Didactiek 2
Didactiek 2 in de samenleving en onderwijsgemeenschap.
1. Spel
1.1.Spel, werk: een schuifjesmodel
1.1.1. Wat is “spel”?
Pedagogen zijn het in de grote mate eens let de volgende kenmerken:
- Sprake van plezier
Het spel is intrinsiek bevredigend
Hoe hoger de betrokkenheid, hoe rijker en creatiever het spel is
- Sprake van vrijheid van denken en handelen
De kinderen bepalen zelf wat ze doen en hoe ze dat doen
Een blokje kan een auto zijn, maar kan ook een telefoon worden
- Sprake van regels
Kinderen zijn vrij in het spelen, maar maken zelf ook regels
Bv: 3 kleuters spelen restaurantje. Tijdens het spel verzinnen kleuters zelf wat hoort
in hun spel, en wat je niet mag doen. zo mag de ober niet in de pot roeren, want hij
is geen kok, maar hij mag wel helpen als de kok het vraagt.
- Sprake van vrijwilligheid
Het spel moet vanuit een kind zelf komen. Je kan een kind niet dwingen om te
spelen.
Je kan als volwassene een kind laten spelen met de blokken, maar de betrokkenheid
moet uit het kind zelf komen.
- Sprake van een open en flexibele bezigheid
Nadruk ligt op spelen, het bezig zijn, niet op het bereiken van een vast omschreven
resultaat dat moet gemaakt worden.
1.1.2. Werk
Werk heeft een speels karakter, maar door het materiaal dat wordt gebruikt tijdens de
activiteit, of door de opdracht die gegeven wordt heeft werk eerder een gesloten karakter.
Als er een opdracht aan verbonden is
, - Bv: de kinderen mogen niet vrij spelen met de blokken, maar krijgen opdrachtkaarten om
bruggen te maken.
Belangrijk dat werk een speels karakter krijgt
Werk is een activiteit waarbij materiaal maar op 1 manier te gebruiken is (puzzel, lotto, …)
1.1.3. Overeenkomsten en verschillen tussen ‘spel’ en ‘werk’; het schuifjesmodel
Het verschil is de mate van vrijheid
Spel kenmerkt openheid en flexibiliteit
- Bv: puzzelen kan je zien als werk, want met een puzzel kan je slechts 1 ding doen, de
puzzel maken
- Vrij spelen met water kan je zien als spel, want het kind kan zelf helemaal vrij omgaan
met het water en het materiaal die erbij hoort
1.2.Ontwikkeling van spel
Sensopathisch spel:
- 2 woorden: voelen en ervaren
Bv. een baby gaat spontaan veel bewegen, ontdekt de mogelijkheden van zijn eigen
lichaam en speelt
Manipulatief spel:
- Bv. jonge kinderen gaan speelgoed en andere voorwerpen manipuleren, met hun handen
betasten en doen bewegen.
- Stelt zich vragen zoals: ‘Wat kan ik hier nu mee doen?’
Spelend bewegen:
- Dit blijft ontstaan tijdens de hele ontwikkeling & blijft belangrijk
Bewegingsspel:
- Centrale plaats bij peuters & kleuters
- Van nature gaan jonge kleuters hun lichaam oefenen in bewegen
- Peuters & jonge kleuters doen dit ook
Bv. heen en weer rijden met een auto/fiets
In de hoekjes:
- In iedere klas zijn er hoeken die op sensopathisch spel en manipulatief spel gericht zijn
Bv. zand, waterhoek, tijdelijke hoeken waar ze vrij kunnen spelen met modder, graantjes
- Peuters: gaan vrij om met de materialen
- Jonge kleuters: spelen niet enkel in deze hoeken. Ze gaan vooral met de sensopathisch
en manipulatief om met de aangeboden materialen
- Kleuters gaan het spel ook meer uitbreiden met andere soorten spelen
Bv. ze construeren : een zandkasteel, een holletje,
- Experimenten uitvoeren
Bv. een spel waarbij het kind probeert welke materialen er blijven drijven
1.3.Begeleiden van spel
Spelbegeleiding is dan ook vooral meespelen en meedenken met de kinderen
Spel van kinderen steeds serieus nemen
Ga mee in het spel van de kinderen
1.3.1. Vooraf aan het spel
1.3.1.1. Voorwaarden voor spel creëren
Creëren van voorwaarden om spel tot ontwikkeling te laten komen, kinderen
oriënteren op het spel & vooruitblikken
Geef ze voldoende ruimte en tijd om te spelen
Voorzie voldoende materialen & themamaterialen aanbieden
Geef ze de vrijheid om met zelfgekozen activiteiten bezig te zijn
, De regels in de klas moeten het spel ondersteunen
Bv. elk om de beurt in een hoek belemmert het spel van de kleuters
Vaak is het zo als een kleuter speelt in de huishoek, dat er een baby geboren
wordt, dan willen ze daar ook verder mee spelen. Als je hen naar een andere
hoek stuurt dan belemmert dit hun spel, want ze willen weten hoe het met de
baby is.
Ieder kind moet een gevoel van veiligheid ervaren
Kinderen moeten op hun gemak zijn in de klas en voldoende zelfvertrouwen
hebben zodat ze initiatief kunnen nemen tijdens het spel
1.3.1.2. Kinderen oriënteren op het spel
Kinderen die moeite hebben met kiezen of wat ronddwalen door de klas kunnen
samen met de leerkracht oriënteren op het spel
1.3.2. Begeleiding tijdens het spel
Meespelen met de kinderen is ook een vorm van begeleiding
Spelbegeleiding vindt het beste plaats binnen de regels die de kinderen zelf maken
1.3.2.1. Kinderen helpen om zich in te leven in hun rol
Het kind aanspreken in zijn rol en zelf ook een rol aannemen
Meespelen als gelijkwaardige medespeler
1.3.2.2. Kinderen informatie bieden over de situatie waarover ze spelen
Bv. de kinderen staan te wachten om bij de dokter binnen te gaan. De juf zegt
dat je dan in de wachtkamer moet wachten. Ze plaats er ook nog wat boekjes bij.
Terwijl ze de wachtkamer klaarzetten geeft de juf extra info over de wachtkamer
1.3.2.3. Kinderen helpen de situatie en de handelingen te verwoorden
Door het woord wachtkamer te noemen hebben de kinderen nu nieuwe
inspiratie voor hun spel.
1.3.2.4. Kinderen helpen om de plannen en ideeën op elkaar af te stemmen
Soms zijn er problemen tussen kinderen en dan is tussenkomst van de juf wel
goed
1.3.2.5. Andere activiteiten bij spel betrekken
Je kan een rollenspel altijd uitbreiden
Bv. je gaat eten in het restaurant en je betrekt er een menu kaart in dan betrek
je het lezen wiskunde & schrijven
1.3.2.6. Nieuwe impulsen geven als het spel dreigt vast te lopen
Leerkracht kan ideeën aanbrengen als het kind niet in het spel geraakt
Je kan de kinderen helpen om initiatieven te zoeken
1.3.2.7. Hulp bieden met materialen en middelen
Materialen aanbrengen op het juiste moment kan ook een krachtig middel zijn
om kinderen op nieuwe ideeën te brengen
1.3.2.8. Helpen om emoties uit te spelen
Kinderen gebruiken spel soms als een veilige manier om allerlei emoties te uiten.
Accepteer de gevoelens van het kind zodat je het kan helpen erkennen
Benoem het gevoel van het kind
1.3.3. Begeleiding na afloop van het spel
1.3.3.1. Terugblikken
Terugblikken op het spel, reflecteren en daarna conclusies trekken
Je kan een groepsgesprek doen over het spel
- Bv. Vonden de klanten het lekker in het restaurant, …
1.3.3.2. Reflecteren
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur staceyhuysentruyt. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.