Samenvatting Biologie voor jou 4 havo thema 7 ecologie en milieu - Biologie
Samenvatting Biologie voor jou 4 havo thema 6 waarneming en gedrag - Biologie
Tout pour ce livre (59)
École, étude et sujet
Lycée
HAVO
Biologie
4
Tous les documents sur ce sujet (2013)
Vendeur
S'abonner
mathildeprijs
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 6
P1 Het zintuigstelsel
Interne prikkels: prikkels uit het inwendige milieu
Externe prikkels: prikkels uit het uitwendige milieu
Zintuigcellen zijn receptoren. Onder invloed van prikkels ontstaan er impulsen in
zintuigcellen, waardoor de zintuigcellen neurotransmitters afgeven aan gevoelszenuwen.
Oren: gehoorreceptoren en evenwicht receptoren
Ogen: lichtreceptoren
Neus: reukreceptoren en smaakreceptoren
Huid: tastreceptoren, drukreceptoren, koude- en warmtereceptoren en pijnreceptoren
Verschillende soorten receptoren:
- Mechanische receptoren: reageren op uiteenlopende vormen van mechanische
energie (aanraking, druk, beweging en geluid). Er ontstaat een impuls in een
mechanische receptor wanneer het celmembraan buigt of uittrekt.
- Chemische receptoren: kunnen bepaalde moleculen uit de omgeving binden.
Smaakreceptoren binden opgeloste moleculen en reukreceptoren binden moleculen
uit de lucht > impuls
- Temperatuurreceptoren: reageren op warmte en kou. Waanneer de temperatuur in
zo’n receptor boven of onder een bepaalde normwaarde komt, ontstaat er een
impuls.
- Pijnreceptoren: bevinden zich in het hele lichaam. Er ontstaat een impuls door
extreme druk, extreme temperaturen of chemische stoffen die vrijkomen.
- Lichtreceptoren: zintuigcellen waarin een impuls ontstaat door zichtbaar licht.
P2 Het oog
In de lichtreceptoren in het netvlies ontstaan impulsen die door gevoelszenuwen naar de
gezichtscentra in de grote hersenen worden geleid. Deze verweken de impulsen zo, dat je
het beeld rechtopstaand en op de juiste grootte waarneemt. Bij mensen kan de afstand
tussen de ooglens en het netvlies niet veranderen, wel kan een ooglens gemakkelijk van
vorm veranderen. In het straalvorming lichaam liggen kringspieren (accomodatiespieren).
Als je naar een voorwerp op meer dan 5m afstand kijkt zijn de kringspieren in de
straalvormige lichamen ontspannen > rusttoestand. De ooglens word ook platter doordat de
straalvormige lichamen een grote doorsnede hebben.
Bolle lenzen bundelen (convergeren) het licht. Holle lenzen spreiden (divergeren) het licht.
In de iris bevinden zich de kringspieren en straalsgewijs lopende spieren: zij bepalen de
pupilgrootte.
In het netvlies liggen lichtreceptoren die lichtprikkels omzetten in impulsen. Deze worden via
uitlopers van zenuwcellen naar de hersenen geleid. Met staafjes kun je alleen zwart en wit
waarnemen. Met kegeltjes kun je het scherpst zien.
, Een type is gevoelig voor rood licht, de ander voor groen en de laatste voor blauw licht. De
impulsen van elk kegeltje worden apart doorgegeven aan 1 zenuwcel > impulsen van vele
kegeltjes worden daardoor in het gezichtscentrum vertaald in een gedetailleerd beeld.
Impulsen van het rechtergedeelte van beide ogen gaan naar het rechtergezichtscentrum. De
gezichtscentra vergelijken de beelden van beide ogen met elkaar. Het verschil tussen beide
beelden levert informatie op over de afstand waarop een voorwerp zich bevind. Het
verschilt in beelden is groter naarmate het voorwerp dichterbij is.
Je ziet scherp als de lichtstralen precies op het netvlies samenvallen. Wanneer de lens in een
oog niet bol of plat genoeg kan worden of wanneer de oogbol een afwijkende vorm heeft,
vallen de lichtstralen niet precies samen op het netvlies > een onscherp beeld.
Bijziend:
Oogbol is te lang of de lichtstralen worden door het hoornvlies en/ of de lens te sterk
afgebogen > holle lenzen verzwakken de lichtbreking. Veraf onscherp.
Verziendheid:
Oogbol is te kort of de lichtstralen worden door het hoornvlies en/ of de lens niet voldoende
afgebogen > bolle lenzen versterken de lichtbreking. Veraf scherp.
Bij het ouder worden neemt de elasticiteit van de ooglenzen af, waardoor ze niet meer zo
goed bol kunnen worden. Doordat het accommodatievermogen afneemt, word het steeds
lastiger om van dichtbij scherp te zien > ouderdomsverziendheid.
P3
Gedrag beschrijven
Gedragssysteem: handelingen met een gemeenschappelijk doel
Gedragsketen: als het effect van de ene handeling leidt tot een volgende handeling
Adequaat gedrag: als de overlevingskans en fitness van dier worden vergroot met goed
aangepast gedrag
Balts is een gedragsketen die is bedoeld om partners aan te trekken en ver te halen tot
paring > onderdeel van voortplantingsgedrag.
Een objectieve beschrijving van de verschillende handelingen > ethogram
Lijst van achtereenvolgende waargenomen handelingen > protocol
P4 Vorming van gedrag
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mathildeprijs. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.