Inhoudsopgave
“This, then, is ideology: beliefs that are taken as ‘natural’ when in fact they
perpetuate the status quo and continue the class system of oppression”.................15
De socioloog Pierre Bourdieu (1930-2002).................................................................25
2. Hoe men consumeert............................................................................................. 27
Manieren (verfijnde manieren, hoffelijkheid, etiquette etc.)......................................27
Taal (uitgebreid vocabulair, abstract taalgebruik, symboliek etc.).............................27
Fysiek (gezichtsuitdrukkingen, subtiele bewegingen etc.).........................................27
3. Hoe men evalueert................................................................................................ 27
De romantische kritiek op de modernisering.............................................................36
Modernisering: Focus op wetenschap, technologie en industrie................................36
= Vervreemding van modernisering..........................................................................36
Wetenschap is goed om feiten te tonen zoals ze zijn, maar is gebaseerd op de rede;
koud en kil................................................................................................................. 36
William Blake (1757-1827)......................................................................................... 37
Samuel Taylor Coleridge (1772-1834)........................................................................37
´The Inklings` 1930-1960 – Oxford, UK......................................................................37
Bekendste ontwikkelaar van high fantasy..................................................................37
Niet zomaar een idee dat je opschrijft, maar tot in detail alle aspecten van de fantasy
wereld uitschrijft om de verbeeding van de lezer op te roepen.................................37
“He makes a secondary world that your mind can enter. Inside it, what he relates to
is ‘true’: it accords with the laws of that world” (Tolkien, On Fairy Stories: 1953, 37).
.................................................................................................................................. 37
Tolkien: meer dan ´a willing suspension of disbelief`................................................37
De waarheid van mythe............................................................................................. 38
Betekenisvol archetype.............................................................................................. 38
Eeuwige waarheid...................................................................................................... 38
-> Vgl. Joseph Cambell: The Hero with a Thousand Faces (1949).............................38
On Fairy Stories (1953) = essay, zegt dat mythe zorgt voor:.....................................38
Fantasy...................................................................................................................... 38
Escape: mogelijkheden om te ontsnappen uit de werkelijkheid.................................38
Recovery:................................................................................................................... 38
Consolation: troost..................................................................................................... 38
Tolkien zat zelf ih leger tijdens WOII geschrokken door alles wat de moderne staten
behelst (bommen, oorlog).......................................................................................... 38
Na WO II: verzet tegen de modern industriële orde...................................................38
Aantrekkingskracht ligt in romantisch onbehagen -> Verheerlijking van de natuur,
gemeenschap en betekenis mythe............................................................................38
“Why should a man be scorned, if, finding himself in prison, he tries to get out and go
home? (On Fairy Stories, 1953)..................................................................................38
Bv. Mordor en de ring (lord of the rings)....................................................................39
Lord of the Rings 1954/1955......................................................................................40
,LES 3: DE CULTUURINDUSTRIE 1
Vorig thema - morele paniek over mediacultuur in de samenleving. (Bedreiging vd
culturele elite)
Dit thema - Morele kritiek op mediacultuur onder sociale wetenschappers
Sociale wetenschappers bestuderen samenleving waar zij zelf onderdeel van uit maken
-> klassieke (kritische) theorie:
De erosie (=aantasting) van (hoog) cultuur
Gespeculeerd over de macht,invloed en effecten van de hedensdaagse
cultuurindustrie
o Cultuuindustie = industrie waarbinnen media gemaakt word; de productie,
marketing en verspreiding v mediacultuur in samenleving
- Horkheimer & Adorno: halverwege 20ste eeuw: cultuur was iets onverenigbaar
met industrie
o Cultuur kan en mag volgens hen geen massaproduct zijn
o Hier werden sociale wetenschappers mee geconfronteerd id 20ste eeuw
o Zit morele klacht in, die heel erg veel lijkt op morele paniek van les 2
DE MASSAPRODUCTIE VAN MEDIACULTUUR
- Producten van artefacten die bedoeld zijn voor een groot publiek
o Geen product van een enkeling
o Muziek, kranten, tijdschriften, TV-programma’s, films en games,…wordt
geproduceerd, op de markt gezet, verkocht en geld aan verdiend
o Bedrijven die samen cultuurindustrie vormen
- Een vrije markt?
o Iedereen kan een bedrijf oprichten waarin dit soort culturele producten
geproduceerd worden
o Maar in praktijk: productie in handen van enkele multi-media bedrijven. 4
bedrijven beheersen meer dan 70% vd markt.
= Oligarchie: productie in handen van enkele multimedia bedrijven
The Culture Industries – David Hesmondhalgh (2013)
Schrijft vooral over tradionele massamedia; bedrijven, multi-nationals die media
produceren. (<-> high tech bedrijven vb. google, facebook)
De 7 grootste massamedia bedrijven (Magnificent 7)
Vivendi, Walt Disney, Concast, News Corporation, Time Warner, Sony,
Bertelsmann
o Worden steeds groter
o Satelliet-constructies van andere kleinere bedrijven
-> Vandaag: De 4 grootste nieuwe media bedrijven -> amazon, google, apple en
facebook
Conclusie: Wij kunnen kiezen uit fb, insta, programma’s,… maar dit alles loopt via een
beperkt aantal grote bedrijven. Dus paar bedrijven die bepalen wat wij kopen, zien en
verantwoordelijk zijn voor hoe wij reageren op of betekenis geven aan media.
,VERKLARINGEN VOOR DE OLIGARCHIE
Er is sprake van merger mania (1990)
In 1970 en 1980: enorm gekleurd lappendeken van kleine, lokale bedrijven die nog niet
sterk waren geïnternationaliseerd. Bedrijven (van magnificent 7) nemen nu enorm veel
over.
= Conglomeratie: multinationals nemen kleinere bedrijven over
= Grote vissen slokken kleine vissen op
Bv. Sony: CBS Records, Columbia Pictures
Bv. Google: YouTube, Double Click, Waze
Bv. FaceBook: Whatsapp, Instagram, Oculus Virtual Reality
o Enorme onderneming geworden
o Er wordt heel veel van onze data verzameld
Bv. Walt Disney: Pixar
Bv. Bertelsmann: 248 bedrijven in 8 jaar opgeslokt
o In Silicon Valley worden succesvolle start ups opgekocht en zo blijft
oligarchie in stand
Concentratie en integratie
Integratie
= aftsemmen van verschillende bedrijfsonderdelen om ‘synergie’ (en winst) te
optimaliseren = bedrijven zijn voortdurend bezig om bedrijfsonderdelen te verenigen en
op elkaar af te stemmen.
- Moment dat Google YouTube koopt: levert hen iets op, ze willen hier iets mee gaan
doen.
Verticale integratie
o Mediabedrijven kopen alle segmenten binnen 1 mediavorm
o Voordeel: totale controle over productieproces optimaliseert op langere
termijn de winst
Iets kopen om je eigen domein sterker te maken
o Bv. als we het hebben over een boekenproducent, dan wil je ervoor zorgen
dat je zowel de rechten van auteurs, papierfabrieken, literair agentschap,
uitgevers en online verkoop in handen hebt
Zo kan je het betalen van extra marge vaak vermijden
o Bv. films: acteurs, talent agentschap, film studio’s, DVD productie,
bioscopen
o Bv. Facebook: AI, VR, softwarebedrijven
Facebook is bezig met gezichtsherkenning -> Specifieke algoritmes
-> Dus: nemen bedrijven over met Artificiële Intelligentie
Horizontale integratie
o Mediabedrijf koopt bedrijven op uit verschillende mediavormen
o BV. Sony: zowel film als muziektechnologie
o Bv. Walt Disney: breidt heel erg horizontaal uit mbv muzieklabels,
uitgeverijen van boeken en tijdschriften, filmstudio’s
o Voordeel: transmediale reikwijdte: de bestseller wordt verfilmd, advertenties
verschijnen in tijdschriften, .. Zo kan je eigen product makkelijker in andere
mediavormen weggezet worden. = Cross-promotie
Bv. Harry Potter boek: fijn dat je hiervan een DVD kan maken,
merchandise beheert, etc. je hoeft je boek niet te promoten bij
filmindustrieën want je hebt zelf verschillende productielijnen in
handen
, De casus Walt Disney:
o Zowel horizontale als verticale integratie
o Heeft op alle lagen van de productie invloed
o Parken, films, speelgoed, TV shows,bezitten eigen muziek, etc
DE MACHT VD CULTUURINDUSTRIE: EEN KRITISCHE INTERPRETATIE
“Media consolidation: The illusion of choice”: we denken dat we vrij zijn, maar eigenlijk
zitten we volledig ingebakken in commerciële logica die bedrijven produceren.
Horkheimer & Adorno: “The Culture Industry: Enlightenment as Mass
Deception” (1944)
-> Tekst lezen!
Halverwege de 20ste eeuw: confrontatie met film, radio en reclame in het westen (vooral
VS)
-> Morele kritiek met een zekere morele paniek erachter: Media is machtig middel en
biedt de mogelijkheid om mensen te beïnvloeden = groot probleem
Context: WO 2: media en propaganda:
Horkheimer & Adorno waren Twee intellectuele Joden die in Europa
geconfronteerd werden met regime van de nazi’s en gevlucht zijn naar de VS.
Boodschappen die media wil brengen zijn volgens hen vorm van propaganda. Ze
zagen dat media gebruikt werd om mensen op verkeerde manier ideologisch te
misleiden en waartoe media dus instaat is. Dit verklaard waarom ze zo
pessimistisch waren over media.
o Hypermodic needle theory lijkt hier beetje op: angst voor media en
propaganda
Ze waren zich bewust dat Amerika vrij was en geen totalitair regime was, maar
een democratie -> Toch Media nog als gevaar zien
Cultuur: van kunst naar plat vermaak
o Het waren intellectuelen: lezen veel filosofische werkenen opeens
massamedia als nieuw verschijnsel waardoor verwatering van hoogcultuur
o Hun klacht ging over de cultuurindustrie: Cultuur kun je volgens hen niet
industrieel produceren en van cultuur een commodity maken. Je kunt dit
volgens niet produceren voor een massale groep. Deze vorm van
massacultuur is schadelijk: mensen worden er passiever en vervreemder
van.
Politiek: Van klasse/culturele revolutie naar “fighting for the right to party”.
Door massamedia werd de klasse revolutie niet meer belangrijk gevonden. Media
was de nieuwe opium voor het volk, waardoor ze niet meer in opstand kwamen.
Van fighting for the right -> party (ze wouden enkel nog vermaak).
o Verlichting = groot geloof in vooruitgang: democratie, openheid,
wetenschap, technologie
Kritisch hierover: bevrijdt niet enkel, werkt ook vervreemdend