Hoofdstuk 2: Somatische groei
1 INLEIDING: 4 GROEITYPES
1.1 GROEICURVE REPRODUCTIEVE WEEFSELS
Beperkte groei
0-2 jaar
Stabiliteit 2-12
jaar
Exponentiële,
sterke groei
tijdens pubertijd
(12-14 jaar) tot
volwassen
waarden zijn bereikt
Weefsels: primaire en secundaire geslachtskenmerken,
geslachtshormonen
1.2 ALGEMENE GROEICURVE
Langgerekte S-
curve
(sigmoidaal)
Snelle groei
gedurende
eerste
levensjaren
Geleidelijke groei
in kindertijd (6-
12 jaar)
Versnelde groei tijdens pubertijd (12-14 jaar)
Afvlakking naar volwassenheid
Weefsels: meeste externe meetbare dimensies (gestalte,
gewicht, spiermassa, skelet), cardiorespiratoir systeem (hart,
bloedvaten, longen, …), verteringssysteem, blaas
Uitzondering: vetmassa, bovendeel van gezicht
1.3 NEURALE GROEICURVE
, Snelle groei
gedurende
eerste
levensjaren
snel matuur qua
weefselontwikkeling
90% van de volwassen massa wordt bereikt op 5-6 jaar
95% van de volwassen massa wordt bereikt op 7 jaar
Minimale groei (5%) na 7 jaar tot volwassen waarden worden
bereikt
Weefsels: hersenen, zenuwstelsel, ogen, bovendeel gezicht
1.4 LYMFOÏDE GROEICURVE
Snelle groei tot
pubertijd
Bij aanvang
pubertijd: 200%
van volwassen
waarde
Daarna afname
tot volwassen
waardes
(krimpen van thymusweefsel, verhoogd bindweefsel)
Weefsels: hoofdzakelijk thymus, lymfeklieren, -knoppen
(immunologisch systeem)