Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting MOB IIb praktijk €4,79   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting MOB IIb praktijk

 26 vues  1 fois vendu

Samenvatting MOB IIb praktijk 2de jaar revalidatiewetenschappen en kinesitherapie

Aperçu 8 sur 57  pages

  • 25 octobre 2021
  • 57
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (32)
avatar-seller
silke_bertels
Schouder


Anatomie/fysiologie:

- Caput humeri: convex (bolvormig)
- Cavitas: concaaf (labrum glenoidale vergroot de concaviteit)
- Het schoudergewricht is in principe een zeer mobiel gewricht maar intrinsiek een weinig
stabiel G.
- ACG: neemt deel aan vnl anteflexie-elevatie; abd-elevatie; endorotatie en hor add
- SCG: neemt deel aan vnl anteflexie-elevatie; abd-elevatie
- Rotator cuff: belangrijke stab functie
- Scapulothor: belangrijke stab functie
- CTO: draagt bij tot de anteflexie-elevatie; abd-elevatiebew

Functies schouder:

- Mobiliteit: anteflexie-elevatie/ abd-elevatie
- Mobiliteit: hor add & ook ext endorotatie
- Stabiliteit: vnl ant-inf stabiliteit ifv vnl de werpbeweging
- Compressie BBH (artritis; OA)
- Kracht-UH rotator cuff spieren & scapulothor musculatuur
- Rekbaarheid mm. Pectorales

Fysiologische functiestoornissen: gewricht

- Gewricht is een orgaan en is een geheel van: Krbeen, subchondraal bot, G-kapsel,
ligamenten, synovium, meniscus of labrum of discus
- Stoornissen in de mobiliteit: verlaagd of verhoogd
o Vb: osteoartrose (artritis), immobilisatie of postop: verlaagd
o Vb: frozen shoulder: verlaagd
o Vb: subacromiaal pijnsyndroom: dikwijls verlaagd
o Vb: schouderluxatie: verhoogd
- Stoornis in de compressie-belastbaarheid (kraakbeen/subchondraal bot/ synovium)
o Vb: artritis; fractuur, immobilisatie
- Stoornis in de stabiliteit
o Passieve component: mechanische treksterkte ligamenten, GH: vnl lig GHAI
(GlenoHumerale Anterior Inferior) ACG: vnl lig coracoclav; ligg acromioclav
o Actieve component: neuromusculaire controle = controle van krachten die inwerken
op G, controle door spierwerking en sturing zwaartepunt op basis van afferente info
belangrijk: interactie tss RC en scapulothor
▪ Vb: subluxatie-luxatie humerus of clavicula ook postoperatief of postimmobil
- Stoornis in de sensorische functie: pijn/ stijfheid
o Vb: artritis GH; ACG
- Stoornis in de sensorische functie: houdings-en bewegingsgevoel
o Vb: post- luxatie; centraal of perifere zenuwletsel

,Fysiologische functiestoornissen: spier – pees

- Stoornissen in de rekbaarheid: verlaagd
o Vb: verkorting door gewoontehouding (bvb pectorales); spierscheur; postimmobil
- Stoornis in de spierkracht: verminderd
o Vb: tendinopathie; centraal of perifeer zenuwproblematiek; OA; aging, immobilisatie,
peesruptuur
- Stoornis in de spiertonus
o Vb: spiercontractuur; Z van Parkinson
- Stoornis in uithouding
o Vb: post immobil; OA; aging
- Stoornis in de sensorische functie: pijn/ stijfheid
o Vb: acute tendinitis/chronische tendinopathie

Fysiologische functiestoornissen: zenuw

- Stoornissen in de mobiliteit: verlaagde rekbaarheid
o Vb: centraalneurologisch problematiek (hernia cervicaal); perifeer zenuwletsel;
postimmobil
- Stoornis in de sensorische functie: rekpijn, verandering in sensibiliteit zoals anaesthesie,
hyperaesthesie, paraesthesie
o Vb: centraalneurologisch problematiek (hernia cervicaal); perifeer zenuwletsel;
postimmobil
- Stoornis in de spierfunctie: verminderde of afwezige reflex, spierkrachtverlies, verlies
coordinatie
o Vb: centraalneurologisch problematiek (hernia cervicaal); perifeer zenuwletsel
- Stoornis in de bew functie:verminderde of afwezige reflex, verlies coordinatie,
o Vb: centraalneurologisch problematiek (hernia cervicaal)

Fysiologische functiestoornissen: vestibulair

- Stoornissen in de balans/evenwicht: verlaagd
o Vb: centraalneurologisch problematiek; vestibulair probleem
- Stoornissen in houdings-en bewegingsgevoel
o Vb: centraalneurologische problematiek; vestibulair probleem

Stoornissen in de bewegingsfunctie

- Gewaarwordingen gerelateerd aan bewfuncties: spierstijfheid bvb:posttraining; spierletsel;
post immobil

Frequente pathologie schouderregio

- Artritis GH
o Vormen: post-traumatische/ degeneratieve/ post-operatieve/ septische/
postimmobilisatie/post-artroscopie
o GH gewricht heeft een multisegmentale innervatie (vnl vanuit zenuwwortels C5-C6)
en kan daardoor gerefereerde pijn vertonen in dermatomen C5-C6.
▪ Vb: FS; SAPS; OA; luxatie; fractuur humkop
- Artritis ACG: meestal posttraumatisch of degeneratief
o Vb: luxatie en/of fractuur clavicula

,Minder frequente pathologie schouderregio

- Spierpeesprobleem rotator cuff: tendinopathie/ruptuur vnl SS en/of sScap; soms ook Tm of
IS
- Labrumletsel: meestal traumatisch (bv. val, luxatie of extreme werpbeweging)
o Vb: SLAP; Bankart laesie
- Bursitis subacromiodeltoidea: acuut door een val of trauma chronisch als onderdeel van SAPS
- Pijn in de schouderregio kan ook gerefereerde pijn zijn op basis van :
o Cervicale pathologie (C4- C5-C6)
o Dysfunctie CTO (C7-T4)

Anterieure schouderpijn

- Artritis GH-ACG
- Tendinopathie RC ~ SAPS ~ SIS
- Referred pain vanuit CWZ (C5-C6)

Posterieure schouderpijn

- Artritis GH-ACG
- Tendinopathie RC
- SLAP (superior labrium anterior posterior)
- Referred pain cervicaal/ CTO
- Barst/fractuur scapula


Praktijk:
Functieonderzoek:

- Inspectie
- Actief bewegingsonderzoek
- Passief bewegingsonderzoek
- Spiertesting
- Psychosociaal

Inspectie

- Anthalgie? Arm ondersteund? Hoe komt P binnen
- Zwelling clavicula? Deltoideus streek, onder acromion
o Is meestal sterk ontwikkeld maar kan verzwakt zijn door immobilisatie
o Door een val kneuzing van de deltoideus of bursitis
o Onder acromion → doorsturen naar arts
o Kan ook een deuk in de zwelling zitten = luxatie van de schouder
- Haematomen
- Atrofie/hypertrofie
o Van de biceps, supraspinatus, infraspinatus, triceps
o Vergelijken met de andere kant
- Afwijkende stand: endorotatie bovenarm? Hoogstand clavicula? Kyfotische CTO
o Stand van het hoofd
- Huid: litteken postoperatief

,Actief bewegingsonderzoek:
Wat kan P niet goed uitvoeren dat belangrijk is voor zijn/haar normaal functioneren en in welke
mate?

➔ Hoe beoordelen?
o Provocatie (pijn, stram, tintelingen, gevoelloosheid)
▪ Oorsprong pijn: wegen gewricht probleem, spier-peesletsel, zenuwletsel
o Kwaliteit van bewegen
▪ Bewegingsuitslag, snelheid van bewegen, herhaalbaarheid, compensaties,
coördinatie, vermoeidheid (sens of effort)
- Basis bewegingen: vb anteflexie-elevatie, abductie-elevatie, endo- exo 0° of 90°
- ADL: vb haar kammen, trui aan doen, …
- Werk gerelateerd of sportspecifieke: vb werpbeweging
- Provocatief

Analytische bewegingen:

- Anteflexie arm
- Abductie arm
- Endo-exo 0° en 90°
- Horizontale adductie
- Gaan kijken naar de mate van mobiliteit, stabiliteit, kracht, uithouding van verschillende
spieren (rotator cuff)

Abductie-elevatie arm

➔ P in stand en brengt handen naar de zijkant van het lichaam
- Glenohumeraal gewricht (GH) beweegt
- Afwijkingen in bewegingsuitslag? Painfull arc
- Letten op scapula, moet naar beneden gaan tijdens de beweging → anders
beperking
o Ritmische bewegingen gaat uitvoeren en kijken of die gestabiliseerd blijft
- In frontaal vlak meer kapsulair dat je gaat werken
- Mensen met een GH beperking gaan soms naar voor uitwijken
o Is een translatie naar caudaal en posterieur kan beperkt zijn door
verkorting van de spieren en bewegingsbeperking van gewrichtskapsel
- Met inclinometer eventueel en dat verticaal afstellen en plaatsten ter hoogte
van de processus styloideus
- Kan het dan ook eindstandig gaan uitvoeren door de handen helemaal boven het hoofd te
heffen

Anteflexie-elevatie:

➔ P in stand en brengt armen naar voor te boven het hoofd zo ver mogelijk
- Arm moet naar endorotatie draaien als we de beweging uitvoeren → is dat niet
kan dit komen door een beperking of artritis
- Testen mobiliteit
- Kijken uit het sagittaal vlak
- Kunnen de duimen naar achter wijzen zodat we een beter indruk krijgen van de
werkelijk mobiliteit

, - Scapula en clavicula bewegen ook
o Kijken of de scapula’s tegelijk bewegen of winging doen → scapula moet een
opwaartse rotatie maken een posterieure tilting (sagittaal) tijdens de beweging
▪ Posterior tilting: angulus inferior moet ± kruisen met de okselhaargrens lijn
o Dus ook dorsaal bekijken
- GH en AC en een deel van SC gewricht (vooral eindstandig)
- Rotatie in de cervicothoracale overgang als je een hand omhoog brengt (naar links als je
linker arm beweegt)
- Pijn? Bewegingsverloop? Lordosering? → compensatie
- Subscapularis en serratus anterior belangrijke spieren tijdens deze beweging
- Kan deze beweging ook ritmisch uitvoeren
o Vooral dan moeten we kijken wat de scapula doet
- Kan ook een inclinometer gebruiken en dat verticaal afstellen → plaatsen in het midden van
de bovenarm
o Zowel in het scapulaire vlak en het sagittaal vlak → vergelijken met de andere kant
 Scapula beweging verstoord bij P met SAPS
 Verminderde EMG in LT en SA
 Tendens tot verminderde EMG SA en ratio UT ten opzichte van MT en LT te groot
 Verminderde activatie van IS, SS, Sscap tijdens eerste fase scapulaire abductie

Ritmische anteflexie-elevatie arm

➔ P in stand → anteflexie-elevatie
- Is er scapula winging?
- Stabiliteit van de scapula testen
o Kijken in welke maten de scapula kan gestabiliseerd worden
o Margo medialis moet tegen de thorax moet gestabiliseerd worden door de serratus
anterior
o Als er dus winging is doordat de margo medialis loskomt bij anteflexie elevatie als
abductie elevatie in het scapulair vlak dan kunnen we spreken van en verlies van
coördinatie van de scapulaire beweging
- Bij subacromiale pijn -problematiek dat er een disfunctie van de spieren die coördinatief
meewerken bij het opwaarts bewegen van de arm
 Beoordelen: 5X ritmische anteflex-elevatie & 5X ritmische abductie-elevatie
 Scoren als no (geen winging); subtiele afw (beetje winging); duidelijke afw (duidelijke
winging) ≧3/5 no = no; ≧3/5 subtiel= subtiel; ≧3/5 duidelijk = duidelijk
 Dichotoom scoren: 2 bew no of `subtiel= normaal; 1/2 of alle 2 bew duidelijk= duidelijk dus
afwijkend
 Goede interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van dichotome score (no of afwijkend; Kappa
>.70)

Endorotatie in 0°

➔ P in stand met hand achter zijn rug → probeert die zo veel mogelijk omhoog te brengen naar
de schouderbladen
- Mensen gaan naar voor buigen als compensatie vooral als je de aangedane zijde test → in
het sagittaal vlak bekijken
- Kan dan gaan vergelijken met de andere kant door je vinger te zetten op het punt waar P is
geraakt en dan kijken of de andere hand ± even ver geraakt
- Goed eindstandig bewegen in het acromioclaviculair gewricht (AC)

, o Mensen die daar een probleem hebben gaat minder goed
- Als dit beperkt is gaan we eventueel anterior tilting of scapula
winging zien
o Normaal dat scapula een beetje endorotatie doet in de
eindstand maar bij mensen met artrose in GH en frozen
shoulder zal de endorotatie zeer sterk beperkt zijn
o Zullen snel een elevatie van de scapula zien als ook een anterieure tilting (angulus
inferior los van de thorax)
- Kunnen dan ook vragen aan P of de hand van de rug weg te brengen → dan gaan we de
endorotatoren aanspannen

Exorotatie in 0°

➔ P in zit → elleboog tegen de romp en da elleboog in 90° → proberen om zo
ver mogelijk exorotatie uitvoeren
- Kijken naar de begin stand en naar de eindstand zonder te compenseren
o Dat de elleboog niet verplaatst
- Zouden we kunnen meten met een goniometer
- Vragen mobiliteit van het (voorste) gewrichtskapsel op rek en vanachter beetje onder
compressie, vragen aanspanningsvermogen van de exorotatoren van de schouder
- Als dit niet goed gaat, gaat P meedraaien
o Niet altijd gewricht kan ok spier zijn
- Rek op het voorste deel van GH gewrichtskapsel en endorotatoren
- Kijken of dominant verder kan dan niet dominant

Exo- en endorotatie in 90°

➔ P in zit → schouder en elleboog in 90° in frontaal vlak → exorotatie uitvoeren door de hand
naar achter te doen
➔ P in zit → schouder en elleboog in 90° in frontaal vlak → endorotatie uitvoeren door de hand
naar beneden te doen
- In zit zodat we een beter beeld krijgen van de mobiliteit van de schouder
- Geen lordosering
- Graad van mobiliteit
- Rek op voorste gewrichtskapsel in exo
o Posterieure tilting of extensie van de bovenste thoracale regio
- Rek op achterste gewrichtskapsel in endo
o Kijken in welke mate de scapula elevatie gaat doen en anterieur tilting
 Indien P een werpsport doet kunnen we dit sport specifiek maken

Exo en endorotatie in 90° op de tafel

➔ P lig op tafel met de schouder in 90° abductie → zorg dat de onderarm langs de tafel kan →
leg een handdoek onder de arm van P zodat die in het frontaal vlak ligt
- Kan dan meten met een inclinometer → horizontaal afstellen op de processus styloideus
- Kunnen ook zonder en dan voor endo processus coracoïdeus palperen en voor exo de
scapula palperen
o Tot waar de beweging gebeurd en voor er compensaties zijn in de scapula
o Plaatsen de hand tegen de scapula en voelen wanneer die begint te bewegen
o Scapula zal anterieur tilten als P te ver gaat
- Begin stand is wanneer de vingers naar boven wijzen

, - Dominante arm moet verder kunnen gaan
- Rek voorste gewrichtskapsel en inferieure gewrichtskapsel bij
exo
- Rek op achterste gewrichtskapsel bij endo
 Passieve endo en exo met inclinometer: goede intra-en
interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
 Voor adolescenten en professionele werpsporters/zwemmers → indien schouder exo (90°)
aangedane zijde niet 5° groter dan niet aangedane zijde: 2x meer risico tot schouderklachten
in de toekomst
 TROM en endo (90°) geen voorspellers

Horizontale adductie schouder

➔ P in zit → proberen om de hand zo ver mogelijk te rijken naar de tegenovergestelde
schouder
- Letten dat het echt goed de schouder is en niet de nek
- Kijken naar de hoek tussen de boven arm en het sagittale vlak
o Mensen met een AC probleem sterk beperkt en pijnlijk kan zijn
- Kijken langs frontaal en dorsaal
o Dorsaal om te kijken in welke mate P de hand op de thorax/ scapula kan
leggen
- Belangrijk voor mensen die slagsporten doen
- Rek op achterste GH gewrichtskapsel, rotatorcuff, claviculaire acrominale uiteinden
- Kan zijn dat er eventueel een verstijving is van het gewricht
- Kan beperkt zijn na een distrosie met of zonder fractuur van de clavicula of post
immobilisatie na clavicula fractuur, verstuiking van het AC gewricht
- Kan ook in ruglig waarbij T dan de scapula gaat palperen en P actief de hand naar de scapula
gaat brengen
o Beweging stopt wanneer de scapula begint te bewegen → indruk van rekbaarheid
van het posterieure gewrichtskapsel
o Meer eindstandig bewegen gaan we meer AC en SC gaan betrekken bij de beweging

Rotator cuff

➔ P in stand → anteflexie -elevatie met een gewicht in de handen
- Functioneler testen van de rotator cuff
- Kijken of er provocatie is, kan P het uit voeren (frontaal en scapulair vlak)
- Vraagt excentrische activiteit van de supraspinatus en de subscapularis → alle rotator cuff
spieren gaan mee werken, dus gaan meer het spier – pees apparaat belasten

Exorotatie:

➔ P in stand → boven arm langs het lichaam en elleboog in 90° → gewichtje in de hand en
exorotatie uitvoeren
- Teres minor en de infraspinatus (beetje supraspinatus) → exorotatoren van het GH gewricht
o Zorgen ervoor dat de humerus kop gecentraliseerd blijft, hebben voldoende kracht
nodig de arm opwaarts en buitenwaarts te bewegen
- Kan P eindstandig bewegen en of er genoeg kracht is, of de coördinatie goed is
- Kijken naar compensaties → meedraaien
- Kunnen het functioneler maken door het opwaarts naar exo te doen → werpbeweging
- Kijken naar de herhaalbaarheid van de test → geen compensaties

, Specifieke tests:

Drop arm sign

➔ T moet arm van P omhoog brengen → laat los en P moet dat de arm traag laten
zakken
- Painful arc = slijmbeurs gekneld op 90° abductie = pijn
- Bij vermoeden van ernstige cuff laesie van supraspinatus of subscapularis
- Spieren moeten excentrische werken en bij een cuff laesie zal dit niet mogelijk zijn
en zal P de arm laten vallen
 Test bij vermoeden van een partiële/totale ruptuur rotator cuff pees
 Test is positief als de patiënt de arm moet laten vallen/zakken
 Combinatie van positieve drop arm + pos exo test 0° abductie (sterk krachtverlies) + leeftijd >
60 + painfull arc = FTT rotator cuff
 LR+ = 28 en LR- = 0.09

Upper limb tension test (ULTT 1 )

➔ P in stand → arm in 110° abductie + elleboog in extensie + hand in supinatie + vinger
naar dorsiflexie → eventueel hoofd heterolaterale flexie
- P zelf laten uitvoeren

Push-up:

➔ P moet een push up doen
- Testen compressie belastbaarheid en stabiliteit GH en ACG
- Gesloten kinetische keten test
- Voldoende het aangedane lidmaat gaan belasten
- Traag naar beneden
- Kijken in welke mate de scapula kan gestabiliseerd worden door de
serratus anterior
- Kan belangrijk zijn voor dansers en turners die moeten steunen
- Kunnen het dan ook in knieën steun doen met de voeten van de grond →dit is minder
belastend

Push-up (puls):

➔ P in pomphouding → romp naar boven duwen → kijken naar scapula
- Compressie belastbaarheid GH en AC
- Stabiliteit scapulothor



Werpen

➔ P in stand → doet alsof je iets werpt
- Bij P die bovenhandse sport doet
- In welke mate kan P draaien in de thorax, een exorotatie kan maken, belastbaar is, de arm
uitgezwaaid wordt
- Hoe groter de snelheid hoe meer belast

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur silke_bertels. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

59523 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,79  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter