Ongeveer 95% van de longtumoren zijn carcinomen. Deze vallen uiteen in vier categorieën:
• Kleincellig longcarcinoom (SCLC) → sterkste correlatie met roken; vaak al gemetastaseerd is
tegen de tijd dat het wordt ontdekt en kan daarom niet verholpen worden middels chirurgie,
maar wel met chemotherapie en/of radiotherapie.
• Niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) → komen vaker in aanmerking om chirurgisch
verwijderd te worden en reageren vaak slecht op chemotherapie.
Risicofactoren op het ontwikkelen van kleincellige longcarcinomen zijn roken (RR: 10 tot 30),
blootstelling aan bepaalde omgevingsfactoren zoals asbest, silica, arseen en luchtvervuiling,
genetische aanleg en het hebben van andere longziekten zoals tuberculose of longfibrose.
Epidemiologie longkanker totaal:
• Mannen 0,86 per 1000
• Vrouwen 0,54 per 1000
• Incidentie 11700 per jaar
• Prevalentie 30.000
Histologie
Kleincellige longcarcinomen zijn centraal
gelokaliseerde massa’s met extensies
naar het longparenchym en snelle
betrokkenheid van hilaire en mediastinale
lymfeknopen. Het zijn ronde cellen met weinig cytoplasma. Necrose is meestal aanwezig en kan ver
gelokaliseerd zijn. In meer dan 95% van de gevallen van het SCLC is er sprake van mutaties in het
p65 of Rb gen en is er geregeld deregulatie van Myc oncogenen.
Tumor cellen scheiden vaak neuro-endocriene markers uit, die in het bloed aangetoond kunnen
worden, maar die ook leiden tot het ontwikkelen van paraneoplastische syndromen.
Pagina 3 van 39
, Klinische presentatie
Een beginnend SCLC geeft vrijwel geen specifieke klachten. Dit is de reden dat 70 tot 80% van de
tumoren die ontdekt worden al zo ver gevorderd zijn, dat behandeling niet langer curatief, maar
palliatief is. Het klachtenpatroons afhankelijk van de lokalisatie van de tumor.
• Centraal → obstructie pneumonieën, dyspnoe, dysfagie of het vena cava superior
syndroom.
• perifeer → veroorzaken pas pijn als de tumor al is doorgegroeid naar de borstwand.
Andere klachten geassocieerd met een SCLC zijn:
• Veranderd hoestpatroon
• Pneumonie die niet reageert op antibiotica
• Haemaptoë
• Piepende ademhaling
• Heesheid (n. recurrens) of hoogstaand diafragma (n. phrenicus)
Vena cava superior syndroom
Het vena cava superior syndroom (VCSS) wordt gekenmerkt door een gedeeltelijke of gehele
afsluiting van de vena cava superior. Het kan de eerste uiting zijn van een ernstige ziekte, want het
wijst in 90% op een maligniteit.
In 72% van de gevallen
betreft het een
bronchuscarcinoom. De
ernst van de symptomen
wordt bepaald door mate
van obstructie en de
snelheid waarmee deze
optreedt.
Pagina 4 van 39
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur puckvannuland. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.