Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Consumentenpsychologie, opgeloste examenvragen (1MEB) €4,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Consumentenpsychologie, opgeloste examenvragen (1MEB)

 15 vues  1 fois vendu

Alle mogelijke examenvragen zijn in detail uitgewerkt. Examenvragen die vorig jaar in het examen zaten zijn rood aangeduid.

Aperçu 3 sur 17  pages

  • 18 octobre 2021
  • 17
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (7)
avatar-seller
ElineStr
Consumenten Psychologie
Examenvragen
Multiple-choice
Welk antwoord is correct?

1. Informationele invloed:
a. De consument vergaart informative over verschillende merken bij invloedrijke
professionals of onafhankelijke deskundigen.
b. De consument vergaart informatie bij degenen die beroepsmatig met het product
werken.
c. De consument vergaart merkgerelateerde kennis en ervaring (prestatievergelijking van
merk A en merk B) onder vrienden, buren, bekenden of collega’s die betrouwbare
informatie over de merken hebben.
d. Welk merk iemand kiest, kan beïnvloed worden door een keurmerk van een
onafhankelijk testbureau.
e. Waarneming van het gedrag van deskundigen (in welk type auto rijdt de politie?)
beïnvloedt de consument bij zijn merkkeuze.
f. Alle bovenstaande antwoorden zijn correct.

2. Instrumentele invloed:
a. De beslissing van iemand om een bepaald merk te kopen wordt beïnvloed door de
voorkeuren van collega’s indien die persoon aan hun verwachtingen wil voldoen.
b. De beslissing van iemand om een bepaald merk te kopen wordt beïnvloed door de
voorkeuren van familieleden en mensen met wie die persoon sociaal contact heeft.
c. De wens om te voldoen aan de verwachtingen van anderen heeft invloed op iemands
merkkeuze.
d. Alle bovenstaande antwoorden zijn correct.
e. Geen van bovenstaande antwoorden is correct.

3. Waarden-expressieve invloed:
a. Iemand heeft het gevoel dat de aankoop of het gebruik van een merk gunstig is voor het
beeld dat anderen van hem hebben.
b. Iemand heeft het gevoel dat degenen die een bepaald merk kopen of gebruiken de
kenmerken bezitten die hij graag zou hebben.
c. Iemand zou soms graag het type persoon zijn dat volgens de advertenties een bepaald
merk gebruikt.
d. Iemand meent dat de mensen die een bepaald merk kopen door anderen worden
bewonderd of gerespecteerd.




1

, e. Iemand vindt dat de aankoop van een bepaald merk kan helpen om anderen te laten
zien wat hij is of zou willen zijn (sporter, succesvolle zakenman/-vrouw, goede ouder
enzovoort).
f. Alle bovenstaande antwoorden zijn correct.
g. Geen van bovenstaande antwoorden is correct.

Open vragen
Inleiding
1. Wat is de Multi-Platform Navigator? Verduidelijk aan de hand van Metallica.
Geeft aan hoe we creatieve belevingsconcepten via deelbelevingen op verschillende platformen
in de Media & Entertainmentindustrie kunnen vermarkten.
Content van verschillende muziekalbums van de groep worden via verschillende platformen,
zoals radio-, tv- en liveoptredens tot de consument gebracht. Dit is een vorm van een
crossmediale situatie. Het is dezelfde content via verschillende kanalen. Als we de muziek verder
verspreiden over verschillende kanalen die elkaar aanvullen, en dus niet een-op-een gelijklopend
is spreken we van een transmediale situatie. Een meer gevorderde inzet is het conceptueel
denken: ‘Wat is het onderliggende idee achter Metallica? En op welke manieren kunnen we new
bizz en nieuwe belevingen ontwikkelen en aanbieden zodat een publiek maximaal kan genieten
van het belevingsconcept rond de muziekgroep?’

2. Wat is een concept, belevingsconcept, beleving, deelbeleving, totale beleving, totaalbeleving,
ervaring, multi-platformbelevingsconcept, belevingsplatform? Geef bij elke definitie ook een
voorbeeld uit de entertainmentsector.
 Concept: Deelbare beschrijving van een idee, door middel van taal of andere
waarneembare middelen. Voorbeeld: Transmediaal concept, ‘the lord of the rings’. Na
de succesvolle films werden er verschillende games uitgebracht. Zowel digitaal als
bordspellen.
 Belevingsconcept: Concept dat tot doel heeft om de doelgerichte ontwikkeling van
belevingen mogelijk te maken, het is altijd een technologie- en platformonafhankelijke
beschrijving. Voorbeeld: Films
 Beleving: Door een aanbieder in de tijd en ruimte beperkte aangeboden bundel van
fysieke, virtuele en/of sociale touchpoints afgeleid van het belevingsconcept dat
zintuiglijk kan waargenomen worden door consumenten. Voorbeeld: Theater bezoek
 Deelbeleving: Beleving die niet alleen staat, maar die samen met andere deelbelevingen
een onderdeel vormt van de totale beleving. Voorbeeld: muziek
 Totale beleving: Gehele verzameling aan deelbelevingen die door een aanbieder
aangeboden wordt. Voorbeeld: Het kijken van een film en luisteren naar de muziek.
 Totaalbeleving: Totale beleving waarbij de aanbieder bij het ontwerp specifiek aandacht
heeft gehad voor het creëren van een coherente set aan deelbelevingen met de
bedoeling om thematische synergie te creëren in overeenstemming met het
belevingsconcept. Voorbeeld: een film kijken in een theater op een groot scherm met
volledige surround system.
 Ervaring: Subjectieve impact bij de consument als resultaat van betekenisgeving door de
consument aan de interactie tussen de consument en de verschillende touchpoints van

2

, de beleving. Men kan achteraf proberen om deze ervaring te peilen of vast te stellen of
de attitude ten aanzien van de beleving al dan niet positief is door middel van bevraging.
Voorbeeld: Een positieve gevoel hebben na het kijken van de film door alle touchpoints.
 Multiplatform-belevingsconcept: Belevingsconcept dat het potentieel en de intentie
heeft om gebruik te maken van verschillende belevingsplatformen om belevingen aan te
rijken aan een doelpubliek. Voorbeeld: Een film spelen in het theater en ook online
streamen.
 Belevingsplatform: Verschillende digitale of fysieke mediadragers of -kanalen waarlangs
een beleving tot bij het doelpubliek wordt gebracht. Voorbeelden: videostreaming,
gedrukte pers, theater, evenementen, merchandise, …



Hoofdstuk 1:
3. Wat is psychologie en wat is het niet?
Psychologie is de studie van gedrag en geestelijke processen, het niet tastbare. Psychologie
houdt zich bezig met interne geestelijke processen en externe processen. De wetenschap is
gebaseerd op objectieve, verifieerbare gebeurtenissen. Psychiatrie is een medische specialisatie
die geen deel uit maakt van psychologie.

4. Wat zijn de 6 belangrijkste perspectieven van de psychologie? Omschrijf het basisidee, de
gedragstrigger en verduidelijk van wie en uit welke periode dit komt? (p.20)
 Biologisch perspectief:
- Idee: Scheiding van lichaam en geest
- Gedragstrigger: Hersenen, zenuwstelsel, hormoonstelsel en genen
- Wie en wanneer: René Descartes in de 17e eeuw
 Cognitief perspectief
- Idee: Wetenschappelijke methode gebruikt om geest te bestuderen
- Gedragstrigger: Uniek patroon van waarnemingen, interpretaties,
verwachtingen, overtuigingen en herinneringen
- Wie en wanneer: Wilhem Wundt en William James, 19e eeuw
 Behavioristisch perspectief
- Idee: Wetenschap van observeerbaar gedrag, niet mentale processen
- Gedragstrigger: Prikkels uit omgeving en de consequenties van ons gedrag
- Wie en wanneer: John Watson en B.F. Skinner, 20e eeuw
 Perspectief van de gehele persoon
- Psychodynamische psychologie
- Idee: Persoonlijkheid en psychische stoornissen komen voort uit
processen in het onbewuste
- Gedragstrigger: Processen in onbewuste geest
- Wie en wanneer: Sigmund Freud, 1900
- Humanistische psychologie
- Idee: Nadruk op menselijke groei en potentieel in plaats van psychische
stoornissen
- Gedragstrigger: Aangeboren behoefte om te groeien en potentieel te
verwezenlijken
- Wie en wanneer: Carl Rogers en Abraham Maslow, jaren ‘50

3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ElineStr. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67096 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter