Samenvatting Nectar 5 vwo/6 vwo Hoofdstuk 11 : REGELING INTERN MILIEU - Biologie met afbeeldingen
Tout pour ce livre (195)
École, étude et sujet
Lycée
VWO / Gymnasium
Biologie
5
Tous les documents sur ce sujet (5513)
Vendeur
S'abonner
NWK2005
Aperçu du contenu
Biologie samenvatting TW1
Hoofdstuk 9
9.1 - Hart en bloedsomloop (BiNaS 84)
Open bloedsomloop= het bloed omspoelt de organen en de weefsels. Een groot bloedvat aan de
rugzijde met gespierde hartkamers houdt de stroming in stand. Een gesloten bloedsomloop (= het
bloed stroomt in bloedvaten door het lichaam) is het omgekeerde.
De Enkelvoudige bloedsomloop (= bloedsomloop waarbij het bloed tijdens één rondgang één keer
het hart passeert) en de Dubbele bloedsomloop (= bloedsomloop waarbij het bloed tijdens één
rondgang twee keer het hart passeert. Bestaat uit een kleine en een grote bloedsomloop) zijn ook
elkaars tegengestelde.
De kleine bloedsomloop= ((bij mensen) de weg van het bloed bij de opname van O2: van de
rechterharthelft via de longen naar de linkerharthelft) komt ook voor in de grote bloedsomloop= (bij
mensen) de weg van het bloed bij de afgifte van O2: van de linkerharthelft, via de organen naar de
rechterharthelft)
Slagaders zijn bloedvaten die bloed vanaf het hart naar de organen en de weefsels brengen (O2-rijk)
en aders (precies het tegenovergestelde) zijn bloedvaten die het bloed vanaf de organen en de
weefsels naar het hart toe brengt (O2-arm). Haarvaten zijn de dunste bloedvaten waarvan de wand
één cellaag dik is; hier vindt de uitwisseling van stoffen plaats. De kransslagader is de slagader die de
hartspier van zuurstof en voedingsstoffen voorziet.
Via de aders van het lichaam komt O2-arm bloed de
(rechter)boezem= (bovenste holle ruimten in het
hart die bloed ontvangen van aders en dat
doorgeven aan de kamers) in. Van daar het naar de
(rechter)kamer (= onderste holle ruimten in het
hart die bloed ontvangen uit de boezems en de
slagaders in pompen). De rechterkamer pompt het
O2-arme bloed via de longslagader naar de longen,
waar het zuurstof opneemt.
De hartslag is de activiteit van het hart, bestaat uit drie fasen: het vullen van de kamers, het
leegpersen van de kamers en een korte pauze. Deze 3 fasen vormen samen de hartcyclus. Door de
activiteit van het hart ontstaat er een hartslagfrequentie (= het aantal hartslagen per minuut)
Een diastole is een fase in de hartcyclus waarin bloed via de boezems de kamers instroomt. Hiervan
bestaan 2 soorten:
Boezemsystole= fase in de
hartcyclus; de boezems trekken
samen, waardoor ze bloed naar de
kamers persen
Kamersystole= fase in de
hartcyclus; de kamers trekken
samen, waardoor ze bloed de
slagaders inpersen
,Hartkleppen zijn kleppen tussen de boezem en de kamer die
voorkomen dat het bloed van de kamer naar de boezem
terugstroomt als de kamers samentrekken. Slagaderkleppen
zijn kleppen tussen de kamer en de aorta / longslagader; die
verhinderen het terugstromen van het bloed van de aorta /
longslagader naar de kamer
Een Embryonale bloedsomloop= bloedsomloop van een
ongeboren kind, bevat 2 bijzondere dingen foramen ovale= een
opening tussen de rechter- en linkerboezem bij een ongeboren
kind. Ductus Botalli= een verbinding tussen de longslagader en
de aorta van de kleine naar de grote bloedsomloop bij een
ongeboren kind. Een ongeboren baby krijgt via de navelstreng
O2 en voedingsstoffen uit de placenta.
9.2 – Bloeddruk (BiNaS 84)
De bloeddruk ontstaat door het samentrekken van de hartkamers
(kamersystole). Bij elke kamersystole persen beide kamers binnen een halve
seconde elk zo’n 80 mL bloed de slagaders in.
Door de pompdruk van het hart gaat de bloeddruk in de slagaders tijdelijk
omhoog, de systolische druk/bovendruk (=druk die op het bloed die
ontstaat doordat het hart bloed in slagaders pompt). Tijdens de diastole
neemt de bloeddruk weer af tot de basiswaarde: de diastolische
druk/onderdruk (=druk op het bloed tijdens de rustfase van het hart).
Atherosclerose= verlies van de elasticiteit (vernauwing en
verstijving) van slagaders (bloedvaten) door afzetting van vetachtige
stoffen zoals cholesterol. Dit veroorzaakt een verhoging van de bloeddruk.
De eenheid van bloeddruk is Pa (Pascal), maar een klassieke bloeddrukmeter van artsen meet in mm
kwikdruk: 1 mm Hg = 0,1333 kPa
Bij het meten van de bloeddruk legt een arts een manchet rond de bovenarm. Hierin wordt lucht
gepompt totdat de armslagader dichtgedrukt is en er dus geen bloed meer doorheen stroomt
waardoor er geen polsslag meer is. Vervolgens wordt het ventiel een stukje opengedraaid en kan de
arts bij elke hartslag een golfje bloed door de slagader horen gaan de waarde op de
bloeddrukmeter is de bovendruk. Vervolgens laat de arts de druk in de manchet verder afnemen tot
het bloed weer ongehinderd door de slagader stroomt het ‘persgeluid’ verdwijnt van de golfjes
bloed en de bloeddrukmeter geeft nu de onderdruk.
De bloeddruk daalt naarmate het bloed verder van het hart vandaan is.
9.3 – regeling hartwerking (BiNaS 84)
Het samentrekken van de hartdelen ontstaat door de activiteiten van het prikkelgeleidingssysteem
(= systeem van gespecialiseerde vezels en spiercellen in de hartspier, leidt de elektrische prikkel uit
de sinusknoop over de hartspier). De elektrische activiteit begint in de sinusknoop (= groep speciale
, spiercellen in wand rechterboezem, geeft elektrische prikkel in vast ritme af waardoor spiervezels
van boezems samentrekken). De elektrische stroom van de sinusknoop
bereikt op de grens van boezems en kamers een 2e groep
gespecialiseerde cellen: de AV-knoop (= geeft elektrische prikkels af
waardoor kamers samentrekken). Die geeft de prikkel met een vertraging
van +- 0,15s door, zodat de kamers later samentrekken dan de boezems.
Vanuit de AV-knoop loopt de bundel van His (bundel gespecialiseerd
hartspierweefsel die vanuit de AV-knoop naar de rechter- en linkerkant
van de hartpunt loopt) . De prikkels verspreiden zich in Purkinjevezels (=
vertakkingen van de bundel van His, die de prikkels verder over de wand
van de kamers vervoeren) de wand van beide kamers.
ECG (= registratie van de elektrische activiteit van het hart, die een gevolg is van het samentrekken
en ontspannen van de boezems en kamers). 10 elektroden worden op de borstkas,
armen en benen geplaatst grote aantal elektroden levert meerdere ecg-lijnen op.
1 hartslag is in het ecg een stukje lijn met 3 toppen:
P-top: geeft samentrekken boezems weer
QRS-complex: geeft samentrekken kamers weer
T-top: geeft elektrische activiteit weer die ontstaat bij het ontspannen van de
kamervezels
Stukje tussen P-top en top van QRS-complex is het gevolg van de vertraging in de AV-knoop.
Hartminuutvolume= de hoeveelheid bloed die een hartkamer per minuut wegpompt, bereken je
door het aantal slagen per minuut te vermenigvuldigen met 70 mL.
Slagvolume (=de hoeveelheid bloed die een hartkamer per hartslag verlaat) neemt toe bij grotere
inspanning. Bij inspanning neemt ook de kracht waarmee de kamers samentrekken toe gevolg=
groter hartminuutvolume en gestegen bloeddruk.
Ook stress of spanning kan het hartminuutvolume veranderen. De sinusknoop activeert als een
‘natuurlijke pacemaker’ de hartspier. Het zenuwstelsel en hormonen beïnvloeden het ritme waarmee
de sinusknoop prikkels afgeeft. Daardoor kan het hartminuutvolume tijdens een inspannende
training oplopen tot wel 25 L. Dat is t.o.v. rust, ongeveer 5x zo veel bloed per minuut door het hart.
Je lichaam gaat efficiënt om met die hogere capaciteit door de verdeling van het bloed over de
verschillende organen bij inspanning aan te passen.
Aanpassing van de bloedverdeling gaat via kringspiertjes rond de kleine slagaders, vlak voor de
haarvaten, in de organen. Ze trekken samen als minder bloed nodig is en ontspannen voor extra
bloedtoevoer.
9.4 – stoffentransport (BiNaS 83)
De bloedsamenstelling bestaat uit plasma, bloedcellen en veel andere stoffen. De meeste stoffen die
het bloed vervoert, zijn opgelost in het bloedplasma, het waterige deel van het bloed. Bloedplasma
bevat ook eiwitten die weer begstaan uit lange ketens aminozuurmoleculen ze vormen een
colloïd = eiwitketens in het bloedplasma, niet opgelost maar zeer fijn verdeeld. Rode bloedcellen,
witte bloedcellen en bloedplaatjes komen ook voor in het bloedplasma; ontstaan uit stamcellen van
het rode beenmerg.
Rode bloedcellen: transporteren O2 en CO2
Witte bloedcellen: zijn betrokken bij de afweer tegen ziekteverwekkers
Bloedplaatjes: spelen een rol bij de bloedstolling
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur NWK2005. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.