1. Inleiding van elektriciteit (theorie)
1.1. Elektrische apparaten
We spreken van elektrische aparaten als het voldoet aan dit schema:
Uitleg:
Er zal een natuurkundige grootheid toekomen bij de opnemer, de opnemer
vormt het om tot een elek. signaal, die wordt dan verwerkt via een elek.
signaal naar de weergever en die zet het weer om tot een naturkundige
grootheid.
Het bestaat uit 3 blokken: Een opnemer, een signaalverwerkend deel en een weergever
Blokschema v/e thermometer
Uitleg:
De natuurkundige grootheid hier is de temperatuur. Die wordt verwerkt door de thermistor
(opnemer) en zet de temp. om tot een elek. grootheid. Deze wordt dan via de brugschakeling
(signaal verwerkend deel) omgevormd worden en op de display (weergever) weergegeven
worden
,1.2. Eigenschappen en opwekken van elek. Energie
• Voordelen:
o De elek. energie verplaatst zich snel, met dezelfde snelheid als licht.
o De elek. energie kan je simpel met eenvoudige middelen en weinig verleis over
grote afstanden transporteren.
o De elek. energie is zeer gemak. en met eenvoudige apparatuur om te vormen
tot andere energievormen. Daardoor heeft ze praktisch een onbegrensd
werkgebied verworven.
o De elek. energie veroorzaakt geen luchtvervuiling bij gebruik.
o De elek. energie geeft ons een zeer groot comfort.
o De elek. energie verzekert in veel gevallen onze veiligheid: op weg, op
spoor…
• Nadelen:
o De elek. energie kan niet in grote hoeveelheden opgestapeld worden.
Wanneer het is geproduceerd moet het direct verbruikt worden. Accumulatoren
zijn uitzonderingen. Het zijn opstapelaars van elek. energie in kleine
hoeveelheden.
o Elek. energie is bij aanraking gevaarlijk. Ook andere energievormen zijn
gevaarlijk (thermische, mechanische). Het is niet eigen aan elek. energie, maar
een nadeel van veel energievormen. Bij gebruik van energie, meot men altijd
de veiligheidsvoorschriften naleven.
• Opwekken van elek. energie:
o Kleine hoev. energie: gavanische elementen/cellen (batterijen, accu’s)
(1,5V, 9V)
o Grote hoev. energie: centrales (kern-, thermische-..).
Het transport naar de evrbruikers gebeurt via hoogspanningskabels, waar
energie verterkt vanaf de centrale met een zeer hoge spanning. In de omgeving
v/d verbruikers wordt de spannign naar omlaag getransformeerd. (230V)
1.3. Uitwerkingen van elek. energie
• Thermische verschijnselen:
Arbeid die door elek. stroom wordt verricht, wordt dikwijls omgezet in warmte. Het
thermisch verschijnsel dat gepaard gaat met de elek. stroom = Joule-effect.
Practische toep.: Elek. verwarming, strijkijzer, broodrooster, smeltstop…
• Chemische verschijnselen:
De elek. stroomgeleiding kan ook chemische verschijnselen veroorzaken. Dit is echter
slechts het geval bij vloeibare geleiders, zogenaamde elektrolyten.
Het verschijnsel van elektrolyse wordt toegepast in de elektrochemie, in de
elektronmetallurgie voor metaalwinning, ...
Het opladen van elektrische accumulatoren is eveneens gebaseerd op de
elektrochemische werking van de elektronenstroom.
• Lichtverschijnselen:
, Als snel bewegende elektronen (o.i.v. spanning) tegen atomen van gasvormige stoffen
botsen, kunnen elektronen hiervan in aangeslagen toestand komen. Bij terugkeer naar
de normale energietoestand wordt elektromagnetische stralingsenergie uitgezonden,
welke in vele gevallen waargenomen wordt als licht. Praktische toepassingen:
gasontladingsverlichtingsbuizen, led,...
• Magnetische verschijnselen:
Wanneer we een geïsoleerde koperen draad winden rond een stuk ijzer en de
koperdraad aansluiten op een elektrische bron, trekt het stuk ijzer ander ijzer aan.
Het wordt magnetisch.
Praktische toepassingen: elektrische bel, relais en contactoren, elektromagnetische
beveiligingsschakelaars.
• Mechanische verschijnselen:
Als een stroomvoerende geleider zich in een magnetisch veld bevindt zal deze een
kracht ondervinden. Praktische toepassing: de elektromotor
• Fysiologische verschijnselen:
Een elektronenstroom kan gevaar opleveren voor personen = elektrocutie. Een
stroomsterkte van 0,1 A in de hartstreek = levensgevaarlijk. Dodelijk elektrocutie =
spanning van ongeveer 60 V. De veiligheidsspanning = tot 24 V. Bijgevolg altijd
voldoende voorzorgen nemen om gevaar te vermijden. Op de juiste manier gebruikt
kunnen elektrische schokken ook genezende invloed hebben. Dit wordt benut in de
geneeskunde. Eveneens bij weide afsluitingen wordt dit verschijnsel nuttig
toegepast.
2. Opbouw v/d stof (theorie)
2.1. Inleiding
2.2. Elek. eigenschappen v/h atoom
Het elektron
, 2.3. Energie v/h elektron
• Kinetische energie: energie van beweging
• Potentiële energie: energie van plaats
• Elektronenschil met een grotere schaal: hoger energieniveau
o Vrijmaken v/e e -> toevoegen van enegrie
2.4. Vrije elektronen
• Elektronen die zich vrij bewegen in de materie van het ene naar het andere atoom.
Gedurende een kort tijdsinterval zijn deze elektronen dan losgemaakt uit ieder
atoomverband. Ze behoren tot geen enkel atoom meer = vrije elektronen
• Zo bekomt men verschillende soorten materialen:
o Geleider: Bevatten veel vrije energie per eenheid van volume
Vb: zilver, goud, koper, aluminium,…
o Isolatoren: Bevatten geen/zeer weinig energie per eenheid van volume
Vb: mica, polyvinylchloride, polystyreen, porselein,…
o Halfgeleiders: zie elektronica
o Supergeleiders: Materialen met supergeleidende eigensch. (elek. weerstand =
0) beneden een bepaalde temp.
Vb: kwik bij 4,15 K, tin bij 7,2 K
2.5. Negatief en positief geladen lichamen
• Een lichaam heeft een elek. lading, wanneer het minder/meer elek. dan normaal.
o Negatief (-) -> te veel elek.
o Positief (+) -> te weinig elek.
• In de natuur constateert men steeds een drang naar herstel v/e verbroken evenwicht.
Bij geladen lichamen is het evenwicht tssn + lading v/d kernen en de (-) ladingen v/d
elek. verbroken, er ontstaat dus een drang naar een neutrale toestand.
o (-) geladen lichamen (te veel elek.) bezitten een drang om elek. af te staan.
o (+) geladen lichamen (te weinig elek.) bezitten een drang om elek. op te
nemen.