Kritische analyse van het sociaal beleid
Beleid wordt in België gemaakt in verschillende niveaus.
1. De verschillende beleidsniveaus van sociaal beleid
Het welzijnswerk wordt gemaakt op vier verschillende beleidsniveaus
Europees niveau
Federaal niveau
Gemeenschapsniveau
Lokaal niveau
Grenzen van de bevoegdheden van de verschillende overheden zijn niet altijd even duidelijk
bevoegdheidsconflicten (zie corona)
Europees sociaal beleid
Commissievoorzitter, EU-commissie (27 leden), Europese Raad, Raad van de Europese Unie,
Parlement
“Welzijnsbeleid zo dicht mogelijk bij burger”
Toch heeft EU focus op o.a. werkgelegenheid, anti-discriminatie , gezondheid
Enkele voorbeelden van sociale beleidsthema’s EU:
o Kinderen en jongeren
o Investeren in mensen, meer en betere banen, nieuwe vaardigheden
o Mobiliteit
Mobiliteit over de grenzen heen
o Gezondheid
o Bestrijding van armoede en sociale uitsluiting
o Bestrijding van discriminatie
Beleidsinstrumenten:
o EU-wetgeving
Harde wetten, richtlijnen per lidstaat
o Sociale dialoog
Tussen organisaties
o Open coördinatiemethode
OCM, Europa gaat doelstelling stellen, hoe de lidstaat dat invult beslist de
lidstaat zelf
Rapport maken en vergelijken met andere lidstaten
o EU-financiering (bv: ESF, erasmus)
o Partnerschap, dialoog met bv. maatschappelijke organisaties.
Vb. jongerendialoog van verschillende lidstaten die samenkomen
Federaal sociaal beleid
Artikel 1 Belgische GW: “België is een federale staat, samengesteld uit gemeenschappen en
gewesten”
Verantwoordelijk niveau voor o.a. defensie, sociale zekerheid, gezondheid, veiligheid,
migratie.
Parlementaire democratie: koning, regering, parlement actoren
Wetten, Koninklijke besluiten, Ministeriële besluiten rechtsbronnen
Sociaal beleid
1
, o Oorspronkelijk enkel op federaal niveau behandeld.
o staatshervorming van 1980 => grootste deel van het welzijnsbeleid overgeheveld
naar de gemeenschappen (persoonsgebonden materie).
o Toch nog sectoren die gesplitst zijn over het federale en het gemeenschapsniveau
(bv: zorg voor personen met een beperking, gezondheidszorg, armoedezorg).
o Vlinderakkoord: 6e staatshervorming (ouderenzorg, jeugdsanctierecht,
justitiehuizen,… naar gemeenschappen) zie tendens decentralisering
Vlaams sociaal beleid
Gemeenschapsmaterie
Start in 1980 (2e staatshervorming)
Vlaams parlement en ministers
Belangrijke beleidsmakers van beleidsdomein WVGA:
o Minister
o Kabinet van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
o Administratieve diensten van beleidsdomein WVGA:
Departement Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en armoedebestrijding
vnl. beleidsvoorbereidend werk
Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
o Doel: advies uitbrengen en beleidsvoorstellen doen over WVG.
o 4 ‘kamers’: intersectorale kamer, kamer VSB en p.m.h., kamer gezondheid, kamer
gezin en jongerenwelzijn
o Samenstelling:
vertegenwoordigers van voorzieningen die actief zijn in het domein;
vertegenwoordigers van gebruikers uit het domein;
vertegenwoordigers van sociaal-economische organisaties;
vertegenwoordigers van personeel van voorzieningen die actief zijn in het
domein;
onafhankelijke deskundigen.
o Tendens om gebruikers te horen (zie later)
Agentschappen
o Beleidsvoorbereidend en -uitvoerend werk
o Vlaamse agentschappen
Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid
Agentschap Opgroeien
Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap (VAPH)
Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden
(VIPA)
Vlaams Agentschap voor Samenwerking rond Gegevensdeling tussen de
Actoren in de Zorg (VASGAZ)
Agentschap Vlaamse Sociale Bescherming (VSB)
Agentschap Uitbetaling Groeipakket
Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel
Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem
o Tussen de overheid en elk agentschap bestaat een beheersovereenkomst
2
,Enkele beleidsdocumenten
Regeerakkoord 2019-2024
Beleidsnota 2019-2024 van de Vlaamse minister van WVGA
Beleidsbrieven
Witboek personen met een handicap Perspectief 2020
Ouderenbeleidsplan
Actieplan jeugdhulp, 2.0 Aanpak IJH, Actieplan jongvolwassenen, Globaal plan dak- en
thuislozen
Rechtenverkenner
Begroting Vlaamse overheid 2020
Evolutie uitgavebegroting WGV
Budget voor
o 2010: 3,1 miljard
o 2014: 3,9 miljard euro
o 2017: 11,2 miljard euro
o 2019: 13,5 miljard euro
o 2020: 12,9 miljard euro
Bespaart Vlaamse overheid op welzijn?
3
, Lokaal sociaal beleid
Burgemeester, college van burgemeester en schepenen, gemeenteraad
Wordt belangrijker beleidsniveau
Elke gemeente heeft een bestuursplan, met daarin ook aandacht voor welzijn
(ouderenbeleid, kinderopvang, jeugd, diversiteit, enz.).
o Bv: Leuven 2019-2025
Sinds 2009: elke gemeente heeft sociaal huis, waar de inwoners terecht kunnen met hun
vragen i.v.m. sociale dienstverlening.
In sommige gemeenten is er ook een derde partner. Bv: in Leuven: CAW Regio Leuven
2. Historische context van sociaal beleid
Onze samenleving heeft een evolutie ondergaan: nachtwakersstaat moderne welvaartsstaat
actieve welvaartstaat
Nachtwakersstaat (tot einde 19e eeuw)
Overheid moest zich niet mengen in het maatschappelijke leven van de burgers.
o Overheid enkel orde handhaving en vlak van justitie
De armenzorg en gezondheidszorg werd door private initiatieven behartigd (bv: religieuze
gemeenschappen).
Vb. film Daens
Vanaf begin 20e eeuw: eerste tekenen van een welvaartsstaat
Welvaartsstaat = de samenlevingsvorm waarbij een aantal grondrechten van de burger, met het oog
op zijn materiële welvaart en de bevordering van zijn kansen tot ontplooiing, binnen een wettelijk
raamkader, effectief gewaarborgd worden. Dit alles binnen het raam van de parlementaire
democratie en met behoud van de markteconomische productiewijze.
grondrechten worden gewaarborgd
(Grond)rechten staan ook centraal in de globale definitie van sociaal werk (IFSW en IASSW):
Sociaal werk is een praktijk-gebaseerd beroep en een academische discipline die sociale
verandering en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen
bevordert.
Principes van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en
respect voor diversiteit staan centraal in sociaal werk.
o Rechten: mensenrechten en grondrechten
Artikel 23
Onderbouwd door sociaalwerktheorieën, sociale wetenschappen, menswetenschappen en
inheemse en lokale vormen van kennis, engageert sociaal werk mensen en structuren om
levensuitdagingen en problemen aan te pakken en welzijn te bevorderen.
Vanaf 1945: moderne welvaartsstaat / verzorgingsstaat
Periode van economische bloei
Verregaande overheidsingrijpen in de economie en het maatschappelijk leven: de overheid
wil een maatschappelijk welzijn garanderen door bescherming tegen belangrijke sociale
risico’s.
o Overheid meer ingrijpen in maatschappelijk welzijn
o Sociale risico’s: pensioen, werkloosheid, hebben van kinderen
Sociale zekerheid wordt sterk uitgebouwd
o Pensioenstelsel
4