Dit document bevat alle informatie die te kennen is voor het examen van overheidsfinanciën gegeven door prof Benny Geys. Bij wat complexere delen heb ik zelf uitleg toegevoegd. Ik heb zelf een 17/20 gehaald door enkel deze samenvatting te studeren!
Waar denk je aan bij ’de overheid’? welke onderdelen gaan we bestuderen?
- Belastingen (hoeveel, wanneer, type, waar die belastingen voor worden gebruikt, wat zijn de
overheidsuitgaven,…)
- Wetten: kome in Belgische staatblad terecht
- Overheidsuitgave: onderwijs, politie, leger, ziekenhuizen, infrastructuur
Belastingen die binnenkomen worden verdeeld over bepaalde posten
Waar denk je aan bij ’de overheid financiën’
- Inkomsten en uitgaven: 50% van het BBP (heel hoog)
o Hoge overheidsschuld vaak omdat we meer uitgeven dan er binnenkomt
- Werkgelegenheid: lokaal, provinciaal, 25% werkt voor de overheid
Doel cursus
Ideëen en technieken aanbrengen om op gestructureerde wijze na te denken over ’de overheid’
... Zoals een economist
Inleiding
-> Definitie van overheidsinterventie? Wat is het kader van de cursus?
-> Vormen van overheidsinterventie? Wat is het en ewelke vormen bestaan er?
-> Doel van overheidsinterventie?
(En kan de overheid dit bereiken?) zijn er overheidsfalen of niet?
-> Omvang van overheidsinterventie?
Studiedomein openbare financiën?
= Activiteit van de overheidssector (of publieke sector). Openbare financiën gaat over de
financierde activiteiten van de overheidssector.
Directe interventie: (heeft directe invloed op de economie/bevolking door de beslissingen)
• Productie goederen/diensten door overheid(sbedrijven)
• Aankopen goederen/diensten door overheid
• Transfers naar gezinnen/bedrijven
• Regulering dmv wetten, decreten, fiscale regels
• ‘stop met roken’ -> wet
Indirecte interventie: (gedrag beïnvloeden door relatieve prijzen veranderen)
• Beïnvloeden relatieve prijzen (bvb. door belastingen)
• Prijzen van tabak relatief verhogen en zo gaan mensen hun gedrag aanpassen
Idealitair: Keuze gedreven door Efficiëntie en Effectiviteit. Wat is de meest effectieve en
kostefficiënte manier om bepaald gedrag teweeg te brengen? Indirect of direct? =>
1
,Werkelijkheid:
Vaak ideologische invloeden (bvb. VS: regulering vs.
overheidsproductie)
Beperkingen door EU (bvb. Stabiliteits- & Groeipact)
In deze cursus: Iets bredere invalshoek dan gebruikelijk
-> Publieke besluitvorming (’Public Choice’): publieke besluitvorming is niet altijd
evident -> beslissingen zijn anders dan we zouden verwachten.
-> Procedurele aspecten (bvb. Begrotingcyclus,…)
NIET in deze cursus:
-> Budgetterings- & evaluatietechnieken (i.e. Deel 2, Hfst3, sectie 3)
-> Activiteiten van overheidssector (<-> private sector). Publieke sector moet iets doen (gaat
niet om de private sector)
-> Aanbieden overheidsdiensten en opleggen regels. Overheid heeft de bevoegddheid om
wetten enz. te maken en kan straffen uit delen in tegenstelling tot de private sector
Opm: Mogelijkheid machtsuitoefening door overheid (<-> vrijwillige ruil)
-> Financiering via belastingsgelden (<-> persoonlijk inkomen). Overheid kan zich financieren
door inning van belastingen
Opm1: Geen relatie tot betalingsbereidheid individu.
Er is geen relatie tussen wat jij vindt van het leger en bedrag dat je gaat
geven aan het leger -> zit in belastingen.
Opm2: Mogelijkheid vrijbuitersgedrag.
Als je jouw belastingen niet betaalt -> kan je van bepaalde dingen niet
worden uitgesloten (bv leger).
Je betaalt niet mee aan een dam -> als die dam er staat gaat het ook jouw
huis beschermen tegen de zee.
-> Doel is maximaliseren welzijn gemeenschap (<-> individu)
Doel overheidsinterventie: Max maatschappelijk welzijn
Def: ’Only mutually beneficial trades are acceptable’: moet voor iedereen zo hoog zijn
Def: Een verhoging van het maatschappelijk welzijn door een verhoging van het welzijn van individu
A is enkel aanvaardbaar als niemand anders er op achteruit gaat als iedereen op zelfede niveau
2
,blijft, en iemand wordt beter en niemand anders gaat naar beneden = paretoverbetering=
welvaartverbetering. Hiervoor moet je kijken naar de som van welzijn van iedereen. Indien er toch
iemand slechter wordt -> of dit verlies nu kleiner is dan de winst voor iemand anders of niet -> verlies
is slecht en moet worden vermeden.
-> Impliciet waarde-oordeel: ’Elk verlies is slecht!’
-> Geen interpersonele nutsvergelijking: winst A <-> verlies B
(soms contra-intuitief: rijkste rijker, armste niet slechter -> Pareto verbetering!)
We streven nar pareto- efficiëntie:
Optimum: Geen verbetering A mogelijk zonder verslechtering B
= ’pareto efficientie’
OPM: Pareto optimum kan bereikt worden via marktmechanisme -> Eerste Theorema van de
Welvaartseconomie. Er is dus geen overheid nodig voor een pareto- efficiëntie.
(Denk aan wat plaatsvindt in de Edgeworth box!):
IC: combianties geven zelfde nut. We hebben afwegingen voor persoon A en persoon B aan
de andere kant.
Edgeworth box brengt deze twee dingen samen om te kijken wat er in de markt gebeurt.
(iedereen is altijd beter af hoe verder weg ze zijn van hun oorsprong). Wanneer ze meer
hebben van alle goederen -> zijn ze beter af (=assumptie).
Deze twee personen gaan handel drijven. Binnen het blauwe gearceerde deel ->
paretoverbetering want beide personnen kunnen op eenhogere IC terecht komen. Maar
wanneer we links of rechts gaan van dat deel -> is er verslechtering van A of B-> geen pareto-
verbetering. Beiden kunnen op een hogere IC geraken dan oorpronkelijk.
Optimum is bij: rode lijn=> waar de CI elkaar raken (niet kruisen). Hierbij zijn er geen
verbeteringen mogelijk zonder iemand slechter af te maken. Dit soorten evenwichten komen
voor door de markt.
Waar het optimum ligt gaat afhangen van de relatieve overeenkosmten tussen de
handeldrijvers. Hangt af van wie beter is in handel drijven ->
Meer naar links? B drijft beter handel.
Meer naar rechts? A drijft betere handel
Mensen drijven handel met elkaar zonder dat oevrheid tussen komt -> we komen in pareto-
efficiënte punt want ze drijven handel ten voordele van zichzelf altijd.
Edgeworth box werkt ook voor meerdere mensen.
3
, Belang?
Overheid heeft geen taak – buiten waarborgen eigendomsrechten en openbare orde
(i.e. elke interventie zou enkel verstorend en welvaartsbeperkend werken). In het marktevenwicht
gaat er een relatieve prijs zijn voor de goederen -> bepaalde hoeveelheid van x 2 opgeven voor x1=
bepaalt relatieve prijzen en wordt weergegeven door de rode lijn. De helling van de rode lijn is gelijk
aan de helling van de budgertrechte in evenwicht. De driehoek toont alle mogelijke bundels voor A
en B.
- overheid kan wetten leggen op het maximaal kopen van bepaalde goederen.
- overheid kan ook belastingen aanpassen waardoor de budgetrechte kan verschuiven/
kantelen. Maar dan is er geen evenwicht meer markt leidde tot een evenwicht maar de
overheidstussenkomst (een goed duurder maken) verstoort het evenwicht.
Free market en overheid zo min mogelijk laten tussenkomen
Waarom is er dan toch een overheid?
A] 1e Welvaartstheorema vereist zéér strenge assumpties (bvb. volledige markten, perfecte
concurrentie, rationele individuen,…). Assumpties moeten voldaan zijn alvorens de markt zal zorgen
voor efficiënties. Wanneer een van de assmpties niet voldaan is marktfaling en hierbij kan de
oevrheid interveren.
Marktfaling corrigeren door overheidsinterventie (creëert allocatieve taak voor overheid)
MERK OP: Marktfaling is noodzakelijke, maar geen voldoende reden voor
overheidsinterventie. Overheidsinterventie kan kostelijk zijn. Wanneer de kosten hoger zijn
dan wat de marktverbtering gaat opbrengen (5 miljoen oplossing >< 1 miljoen marktfaling)
=> leven met de marktfaling.
Kost overheidsinterventie >< gevolg marktfalen
B] Pareto evenwicht is niet uniek; afhankelijk van originele verdeling. Afhankelijk van originele
verdeling komen we in een ander marktevenwicht terecht.
Als we van rode punt vertrekken -> gaan we naar andere rode punt.
Als we van groene punt vertrekken -> gaan we naar andere groene punt.
Er is een hele string van mogelijkheden die de overheid kan kiezen.
Indien overheid het rode bolletje niet goed vinden -> naar groene punt gaan zodat
beiden evenveel van x1 en x2 kunnen genieten
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rosa4363. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.