Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Bedrijfseconomie - Kosten en opslagmethoden €4,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Bedrijfseconomie - Kosten en opslagmethoden

 9 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Online module van 'BAES' over kosten en opslagmethoden (jaar 1, blok 3).

Dernier document publié: 3 année de cela

Aperçu 3 sur 25  pages

  • 21 octobre 2021
  • 21 octobre 2021
  • 25
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Bedrijfseconomie blok 3 – Kosten en opslagmethoden
Kostenstructuren


Leerdoel 1 – Kosten en kostensoorten
Kosten in de resultatenrekening
De resultatenrekening is een overzicht van de opbrengsten en kosten van een
onderneming over een bepaalde periode. In het vak management accounting staat het
woord kosten centraal. Met name het begrip kostprijs is erg belangrijk. In deze les zal op
deze begrippen verder worden ingegaan. Als je dit onderwerp succesvol hebt gevolgd ben je
in staat om:

1. Het verschil te benoemen tussen constante (vaste) en variabele kosten;
2. Het verschil te benoemen tussen directe en indirecte kosten;
3. Op basis van diverse gegevens een berekening te maken van vaste, variabele kosten en
totale kosten.

Kosten
Kosten zijn de geldwaarde van opgeofferde productiemiddelen om een product of dienst
voort te brengen. Kosten hebben betrekking op de periode waarover gerapporteerd wordt.
Kosten verminderen de waarde van een onderneming, omdat zij een negatieve impact
hebben op het resultaat (de winst) van de onderneming.

Bij de bepaling van de kosten is het niet relevant of deze kosten al dan niet betaald zijn. Stel
je voor dat jouw onderneming op 1 september de huur voor de komende drie maanden
vooruit betaald; bijvoorbeeld voor september, oktober en november. Op 1 september is de
huur voor September een kostenpost, want deze heeft betrekking op September. De
vooruitbetaling voor oktober en november zijn dus nog geen kosten in September.

Hoofdindeling van de kosten

Er worden in het algemeen twee hoofdindelingen gehanteerd voor de indeling van kosten.
Deze indeling is gemaakt op basis van de flexibiliteit van de kosten, oftewel: in welke mate
zijn deze kosten te besturen of te voorkomen:

 De eerste indeling: de constante - en variabele kosten. De variabele kosten worden
beïnvloed door de vraag naar de producten, maar kunnen ook beïnvloed worden door
het productievolume. Hoe meer er wordt verkocht, hoe hoger de (variabele)
transportkosten. Hoe meer er wordt geproduceerd, hoe hoger de (variabele)
grondstofkosten. De constante kosten, zoals huurkosten en afschrijvingskosten,
worden niet beïnvloed door de vraag naar de producten of het productievolume. Deze
kosten worden ook vaste kosten genoemd.

 De tweede indeling is de indeling naar de directe - en indirecte kosten. Directe
kosten zijn rechtstreeks toe te wijzen aan één (type) product. Indirecte kosten zijn niet
rechtstreeks toe te wijzen aan één (type) product.

De verdeling in vaste - en variabele kosten zegt iets over de mate waarin de kosten worden
beïnvloed door een toe- of afname van de productie. De verdeling in directe - en indirecte
kosten zegt iets over de toewijsbaarheid van de kosten aan het eindproduct. Het is zeker

,mogelijk dat de kosten direct toewijsbaar zijn aan een eindproduct maar totaal niet worden
beïnvloed worden wanneer er
meer wordt geproduceerd. Dit
noemen we dan directe vaste
kosten. Een voorbeeld hiervan zijn
marketingkosten voor een bepaald
product. Hieronder is een matrix
weergegeven met een aantal
voorbeelden van vaste en
variabele kosten verdeeld over
directe- en indirecte kosten. Deze
matrix kent hiermee dus vier
categorieën:

1. Variabele directe kosten
2. Variabele indirecte kosten
3. Vaste directe kosten
4. Vaste indirecte kosten

De kostprijs

De kostprijs is een opsomming van de kosten die nodig zijn om één product te
vervaardigen. Hierin kunnen zowel de constante- en variabele kosten als de directe- en
indirecte kosten worden opgenomen. In latere leerdoelen zal hier op in worden gegaan. Voor
het bepalen van een verkoopprijs moet eerst de kostprijs van een product worden
vastgesteld. De verkoopprijs moet minimaal gelijk zijn aan de kostprijs. Een kostprijs wordt
vooraf berekend; dit heet de voorcalculatie. In deze fase worden volgens normen,
standaarden, alleen de doelmatige kosten opgenomen en geen verspilling van arbeid of
grondstoffen. Daarom heet de kostprijs ook wel de normatieve kostprijs. Na een periode
wordt via een nacalculatie bepaald of de normatieve kostprijs is behaald en er zich wellicht
substantiële verschillen hebben voorgedaan.


Het kiezen van een productietechniek

Aangezien een onderneming economisch handelt, kiest de onderneming voor de
productietechniek met de laagste kosten. Deze productietechniek leidt tot de laagste
kostprijs en de gewenste kwaliteit van het product. De onderneming zal periodiek controleren
of aan beide voorwaarden wordt voldaan.

Verschillende kostensoorten

Een onderneming heeft te maken met uiteenlopende kosten. Daarom worden de kosten
verdeeld in kostensoorten om meer inzicht te krijgen in de aard van de kosten. De meest
voorkomende kostensoorten zijn:

1. Inkoopwaarde verkopen  de waarde van de verkochte goederen tegen de inkoopprijs.
2. Grondstofkosten  de kosten van grond- en hulpstoffen die gebruikt worden voor de
productie.
3. Voorraadkosten  kosten voor het opslaan en verzekeren van grond- en hulpstoffen,
halffabricaten en eindproducten.
4. Arbeidskosten  vergoeding voor de geleverde arbeid door de werknemers.
5. Afschrijvingskosten  de waardevermindering van vaste activa door slijtage en
ouderdom.

, 6. Kosten voor een voorziening  het opbouwen van voorzieningen voor toekomstige
uitgaven wordt in de resultatenrekening als kostenpost aangemerkt.
7. Kosten diensten derden  kosten voor geleverde diensten door bijvoorbeeld
accountants, transport, en verzekeringen.
8. Belastingen  een onderneming kan met diverse belastingen te maken krijgen. Een
voorbeeld van belasting die als kosten moeten worden genomen is de winstbelasting
9. Vermogenskosten  kosten die betrekking hebben op de financiering van
bedrijfsactiviteiten. Denk bijvoorbeeld aan rentekosten.

Afschrijvingskosten = (aanschafwaarde – restwaarde) : levensduur




Leerdoel 2 – Vaste en variabele kosten
Kosten kunnen op bepaalde manieren worden ingedeeld. Een van de belangrijkste
indelingen is die naar variabele en vaste kosten. Het indelen van kosten naar directe en
indirecte kosten komt in een andere les naar voren. Als je dit onderwerp succesvol hebt
afgerond ben je in staat om:

1. op basis van gegevens uit de opgave een onderbouwd onderscheid te maken tussen
variabele en vaste kosten;
2. op basis van gegevens uit de opgave rekenkundig de variabele en de vaste kosten vast
te stellen.

Kostenindeling

Kosten kunnen op bepaalde manieren worden ingedeeld. Een van de belangrijkste
indelingen is die naar variabele en vaste kosten.

 De variabele kosten worden beïnvloed door de vraag naar de producten, maar
kunnen ook beïnvloed worden door het productievolume. Hoe meer er wordt
verkocht, hoe hoger de (variabele) transportkosten. Hoe meer er wordt
geproduceerd, hoe hoger de (variabele) grondstofkosten.
 De vaste kosten worden niet beïnvloed door de vraag naar de producten of het
productievolume.

Variabele kosten

Zoals bovenstaand beschreven zijn de hoogte van de variabele kosten afhankelijk van de
vraag naar producten en/of het productievolume. Voorbeelden van variabele kosten zijn:

 Grondstofkosten
 Kosten van de verpakking
 Bezorgkosten van de producten naar de klant

Variabele kosten kunnen worden ingedeeld in een drietal categorieën:

1. Proportionele variabele kosten: De variabele kosten stijgen in een lineaire lijn met de
toename van de productie/afzet. Een voorbeeld hiervan is een vaste vergoeding per stuk
voor een productiemedewerker.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur stephanievandekasteele. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67096 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€4,99
  • (0)
  Ajouter