Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting methoden van het wetenschappelijk onderzoek - psychologie 1 €5,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting methoden van het wetenschappelijk onderzoek - psychologie 1

 9 vues  0 fois vendu

Volledige samenvatting van de leerstof.

Aperçu 4 sur 41  pages

  • 18 octobre 2021
  • 41
  • 2019/2020
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (2)
avatar-seller
jolienrogge
Hoofdstuk 1:
Introductie, kennis vergaren, en de wetenschappelijke methode


1.1. Niet-wetenschappelijke methoden om kennis te vergaren:

1. Vasthoudendheid/tenacity
2. Intuïtie
3. Autoriteit
4. Rationalisme
5. Empirie

Kennis = dat wat geweten en toegepast wordt door de mens of door de maatschappij als geheel. Veel
van de menselijke activiteit vereist specifieke kennis, ervaring en vaardigheid

Gezond verstand vs wetenschappelijke kennis (verschillen in HOE kennis tot stand kwam/methode)

Wetenschap -> techniek die psychologen gebruiken om informatie te verzamelen

Methoden om kennis te verwerken = manieren waardoor een persoon dingen kan weten of
antwoorden kan ontwikkelen op vragen

! iedere psycholoog moet kritisch kunnen evalueren hoe kennis tot stand is gekomen (om tot
kennisclaims te komen)

Meta-analyse = resultaten van vergelijkbare klinische studies worden samengevat om zo een grotere
betrouwbaarheid te hebben over de behandeling
bv. Product slechts getest op 120 vrouwen voor 3 weken

1. Vasthoudendheid/tenacity

Vasthoudendheid/tenacity = we accepteren informatie als waar, omdat het altijd al zo geweest is of
omdat bijgeloof de informatie ondersteunt (gebaseerd op gewoonte of bijgeloof)

We geloven iets omdat…

 We het altijd al zo gehoord hebben, zo vaak dat we het aanschouwen als waarheid
Bv: clichés zoals: “tegenstelden trekken elkaar aan”
 Overtuigingen worden voorgesteld als feiten
Bv: spiegel breken is 7 jaar ongeluk

MAAR valkuil van deze methode: er is geen methode voor het corrigeren van foutieve ideeën, zelfs al
is het tegendeel bewezen, geloof hierin is moeilijk te veranderen

2. Intuïtie

Intuïtie = informatie word aanvaard o.b.v. buikgevoel, voorgevoel of instinct

 Antwoorden op vragen zoals “wat ga ik eten vanavond?”
 Morele dilemma’s en ethische vragen worden hiermee opgelost
 Snelle manier om vragen te beantwoorden, wordt gebruikt als we weinig info hebben
 Bv: “ik voel aan dat mijn vriend een slechte dag heeft”
 MAAR, geen manier om accurate en foutieve info te onderscheiden

, 3. Autoriteit

Autoriteit = we accepteren informatie als waar, omdat de informatie afkomstig is van een expert
rond dat onderwerp

 Gebaseerd op vertrouwen in een autoriteit, expert
 Consulteren van een expert, het werk lezen van een expert, “Google it”, boeken, tv,
internet… (artsen, wetenschappers, psychologen…)
 Vaak de snelste en gemakkelijkste manier
 MAAR valkuilen:
o autoriteiten kunnen bevooroordeeld/partijdig zijn
o info kan subjectieve opinie reflecteren
o expertise/kennis word veralgemeend naar andere domeinen
o expert is niet echt een expert bv: beroemde acteur die parfum aanprijst
o expertise wordt niet in vraag gesteld, foute info wordt zo als waarheid genomen
 autoriteit wordt zo → methode van geloof

Methode van geloof = blind vertrouwen in een autoriteitsfiguur waardoor we diens info accepteren
zonder twijfel of toetsing

Manieren om meer vertrouwen te krijgen in deze info:

1. evalueer de bron (echte expert, echt zijn vakgebied?)
2. info objectief of subjectief?
3. Is de info redelijk?

Oplossing? → second opinion

4. Rationalisme

Rationalisme = antwoorden zoeken door logisch te redeneren

 Vertrekken van een set gekende feiten of assumpties (= premissen) en gebruiken logica om
tot een conclusie of antwoord te komen

Premissen = beschrijven feiten of veronderstellingen die verondersteld worden waar te zijn

Voorbeeld

Premissen: zonder observatie/info/duidelijkheid aanvaarden als juist

1. Een angstaanjagende ervaring met een hond veroorzaakt angst voor honden in de toekomst
2. Amy heeft angst voor honden

Logische conclusie:

Amy heeft een angstaanjagende ervaring met een hond gehad.

→ NIET VALIDE

 Indien de premissen waar zijn en de gehanteerde logica correct is, dan is de conclusie
sowieso correct
 LET OP: de rationele methode start pas na de premissen

,  Vaak gebruikt om alternatieven logisch af te wegen, zonder alle mogelijkheden uit te
proberen
Bv: dag van examen auto kapot, wat zijn alternatieven?
 MAAR:
o Alles hangt af van de juistheid van de premissen
o Alles hangt af van het logisch redeneren, de mens is hier niet goed in

Argument = verzameling van premissen die logisch worden gecombineerd om tot een conclusie te
komen

5. Empirie

Empirie = antwoorden zoeken door directe observatie of directe sensorische ervaring

 Gebaseerd op: alle kennis wordt verworven door de zintuigen
Bv: in de zomer is het warmer dan in de winter
 Veel antwoorden zijn beschikbaar door de wereld rond ons te observeren
 Makkelijke en snelle methode
 MAAR:
o onze waarneming en interpretatie van de wereld rond ons zijn niet altijd correct,
waarneming is niet bij iedereen hetzelfde (sensoriële ervaring kan ons misleiden bv:
visuele illusies)
o te veel vertrouwen in onze eigen waarneming
Bv: “ik geloof het pas als ik het met mijn eigen ogen zie”
o invloed op voorkennis, verwachtingen, gevoelens en overtuigingen op percepties
o misinterpretaties van sensorische ervaring
o kost tijd: met de empirische methode ga je bij een probleem verschillende
oplossingen uitproberen (<-> rationele methode = rationeel denken en de beste
optie uitvoeren) = trial-and-error (proberen en missen)
o kan gevaarlijk zijn
Bv: proberen of de paddenstoelen eetbaar of giftig zijn (beter methode van autoriteit
gebruiken en aan expert vragen)

Samenvatting/conclusie:

 Verschillende mensen kunnen verschillende methoden gebruiken om dezelfde vraag te
beantwoorden en zo dezelfde of verschillende antwoorden bekomen

Bv: “Hoeveel weegt dat meisje?”

Persoon 1: op weegschaal laten staan (empirie)
Persoon 2: vragen hoeveel ze weegt (autoriteit)
Persoon 3: vergelijken met eigen lichaam en schatten (rationeel)

 Methoden 1, 2 en 3: niet kritische technieken, nuttig voor het snel beantwoorden van vragen
die geen belangrijke consequenties hebben indien een fout antwoord geaccepteerd wordt
 Methoden 4 en 5: stellen meer eisen aan de info en antwoorden die ze produceren, cruciale
componenten van de wetenschappelijke methode

1.2. De wetenschappelijke methode

, Wetenschappelijke methode = manier om kennis te vergaren waarbij specifieke vragen geformuleerd
worden en er vervolgens systematisch naar antwoorden gezocht wordt

 Bevat verschillende elementen van de niet-wetenschappelijke methoden
 Deze combinatie tracht de beperkingen van individuele methoden te vermijden
 Doel: zo accuraat mogelijke antwoorden te bekomen
 Bevat verschillende stappen (die steeds opnieuw doorlopen worden = circulair proces)

Stappen van de wetenschappelijke methode

 Stap 1: observatie van gedrag of andere fenomenen
o Trekt je aandacht, roept vragen op
o Vaak informeel, natuurlijk, niet gepland, niet systematisch
o Direct of indirect
o Bv: Stephens, Atkins & Kingston (2009): merkten op dat ze vloeken telkens ze pijn
ervaren
o Vaak worden observaties gegeneraliseerd, dit is inductie = op basis van enkele
observaties wordt een algemene conclusie bereikt
o Bv: vloeken is een gebruikelijke, bijna universele reactie op pijn (conclusie uit enkele
gebeurtenissen)
Bv: je proeft 3 groene appels die zuur zijn en je concludeert dat alle groene appels
zuur zijn

 Stap 2: hypotheses vormen
o Identificatie van variabelen die geassocieerd zijn met je observatie

Variabelen = karakteristieken of condities die variëren binnen en/of tussen verschillende
personen (leeftijd, gezondheidstoestand, persoonlijkheid, intelligentie…)

o Je observaties kunnen beïnvloed worden door verschillende variabelen en deze
kunnen de observatie (deels) verklaren

Bv: de geobserveerde relatie tussen pijn en vloeken kan beïnvloed worden door
verschillende andere variabelen (acute vs chronische pijn, alleen of in aanwezigheid van
anderen, persoonlijkheid…)

o Selecteer één vd mogelijke verklaringen voor de observatie die je gaat evalueren in
een wetenschappelijke studie (hypothese)

Hypothese = uitdrukking dat een relatie beschrijft/verklaart tussen variabelen, het is
geen definitieve verklaring maar een mogelijke, voorlopige verklaring die getest en
kritisch geëvalueerd moet worden
Bv: onderzoeker kan als hypothese hebben dat er een verband is tussen bepaalde
karaktereigenschappen en roken
Bv: vloeken is een gebruikelijke reactie op pijn omdat het vloeken de ervaring van pijn
wijzigt en de ervaren intensiteit vd pijn vermindert

o Andere mogelijke verklaringen worden niet ontkend, maar (voorlopig) niet
opgenomen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jolienrogge. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

50843 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté