Samenvatting Biologie voor jou 4 havo thema 7 ecologie en milieu - Biologie
Samenvatting Biologie voor jou 4 havo thema 6 waarneming en gedrag - Biologie
Tout pour ce livre (59)
École, étude et sujet
Lycée
HAVO
Biologie
4
Tous les documents sur ce sujet (2000)
Vendeur
S'abonner
mathildeprijs
Aperçu du contenu
BIOLOGIE
Samenvatting h4 en 5
Hoofdstuk 4
P1 Indeling van de levende natuur
Indelingscriteria:
- Celtype (prokaryoot of eukaryoot)
- Aanwezigheid van een celwand
- Het aantal cellen
- Voedingswijze (heterotroof of autotroof)
Organellen zijn begrensd door membranen. Voorbeelden van organellen zijn: de celkern, een
vacuole, mitochondriën en het endoplasmatisch reticulum. Deze organellen komen alleen
voor bij eukaryoten.
Organische stoffen
Zijn afkomstig van organismen of van producten van organismen > koolhydraten, eiwitten,
vetten. Het zijn relatief groot en ingewikkeld gebouwde moleculen. De moleculen van
organische stoffen bevatten altijd één of meer koolstofatomen (C). Ook kunnen ze atomen
van andere atomen van waterstof, zuurstof, stikstof, fosfor en zwavel bevatten.
Anorganische stoffen
Komen zowel in organismen als in de levenloze natuur voor > koolstofmonoxide,
koolstofdioxide, water, keukenzout en zuurstofgas. Deze stoffen zijn opgebouwd uit kleine,
eenvoudig gebouwde moleculen.
Autotrofe organismen
Zijn zelf voedend. Ze nemen uit de omgeving alleen anorganische stoffen op. Hieruit maken
ze organische stoffen waaruit ze bestaan (koolhydraten, eiwitten, vetten). Organismen met
chlorofyl zijn autotroof. Bij planten bevindt het chlorofyl zich in de chloroplasten.
Heterotrofe organismen
Een ander nodig hebben voor hun voedsel. Ze zijn niet in staat om organische stoffen te
maken uit alleen anorganische stoffen als grondstoffen. De meeste soorten bacteriën zijn
heterotroof: archaea, schimmels en dieren.
Binaire naamgeving
Soorten worden aangeduid met een wetenschappelijke naam. De Zweedse bioloog Linnaeus
heeft de wetenschappelijke naamgeving opgezet. Hij voerde de binaire naamgeving in. De
geslachtsnaam staat voorop en word met hoofdletter geschreven, de soortaanduiding komt
daarachter met een kleine letter.
,P2 Prokaryoten
Archaea
Archaea zijn zo klein dat je ze met het blote oog niet kan zien. Ze
worden ook wel ‘extromofielen’ genoemd omdat ze vaak onder
extreme omstandigheden worden aangetroffen > geisers in
zoutmeren. Ook komen ze voor in onze darmen.
Bacteriën
Bacteriën worden ook wel bacillen genoemd. Ze hebben geen
kernmembraan, geen mitochondriën en geen endoplasmatisch
reticulum. Sommige bacteriën hebben trilharen of zweepharen
waarmee ze zich kunnen voortbewegen.
Bij veel soorten bacteriën bestaat het erfelijk materiaal slechts uit één kringvormig
chromosoom. Sommige bacteriën hebben daarnaast ook nog enkele kleinere, kringvormige
chromosomen (plasmiden). Bacteriën zijn heel geschikt voor recombinant-DNA-techniek
doordat de chromosomen in een bacteriën los in het cytoplasma liggen. Met deze techniek
worden bacteriën gebruikt bij de productie van onder andere geneesmiddelen en
hormonen. Ook zonder de recombinant-DNA-techniek worden ze in de biotechnologie
gebruikt: ze worden gebruikt bij de productie van yoghurt, kaas en zuurkool.
Bacteriën planten zich voornamelijk voort door deling. Ziekteverwekkende (pathogene)
bacteriën kunnen bijvoorbeeld oorontsteking, longontsteking, tuberculose of tyfus
veroorzaken. De meeste soorten bacteriën bezitten geen chlorofyl > ze voeden zich met
dode resten van organismen. In de natuur ruimen ze de dode resten van organismen op.
Hierbij worden organische stoffen omgezet in anorganische stoffen. Ons voedsel bestaat
vaak uit resten van organismen: vlees en zuivelproducten van dieren. Op dit voedsel kunnen
bacteriën goed leven en daardoor kan het voedsel bederven.
Virussen
Bacteriën kunnen geïnfecteerd raken door en virus. Een virus is geen organisme, ze worden
niet gezien als levend. Het zijn geen prokaryoten en eukaryoten. Het bestaat voor het
grootste deel uit erfelijk materiaal (oa dna). Virussen kunnen zich niet zelfstanding
voortplanten, maar alleen binnen bepaalde gastheercellen > bacteriën of cellen van planten
en dieren. Hierdoor kan de gastheercel ziek worden. Virussoorten die bacteriën als gastheer
gebruiken, heten bacteriofagen.
, P3 Eukaryoten
Schimmels
Schimmels voeden zich met dode resten van organismen, net als de meeste bacteriën. Ze
kunnen eencellig of meercellig zijn. Gisten zijn eencellige schimmels. Ze worden daarom ook
tot de protisten gerekend. Meercellige schimmels bestaan meestal uit lange
schimmeldraden. Ze planten zich voort door sporen. Bij veel schimmels ontstaan de sporen
aan de uiteinden van schimmeldraden die omhoog groeien. Sommige schimmels worden
door de mens gebruikt bij de bereiding van voedingsmiddelen (kaas). Gist wordt gebruikt bij
de productie van alcohol in bier en wijn. Sommige schimmelsoorten veroorzaken ziekten bij
planten, dieren of mensen.
Planten
Planten hebben celwanden om hun cellen en chloroplasten om hun cellen. In chloroplasten
wordt energie uit (zon)licht vastgelegd in moleculen van organische stoffen. Hierdoor zijn
planten autotroof.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mathildeprijs. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.