Super uitgebreide samenvatting. Door de details in deze samenvatting is het niet nodig om het boek grondig te bestuderen. Dit maakt de samenvatting wel langer dan gemiddeld, maar scheelt jou tijd!
Deze samenvatting is inclusief begrippenlijst aan het einde van het desbetreffende hoofdstuk.
Deze...
Samenvatting netwerkontwikkeling voor zorg en welzijn
Samenvatting Netwerkontwikkeling voor zorg en welzijn, ISBN: 9789001885496 Ontwikkeling In Context
Ontwikkeling in Context
Tout pour ce livre (10)
École, étude et sujet
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Sociaal Werk
Ontwikkeling In Context
Tous les documents sur ce sujet (21)
7
revues
Par: rezavisser • 2 jours de cela
Par: evavonhebel • 1 année de cela
Par: siegervdakker • 2 année de cela
Par: stefaneefting • 2 année de cela
Par: melike21 • 3 année de cela
Par: HajarD • 2 année de cela
Traduit par Google
Good and comprehensive summary with a glossary for each chapter.
Par: lizzyvanseters • 3 année de cela
Vendeur
S'abonner
LarissaSW
Avis reçus
Aperçu du contenu
H2 Het leven van het eigen leven
2.1 Inleiding
Ieder mens leeft elke dag z’n eigen leven. Je staat op, eet wat, gaat naar werk of school, spreekt af
met vrienden, maakt deel uit van een sportclub enzovoort. Je hebt het er maar druk mee, dat leven
van het eigen leven. Gelukkig gaat heel veel op de automatische piloot. Je staat doorgaans niet heel
bewust stil bij alles wat je doet. Het meeste zit gewoon in je dagelijks ritme opgesloten.
2.2 Zelfbeschikking
Zelfbeschikking is volgens het Van Dale woordenboek het beschikken over, kunnen/mogen bepalen
van het eigen lot of leven. In het kader van het beschikken over eigen lot of leven worden ook andere
termen veelvuldig gebruikt, bijv. autonomie. Autonomie is een van oorsprong Grieks woord. Autos
betekent zelf en nomos betekent wet. Autonomie betekent dus zoiets als jezelf de wet voorschrijven.
Met andere woorden: jij bepaalt of je wel of niet iets doet of denkt.
Competenties en perspectieven:
Voor het beschikken over eigen lot of leven heb je bepaalde competenties nodig. Competenties zijn
een geïntegreerde geheel van kennis en inzicht, vaardigheden en houding. Dat klinkt heel zwaar,
maar zelfs een baby beschikt met de eigen competenties al over eigen lot of leven. Een huilende baby
laat duidelijk merken behoefte aan iets te hebben.
Een belangrijke competentie is dus communiceren of kenbaar kunnen maken dat je ergens behoefte
aan hebt of iets juist niet wilt. Sterker nog: communiceren, hoe beperkt ook, is de basiscompetentie
voor het beschikken over eigen lot of leven.
Naarmate mensen ouder worden, meer dingen leren en ervaringen opdoen, wordt hun
competentierepertoire steeds uitgebreider. Bij een competentierepertoire gaat het zowel om het
aantal competenties als om het feit dat de verschillende competenties elkaar versterken. Als een baby
ouder wordt leert hij of zij praten.
Naast de competenties van mensen, spelen hun perspectieven een belangrijke rol bij de wijze waarop
zij inhoud geven aan zelfbeschikking. Een ander woord voor perspectief is zienswijze. Bij een
zienswijze gaat het om de manier waarop iemand in de wereld staat en hoe diegene van daaruit naar
dingen kijkt. Iemand die vegetariër is, eet bijv. graag paste met groente. Een echte vleesliefhebber zal
dit een kale hap vinden.
Het recht op zelfbeschikking:
In de zorg- en welzijnssector wordt veel gesproken over en gewerkt vanuit het recht op
zelfbeschikking of autonomie. Wie dit recht probeert te vinden in wetten of verdragen, kan echter
lang zoeken. Het staat nergens letterlijk beschreven in wetteksten. Het recht op zelfbeschikking is
eerder een impliciet dan een expliciet gemaakt recht, hoewel het de laatste jaren wel in toenemende
mate in jurisprudentie wordt genoemd. Jurisprudentie betreft uitspraken van rechters waaruit blijkt
hoe ze denken over de toepassing van bepaalde wetten.
Het begrip zelfbeschikking komt als zodanig dus in geen enkele wettekst over de zorg voor. Toch is
het de laatste jaren steeds duidelijker geworden dat dit recht gewoon bestaat. Dit recht kent de
volgende dimensies:
1. De eigen normen en wensen van de burger of cliënt staan centraal. Dat betekent dat wanneer
er beslissingen worden genomen, bijv. over het type zorg- of hulpverlening, de normen en
wensen van de betreffende burger(s) of cliënt(en) eerst gehoord en begrepen moet zijn.
2. Verder is er sprake van keuzevrijheid. Dat betekent dat burger(s) of cliënt(en) goed
geïnformeerd moet(en) worden om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen.
3. Ook is het een afweerrecht. Het uitgangspunt is dat een wilsbekwame en goed geïnformeerde
patiënt of cliënt het recht heeft een behandeling af te wijzen en dat die weigering te allen tijde
moet worden gerespecteerd. Dit is onder meer vastgelegd in wetten als de Wet op de
geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), de Wet bijzondere opnemingen in
psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ) en de Wet publieke gezondheid (WPG).
1
, Om zelf te beschikken over
eigen lot of leven vanuit
Zelfbeschikking Recht
eigen perspectieven en
competenties
2.3 Eigen kracht
In dit boek wordt onder de term eigen kracht verstaan: het vermogen en de macht hebben om over
eigen lot of leven te beschikken. Enerzijds gaat het dus om een persoonlijk vermogen, anderzijds om
de situatie waarin iemand zich bevindt en de wijze waarop diegene zich verhoudt tot deze situatie, in
zijn kracht of juist onmachtig. Om het begrip eigen kracht nader te duiden, wordt hier gebruik gemaakt
van de drie sferen van J.P. Kuiper:
1. Persoonlijke sfeer
2. Situationele sfeer
3. Interactionele sfeer
Persoonlijke sfeer:
Bij de persoonlijke sfeer gaat het om datgene wat kenmerkend is voor een persoon. Het betreft het
totaal aan vermogens waarmee een mens het hier en nu moet doen. Het is het ‘materiaal’ dat iemand
ter beschikking staat om wat van het eigen leven te maken in welke situatie diegene zich ook mag
bevinden. Bijv.: intelligentie, humeur, doorzettingsvermogen, stressbestendigheid en presentatie.
Deze vermogens kan een persoon door de jaren heen (verder) ontwikkelen.
Het is natuurlijk mooi om het recht te hebben om keuzes te maken in relatie tot het eigen lot of elven,
maar als het vermogen tot keuzes maken klein is, bijv. door een zeer beperkte intelligentie, kun je er in
de praktijk waarschijnlijk niet veel mee. Er is dan sprake van een beperking in eigen kracht. Daarbij
gaat het niet alleen om het vermogen om keuzes te kunnen maken, maar ook om het vermogen om
informatie te verwerken tot keuzemogelijkheden en om prioriteiten te stellen of afwegingen te maken
over wat beter of minder goed voor je zou zijn. Of je dit nu heel bewust doet of meer onbewust op
basis van eerder opgedane ervaringen. Dat laatste is overigens ook een vermogen. Razendsnel
zonder al te veel overdenking weten wat je wilt kiezen. Men spreekt in dit kader ook wel over intuïtie of
een ingeving.
Situationele sfeer:
De situationele sfeer is dat gedeelte van de individuele menselijke wereld dat ook blijft bestaan
wanneer het individu er niet meer is. Je huis staat er nog steeds – ook al ben je zelf niet thuis – en het
blijft je huis. De situationele sfeer biedt het kader waarbinnen de vermogens kunnen worden ingezet.
Een belemmerende situationele sfeer kan een behoorlijk gevoel van onmacht maken.
Ook je naasten, familie, vrienden, buren en kennissen bevinden zich in de situationele sfeer. Deze
maken een belangrijk deel uit van je eigen kracht, of het vermogen om je leven te kunnen leven.
Interactionele sfeer:
In de interactionele sfeer vindt de interactie tussen de mens en zijn wereld plaats. Anders gezegd,
de interactie tussen de persoonlijke en de situationele sfeer. De interactie kenmerkt zich door het
inzetten van de eigen vermogens in relatie tot de situationele sfeer die van toepassing is. bijv. als je
besluit onverwachts op bezoek te gaan bij een vriendin.
Bovendien ga je binnen de interactionele sfeer de uitdaging aan met de dingen die op je pad komen
vanuit jouw situationele sfeer. Deze uitdaging kan groot of klein zijn, moeilijk of eenvoudig, ingrijpend
of niet. De omvang van de uitdaging bepaalt mede de mate van ervaren weerstand. Deze weerstand
is van invloed op de macht die iemand ervaart om zijn vermogens in te zetten.
Kracht/macht/
Eigen kracht Vermogen competenties hebben om
over eigen lot of leven te
beschikken
2
,2.4 Eigen regievoering
In dit boek willen we het hebben over de eigen regie van burgers als een concrete activiteit. We
spreken daarom niet over de eigen regie, maar over de eigen regievoering. Bij eigen regievoering
gaat het om het organiseren en/of coördineren van het eigen leven gericht op een goed leven in eigen
ogen. Zie figuur 2.4 blz. 41.
Kerngedrag eigen regievoering:
Het kerngedrag van eigen regievoering is: keuzes maken. Het betreft allerlei dagelijkse keuzes als:
hoe laat sta ik op, wat doe ik op mijn boterham, doe ik wel of niet een jas aan. Leidend beginsel bij het
maken van keuzes is de bijdrage die het levert aan een goed leven in eigen ogen. Immers, weinig
mensen doen graag dingen die hen vooral ongelukkig maken.
Van het merendeel van de keuzes die we in ons leven maken zijn we ons gelukkig nauwelijks bewust.
Soms echter komt er een groot levensvraagstuk langs zoals de keuze voor een levenspartner of de
aankoop van een nieuw huis. Dit soort keuzes gaan meestal niet ongemerkt aan ons voorbij.
Gedragingen eigen regievoering:
Keuzes maken als kerngedrag behoort tot de zogenoemde basale gedragingen van eigen
regievoering. De overige basale gedragingen zijn: initiatief nemen en verantwoordelijkheid nemen
voor de gemaakte keuze en het genomen initiatief. Het is leuk om een keuze te maken, maar als je er
niets mee doet, dus geen initiatief neemt, gebeurt er ook niks.
Behalve de basale gedragingen zijn er drie zogeheten versterkende gedragingen van eigen
regievoering van toepassing. Deze versterken als het ware de basale gedragingen. Omdat onze
keuzes en initiatieven op weerstand in de omgeving kunnen stuiten, is het soms nodig om door te
zetten, alternatieven te zoeken of via reflectie wat langer stil te staan bij waar je mee bezig bent en
waarom iets wel of niet lukt. Je wilt bijv. een lekkere boterham (keuze maken). Je gaat naar de keuken
om een boterham met hagelslag te maken (initiatief nemen). De hagelslag blijkt echter op te zijn
(weerstand). Je kunt gaan kijken of er nog ergens voorraad is (doorzetten). Je kunt ook bedenken:
dan neem ik maar jam, dat vind ik ook lekker (alternatief zoeken). Bij nadere overdenking, kun je
besluiten voortaan twee pakken hagelslag in huis te hebben, zodat je altijd voorraad hebt (reflecteren).
Bij reflecteren gaat het dus om een nadere overdenking. Een nadere overdenking die in z’n kern is
terug te voeren tot de drie vragen:
Wat gebeurde er?
Waarom gebeurde er wat er gebeurde?
Wat betekent dat voor te toekomst?
Uiteindelijk levert dit twee mogelijke interactieve gedragingen van eigen regievoering op. Vanuit je
persoonlijke sfeer weet je de situatie binnen de interactionele sfeer aan te passen of pas je je aan de
situatie aan. Aanpassen aan de situatie is dus onderdeel van de eigen regievoering. Dat is echter wat
anders dan aangepast worden, waarbij je gedwongen wordt tot aanpassing.
Het organiseren/coördineren
van het eigen leven emt als
Eigen regievoering Activiteit
doel een goed leven in eigen
ogen
Beïnvloedende factoren van eigen regievoering:
Eigen regievoering is een doorlopend proces. Het is iets dat de hele dag door plaatsvindt. Zie figuur
2.5 blz. 43.
Interne beïnvloedende factoren:
Interne beïnvloedende factoren van eigen regievoering behoren tot de persoonlijke sfeer. De
belangrijkste beïnvloedende factoren in relatie tot de zorg- en welzijnssector, zijn ziekte en/of
beperkingen. Daarbij gaat het niet om het type ziekte of beperking, maar om de mate waarin iemand
hier zelf hinder van ondervindt.
Externe beïnvloedende factoren:
Externe beïnvloedende factoren van eigen regievoering behoren tot de situationele en
interactionele sfeer. De belangrijkste zijn:
3
, Informatie
Reactie op actie
Omstandigheden
‘Informatie’ en ‘reactie op actie’ zijn meer onderdeel van de interactionele sfeer, terwijl
omstandigheden meer bij de situationele sfeer horen. Om te kunnen kiezen is informatie nodig. De
wijze waarop gereageerd wordt op iemands actie, dus de reactie van anderen, is van grote invloed op
de keuzes die we maken. Met andere woorden: de bejegening, houding en opvattingen van anderen
over wat we doen of vinden kan grote invloed hebben op de eigen regievoering. Omstandigheden die
er zijn of juist niet ontbreken, kunnen zowel positief als negatief op de eigen regievoering werken. Een
netwerk, familie of gezin waarop je altijd kunt terugvallen, is een voorbeeld van een omstandigheid die
de eigen regievoering positief beïnvloedt.
2.5 Individuele diversiteit
Diversiteit betekent verscheidenheid. Mensen verschillen van elkaar. Juist dat maakt hen tot een
individu. Die verschillen kunnen betrekking hebben op alle aspecten waarin mensen zich van elkaar
kunnen onderscheiden. De verschillen uiten zich in zichtbare dingen zoals leeftijd, huidskleur, geslacht
en handicap of beperking en in minder zichtbare dingen zoals culturele en sociale achtergrond,
competenties en werkstijlen.
Diversiteit is bovendien multidimensionaal. Het heeft dus vele dimensies. Mensen verschillen op
meerdere aspecten van elkaar en de aspecten waarin ze van elkaar verschillen, kunnen ook weer
verschillend zijn. Dit betekent een oneindig aantal verschillen tussen mensen oftewel individuele
diversiteit. Het begrip individuele diversiteit doelt dus op de individuele verschillen tussen personen in
de breedste zin van het woord.
2.6 Persoonlijk of sociaal netwerk
De leden van een persoonlijk of sociaal netwerk:
Een persoonlijk of sociaal netwerk bestaat uit een aantal mensen rond een centraal persoon die
iedereen in dat netwerk kent. Centraal kan overigens ook een zogeheten systeem staan, bijv. een kind
en zijn ouders of een echtpaar. Overige leden van het netwerk hoeven elkaar onderling niet te kennen.
Een netwerk is dus iets anders dan een groep. Binnen een groep kent men elkaar wel en men is
doorgaans ronde en bepaald thema ‘lid’ van de groep en niet op basis van een centraal persoon of
systeem.
Soms wordt er een onderscheid gemaakt tussen een persoonlijk en een sociaal netwerk op basis
van de intensiteit van de contacten. Tot het persoonlijk netwerk worden dan de meer intensieve
contacten gerekend, terwijl het sociale netwerk ook minder intensieve contacten betreft.
Leden van het sociale netwerk zijn in ieder geval degenen die een persoonlijke band hebben met de
centrale persoon of het centrale systeem hebben. Dit kunnen bijv. zijn: familie, vrienden, buren en
kennissen. Het onderscheid wie wel of niet tot het sociale netwerk van iemand behoort, is soms lastig
te maken. Bijv. alle vrienden die iemand heeft op Facebook.
Type relaties:
De leden van een sociaal netwerk kunnen in kaart worden gebracht met een zogeheten ecogram.
Een ecogram is een schematische weergave van een sociaal netwerk van een persoon met een
aanduiding van het type relatie tussen de centrale persoon of het centrale systeem en de betreffende
ander. Een ecogram laat de omvang en aard van de relaties van iemands netwerk zien.
Een genogram is een specifiek soort ecogram. Een genogram betreft uitsluitend een familienetwerk
en kan meerdere generaties omvatten.
Functies van het sociale netwerk:
Sociale netwerken kunnen verschillende functies vervullen. Een sociaal netwerk biedt mensen de
zekerheid dat, als het nodig is, zij op de steun van anderen kunnen rekenen. Dit is de steunfunctie
van het sociale netwerk. Hoe die steun er precies uitziet, is afhankelijk van hoe de behoefte aan steun
eruitziet.
Sociale netwerken zorgen er ook voor dat mensen het eigen netwerk verder kunnen uitbreiden met
nieuwe contacten, een soort springplankfunctie, en dat zij worden uitgenodigd om samen met
anderen iets te ondernemen, te omschrijven als bezigheidsfunctie. In het laatste geval biedt het
netwerk bijv. een stapmaatje of een tegenstander in de online game.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LarissaSW. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.