Uitgewerkte leerdoelen inleiding internationaal recht van de Open Univeresiteit
Verplichte arresten en arresten uit het boek - Inleiding Internationaal recht
Tout pour ce livre (65)
École, étude et sujet
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Bachelor Rechten
Inleiding Tot De Rechtswetenschappen
Tous les documents sur ce sujet (7)
Vendeur
S'abonner
larshenckens
Aperçu du contenu
Kort antwoord op de
doelstellingen Inleiding tot de
rechtswetenschap
Week 1
– het verschil tussen normatieve/prescriptieve uitspraken enerzijds en
descriptieve/feitelijke
uitspraken anderzijds (HC)
Normatief/prescriptieve: Beschrijft hoe iets zou moeten zijn. Het ideaal beeld.
Descriptieve/feitelijke: Hoe iets in de werkelijkheid is.
– het begrip empirisch onderzoek (HC)
Empirisch onderzoek is onderzoek dat is gebaseerd op eigen waarnemingen.
– vier normatieve kennisdomeinen (recht, godsdienst, moraal en fatsoen) (HC)
Zowel Recht, godsdienst, moraal als fatsoen zijn normatief. Ze zeggen hoe we
ons zouden moeten gedragen. Recht is echter een buitenstaander, omdat
Recht je dwingt je aan de voorgeschreven regels te houden. Dit is niet zo bij
de andere drie.
– het verband tussen de verschijnselen waarden en normen (HC)
Waarde zijn dingen waar we waarde aan hechten, zoals vrijheid.
Normen zijn concrete regels waar wij als mensen geacht worden ons aan te
houden.
– verschillen tussen recht en moraal (HC)
Positief recht bestaat uit: Wet, verdragen, jurisprudentie en gewoonterecht.
Moraal zijn normen en waarde gebaseerd op het geen wat het collectief als
goed of fout beschouwd. Straffen gebaseerd op moraal leiden tot een gebrek
aan rechtszekerheid, omdat ieder individu een daad anders beoordeeld.
Straffen gebaseerd op recht leiden tot rechtszekerheid, omdat bekend is welke
straf op welke daad staat.
– positief recht en natuurrecht, rechtspositivisme (HC)
Postief recht= W+V+J+G
Natuur recht= een vorm van recht waarbij wordt uitgegaan van dat bepaalde
rechtsbeginselen van nature zo zijn (door god geven) (denk aan de
waardigheid van een mens).
Rechtspositivisme: is een stroming die vind dat recht alleen uit rechtsbronnen
moet bestaan. Het is een tegenhanger van het natuurrecht.
– genusbegrippen en speciesbegrippen (HC)
, Genus is het soort en species het soort dat daar onder valt
Genus: Recht en Species: Privaatrecht en Publiekrecht
– de rechtsbronnen
Rechtsbronnen:
-Wetten (= geschreven recht)
- Verdagen (= geschreven recht)
- Jurisprudentie
-Gewoonterecht (& rechtsbeginselen) (rechts regels gebaseerd op gewoontes,
gewoontes die een breed draagvlak hebben in de bevolking)
– nationaal en internationaal recht
Nationaal: Recht dat is gemaakt in Nederland en voor Nederland.
Internationaal: Recht dat is gemaakt door bijv. EU en dat geld voor meerdere
landen.
– materieel en formeel recht
Materieel recht: rechten en plichten van burgers en overheden
Formeel recht (= procesrecht): Het gaat over het afdwingen van het recht.
– de belangrijkste rechtsgebieden
– publiek- en privaatrecht
Privaatrecht uitgangspunt: U bent vrij om te doen met u eigendommen wat u wilt.
Publiekrecht uitgangspunt: Overheid is nauw gebonden aan het recht
– de indeling van het recht in functionele rechtsgebieden versus de indeling
klassieke rechtsgebieden
, Week 2
De personen in het privaatrecht
– rechtssubject, natuurlijk persoon, de verschillende rechtspersonen
(art. 2:1, 2:2 en 2:3 BW)
Rechtssubject
Een entiteit die rechten of plichten kan hebben.
Natuurlijk persoon
Een mens van vlees en bloed, kan rechten en plichten hebben.
Soorten rechtspersonen:
Privaatrechtelijke rechtspersonen (kunnen door prive personen worden
opgericht.
- NV’s (Voor bedrijven, met aandeelhouders)
- BV’s (Voor bedrijven, met aandeelhouders)
- Verenigingen (Met leden)
- Stichting (Heeft een doelvermogen, dat staat in de statuten daarin
ook geregeld waarvoor dat vermogen gebruikt mag worden)
Kerken
Publiekrechtelijke rechtspersonen (Overheden)
– de rechten en bevoegdheden van een rechtssubject
-rechtsobject
Een entiteit waarop rechten kunnen rusten
subjectief recht VS objectief recht
Objectief recht:
De regels ordenen de verhouding en de aan de hen toegekende
bevoegdheden en verplichtingen. Ze vormen geen doel op zich en zijn er
voor om steeds weer te worden gepast.
Subjectief recht:
Een bevoegdheid voor een specifiek geval. Het recht dient een doel op
zich.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur larshenckens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.