Paragraaf 1
Ontstaan van fossielen
Wanneer een organisme dood gaat wordt deze vaak snel afgebroken door reducenten. In een droge
omgeving kan een dood organisme wel goed bewaard blijven.
Resten en sporen uit een ver verleden = fossielen meestal afdrukken van organismen in gesteente.
De vorming van een fossiel (= fossilisatie) begint vaak met een aardverschuiving waardoor het dode
organisme luchtdicht wordt afgedekt.
De zachte delen zijn dan vaak al verteerd. Mineralen uit de bodem vervangen de
organische stoffen en botresten. Dit duurt zolang dat deze botten of schelpen die erg oud zijn
versteend zijn.
Onderzoek aan fossielen
Fossielen geven veel informatie over uitgestorven soorten.
Door fossielen te onderzoeken kunnen ze
Sommige fossielen zijn afdrukken, andere zijn versteende
veel informatie krijgen. Met behulp van
delen. Weer andere zijn in bevroren of verdroogde
computers maken ze hier animaties van.
toestand bewaard.
Vergelijken van ouderdom van
fossielen
Gidsfossielen = fossielen die worden gebruikt om de ouderdom van een aardlaag vast te stellen.
Andere fossielen in dezelfde aardlaag zijn dan even oud. Het gebruik van gidsfossielen relatieve
ouderdomsbepaling
Absolute ouderdomsbepaling
Bepaling van ouderdom door middel van natuurkundige technieken (radioactieve atomen)
Van veel atoomsoorten zijn meerdere isotopen (= verschillende vorm van een element met een
andere atoommassa) bekend.
Relatieve ouderdomsbepaling Wanneer een radioactieve stof straling afgeeft en overgaat in
gebeurt door middel van een andere stof radioactief verval. De tijd waarin de helft van
gidsfossielen, absolute de radioactieve isotopen uit elkaar valt halveringstijd (BINAS
ouderdomsbepaling met 25A)
behulp van isotopen.
- Neo darwinisme
o Variatie tussen individuen van dezelfde soort ontstaat door mutatie
o Er is concurentie tussen onderlinge individuen
Verschuiving van de allelfrequentie
o Alleen individuen die het best aangepast zijn aan de omgeving zullen overleven
Survival of the fittest/ natuurlijke selectie
o Alleen deze individuen geven eigenschappen door aan hun nakomelingen
- Verandering in de omgeving zal geleidelijk aan gaan leiden tot een grotere biodiversiteit
- Alleen individuen van dezelfde soort kunnen vruchtbare nakomelingen krijgen
- Mutaties= toevallige verandering in het DNA
- Genetische variatie= een kleine genenpool (= aantal genen in de populatie) maakt de
populatie kwetsbaar
- Genfrequentie= voorkomen van een bepaald gen blijft in normale omstandigheden gelijk
- Natuurlijke selectie= alleen ‘gunstige’ genen worden doorgegeven
- Selectiedruk= de invloed van milieufactoren op de genetische variatie
- Allelfrequentie = geeft aan hoe vaak een allel voorkomt in de populatie
Paragraaf 2
Nieuwe eigenschappen
Een nieuwe eigenschap begint bij een mutatie (= een verandering in het DNA). Hierdoor ontstaat er
een allel een genvariant.
Wanneer een mutatie positieve gevolgen heeft voor de overlevingskans van een organisme, vindt er
een verschuiving plaats in de allelfrequentie (= de procentuele verdeling van de allelen van een
bepaald gen in een populatie).
Voorbeeld:
- Ijsberen en bruine beren
o Vroeger waren er alleen maar bruine beren. Bruin is een handige kleur, dan val je in
het bos niet op bij het jagen. Dan heb je meer kans om te eten en meer kans om te
overleven. Maar op een dag brak er een ijstijd aan. En sommige beren besloten te
gaan jagen op het ijs. Daar is bruin geen handige kleur. Want je valt erg op. Door
mutatie werden soms wat lichtere beren geboren. Deze kinderen hadden de meeste
kans om te overleven op het ijs. De beren met de donkere vacht kunnen op het ijs
veel minder goed een prooi vangen, deze overleven niet lang. De lichtere beer vangt
meer en heeft meer overlevingskans. En na meerdere generaties ontstaat een
nieuwe soort, de ijsbeer.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Robinmeershoek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.