BASIS VAN GEDRAG
Het geheugen
4.1 De vele betekenissen van het woord ‘geheugen’
‘hét geheugen’ bestaat niet = complex samengaan van verschillende deelcomponenten
1. Hoe werken vroegere ervaringen in op ons gedrag nu?
2. Hoe lang blijft een bepaalde inhoud aanwezig in het brein?
3. Welke stadia worden er doorlopen?
4.1.1 Automatische en bewuste nawerking van geheugeninhouden
- Herinneringen : ervaringen die pas hun invloed uitoefenen op ons gedrag, nadat ze eerst opgeroepen zijn
in ons bewustzijn
- Automatische : ervaringen die invloed hebben op ons gedrag, zonder dat ze eerst het bewustzijn moeten
passeren (zie deel 5 ‘leerprocessen’)
4.1.1.1. Expliciete en impliciete geheugenprocessen
o Expliciet geheugen
= geheugen in de ‘strikte zin’
= mogelijkheid om vroegere ervaringen, na verloop van tijd, terug op te roepen in het
bewustzijn onder de vorm van herinneringen
= ‘knowing that’ = kennen
o Impliciet geheugen
= verschillende processen waardoor inhouden uit het geheugen rechtstreeks op het
gedrag inwerken, zonder het bewustzijn te moeten passeren
= vroegere ervaringen zijn dan ‘impliciet’ (= op de achtergrond) aanwezig , je kan die
meestal niet ‘zomaar’ oproepen
= procedureel geheugen
= ‘knowing how’ = kunnen
, 4.1.1.2. Episodisch en semantisch geheugen
= verschillende manier van verwerking door het brein
o Episodisch geheugen (TIJD)
= gebeurtenissen worden in hun tijdsverloop opgeslaan
= opslagplaats vooral focus op ‘tijdruimtelijk etiket’
= bij het ophalen zal dus vooral de informatie rond de ‘tijd en ruimte’ helpend zijn
= ‘knowing when’
o Autobiografisch geheugen (TIJD)
= werkt verder op de info in het episodisch geheugen
= persoonlijke identiteit
= is een gestructureerd geheel van herinneringen over gebeurtenissen uit ons leven
= essentieel om ons dagelijks leven te kunnen opbouwen
o Prospectieve geheugen (TIJD)
= ‘vooruitziende’ geheugen
= helpt ons herinneren dat we dingen in de toekomst niet uit het oog mogen verliezen
= deeltje van het episodisch geheugen dat je op een specifiek moment moet
kunnen oproepen
o Semantische geheugen (THEMA)
= gegevens bij elkaar volgens hun betekenis
= niet enkel verbale kennis, maar ook zintuiglijke herinneringen mogelijk
4.1.2 Verschillen in tijdsduur en capaciteit
Voordat iets blijvend wordt opgeslaan in het geheugen, moeten er enkele drempels over…
Het model van Atkinson en Shiffrin (1968)
- Onderscheid tussen zintuiglijke, korte en lange-termijn geheugen
- Elk systeem heeft eigen functie
- Elk systeem heeft specifieke kenmerken
4.1.2.1. Het zintuigelijke geheugen
= sensorisch geheugen
> Speelt rol in de waarneming , cfr. structureren van de prikkels
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Apachke. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.