SAMENVATTING COGNITIEVE
WETENSCHAPPEN
NEUROANATOMIE
→ Zenuwstelsel
- Centraal zenuwstelsel
o Hersenen
o Ruggenmerg
- Perifeer zenuwstelsel
o Perifere zenuwen
o Ganglion
Indeling van het brein
= CZS
- Cerebrum
- Diencephalon
- Cerebellum
- Hersenstam
Hoe hoger je in het brein opgaat, hoe hogere orde de
cognitieve functies aangesproken worden
→ Cerebrum: algemene indeling
- Frontale kwab
- Pariëtale kwab
- Occipitale kwab
- Temporale kwab
- Gyri en sulci
1
,→ Grijze vs witte materie
- Witte materie = banen/axonen (lange uitlopers)
- Grijze materie (cortex) = waar cellen ingebed zijn
o Cellen aan de buitenkant van het brein vormen een laag
en volgen altijd een bepaalde architectuur die bewaard
moet worden!
o Aantal lagen kan variëren per regio, maar altijd maximaal 6 lagen! (=
hoogontwikkelde regio’s)
Als er in de neuroanatomie iets fout loopt, dan krijg je ontwikkelingsproblemen die zich uiten
in functionele stoornissen
Verschillende regio’s zijn gedefinieerd en genummerd (niet
vanbuiten kennen)
Frontale en prefrontale cortex
= alles wat voor de motorische cortex ligt!
→ Verschillende regio’s
- Grootste regio = dorsale-laterale prefrontale cortex
- Orbitofrontale cortex (OFC)
- Ventrale-laterale prefrontale cortex
→ Grootte van PFC in verhouding tot het totale brein correleert met de intellectuele vaardigheden
- Het is geëvolueerd in functie van de dieren (katten en honden <7%)
- PFC bij de mens = 29% (1/3e) van ons brein → belangrijk onderdeel van onze hersenen!
→ PFC heeft een belangrijke rol in hogere, cognitieve hersenfuncties
- Plannen maken: vermogen om projecties te maken over de toekomst
o We kunnen vele subactiviteiten plannen in functie van een langer termijnplan
o Bv. ik wil arts worden → plan maken in functie daarvan om het te bereiken
- Inhibitie: vermogen om uzelf te onderdrukken
o Als je een plotse impuls hebt om iets anders te doen, meestal iets leuks, kunnen
onderdrukken in functie van een andere betere strategie
o Bv. pint niet drinken omdat je morgen les hebt
- Besluitvorming: wikken en wegen
2
, - Probleemoplossend denken: vermogen om met een vraag in contact te komen en daar 1 of
meer oplossingen voor verzinnen
o Ook voor- en nadelen van de oplossingen afwegen
→ Beschadiging van de frontale cortex
- Frontale schade heeft een impact op het weefsel waardoor het functioneren van de
hersenregio’s aangetast wordt
o Door een trauma, bv. vallen en bloeding
o In het kader van neurologische en psychiatrische aandoeningen (dementie,
schizofrenie)
- I.f.v. welke regio aangetast is → uitval die normaal functioneren van de regio’s typeren
o Aantasting orbitofrontale cortex (onder oogdak) → geen inhibitie meer
▪ Je kan jezelf niet controleren, impulscontrole problemen → uit zich in plots
geweld of ongeremd gedrag bij de minste prikkels (bv. roepen in een
operazaal)
o Aantasting dorsolaterale PFC → besluitloosheid, geen knopen doorhakken, geen
plannen maken, niets doen
▪ Dorsolaterale PFC = centrum belangrijk voor vormen van plannen,
problemen oplossen (minder emotioneel geladen hogere hersenfuncties)
- Hoe medialer, hoe dichter bij subcorticale kernen, hoe affectiever de functies worden
o Regio’s verder weg van subcorticale regio’s, zoals dorsolaterale PFC = strikt
cognitiever
o Aantasting mediale regio’s (ventromediale cortex) → afvlakking/apathie, weinig
initiatief bij spraak
▪ Zie je heel sterk in het kader van depressie of schizofrenie
Motorische en sensorische cortex
→ Motorische
- Achter frontale cortex
- Verantwoordelijk voor aansturen van bewegingen
o Als deze regio geactiveerd wordt, dan creëer je bewegingen
- Figuur geeft weer hoe sterk vertegenwoordigt de functies zijn in verhouding met hoeveel
hersenweefsel er naartoe gaat
o Gezicht en handen zijn sterk vertegenwoordigd in de
motorische cortex → we zijn goed in fijne motoriek
met handen (schrijven, piano spelen, … kan niet met
voeten) + we zijn sociale wezens die goed zijn in non-
verbale taal, articulatie, spraak, mimiek, … (zijn
gezichtspieren voor nodig)
3
, → Somatosensorische cortex
- Achter motorische cortex
- Verantwoordelijk voor het krijgen van input
o In de vinger snijden, pijn voelen, iemand kussen, … komt allemaal in sensorische
cortex
- Figuur voor somatosensorische input in verschillende lichaamsdelen (zoals bij motorische
cortex)
o Letsel in vinger of tong is pijnlijker dan in buitenzijde van
het bovenbeen
o Handen, mondregio, voeten, zijn sterker
vertegenwoordigd → krijgen duidelijkere input
Ons brein heeft schakelstations → alles wat uit de periferie
komt, komt via schakelstations in de thalamus → schakelt
verder naar de somatosensorische cortex
→ Thalamus = schakelstation voor alle in- en output van brein
naar periferie en omgekeerd + tussen hersenregio’s onderling
(bv. temporaal naar centraal)
Andere cortexen naargelang zintuigen
→ Primaire visuele cortex
- Achteraan gelegen
- Input via de retina → gaat naar laterale geniculate nucleus van de thalamus →
projecteert zo op de occipitale cortex
→ Auditorische cortex
- Regio waar geluid, muziek, … worden waargenomen
→ Taalregio’s
- Wernicke’s area = om woorden te verstaan, uitgesproken taal verstaan
- Broca’s area = verantwoordelijk voor aanmaak van spraak
o Meer frontaal
- Verstaan en aanmaken van spraak liggen dus in verschillende hersenregio’s
4