseconomie in balans - Havo 13 - Organisatie en maatschappij
Samenvatting Beco - Bedrijfseconomie in balans - Havo 4 - Hoofdstuk 1 - Bedrijfseconomie
Samenvatting Beco - Bedrijfseconomie in balans - Havo 4 - Hoofdstuk 3 - Balans, winst-en-verliesrekening en liquiditeit
Tout pour ce livre (156)
École, étude et sujet
Lycée
HAVO
Bedrijfseconomie
5
Tous les documents sur ce sujet (508)
Vendeur
S'abonner
liekeborsje
Aperçu du contenu
Kostensoorten
Inkopen
Inkoop prijs verkopen, de handelsonderneming heeft vooral te maken met de kosten die
samenhangen met de inkoopprijs
Omzet= afzet x verkoopprijs per stuk
Inkoopprijs van de omzet = afzet x inkoopprijs per stuk
Grondstoffen:
Die zie je terug in het eindproduct (klei in een bloempot)
Hulpstoffen:
Zijn nodig om de productie mogelijk te maken en zie je niet terug in het eindproduct
(smeerolie om de oven van een bakkerij te laten maken)
Kosten duurzame productiemiddelen
Afschrijven doen we vanwege de waardevermindering van duurzame productiemiddelen.
Duurzame productie middelen:
Activa die meer dan een productie proces mee gaan. (Gebouwen, machines etc.)
Prestaties in de toekomst:
Bij de aanschaf van een duurzaam productiemiddel, koopt de onderneming naast prestaties
voor het nu ook prestaties in de toekomst.
Aanschafprijs:
Niet alleen de aanschafprijs zelf, maar ook de bijkomende kosten.
Afschrijven:
Het in de boekhouding tot uitdrukking brengen van de waardevermindering van duurzame
productie middelen.
De afschrijvingen komen zowel op de balans, als op de wins-verlies rekening.
De afschrijving hangt af van:
- De waarde van het duurzame productiemiddel
- De levensduur:
Periode waarin een actief gebruikt wordt
- De restwaarde:
De geschatte verwachte opbrengst van het duurzame productiemiddel bij verkoop
aan het eind van de levensduur
- Het gebruik
Afschrijving per periode = (A – R)/n
A= aanschafprijs
R= restwaarde
n= het aantal perioden
Boekwaarde:
De waarde waarvoor een duurzaam productiemiddel op de balans staat. de boekwaarde is
gelijk aan de aanschafprijs verminderd met het bedrag dat tot nu toe is afgeschreven.
Complementaire kosten:
Alle kosten die samenhangen met het duurzame productiemiddel op de afschrijvings- en de
interestkosten na.
, Personeelskosten, arbeidsuurtarief en factureertarief
De personeelskosten van een onderneming bestaan uit:
- De brutolonen en -salarissen
- De wettelijke sociale lasten (premies werknemersverzekeringen, bijdragen
zorgverzekeringswet en vakantiegeld)
- De vrijwillige sociale lasten (kosten gratis vervoer en voeding, bijdragen in fondsen
etc.)
- De voor rekening van de onderneming komende pensioenpremies
Arbeidsuurtarief:
Intern tarief waarin we alle personeelskosten per productief uur opnemen (intern tarief)
Factuurtarief:
Tarief waarin we naast alle personeelskosten ook de overige bedrijfskosten en winstopslag
opnemen.
Overige kosten
Intrestkosten:
Voor de investering in productiemiddelen is vermogen nodig en dat leidt tot interestkosten.
Kosten van grond:
Deze kosten bestaan vooral uit de intrestkosten over het geïnvesteerde vermogen. De grond
waar een onderneming gevestigd is gaat niet in waarde achteruit.
Kosten van diensten van derden:
Kosten als een bedrijf bepaalde activiteiten door andere bedrijven laat uitvoeren.
Kosten van belastingen:
Een onderneming heeft met verschillende belastingen te maken. Voorbeelden van
belastingen die kosten voor een bedrijf:
- Onroerendezaakbelasting
- Motorrijtuigenbelasting
- Assurantiebelasting
Begrote en werkelijke winst
Omzetbelasting
Toegevoegde waarde:
De waarde die het bedrijf toevoegt aan een al bestaande waarde.
Een onderneming die korting ontvangt of zelf korting verleent, hoeft over deze korting geen
omzetbelasting te betalen of in rekening te brengen.
Vooraftrek:
De aan de onderneming in rekening gebrachte omzet belasting door leveranciers
Verkoopprijs
Verkooprijs (exclusief omzetbelasting) = inkoopprijs (exclusief omzetbelasting) + winstopslag
Kijk in het boek voor berekeningen en voorbeelden.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur liekeborsje. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.