Examen behaald met een 8! Ik geloof dat je met een fijne opbouw en kleur, de stof beter onthoudt. Het werkt goed bij mij en ik deel de samenvatting daarom graag met jullie! Deze samenvatting bevat concrete voorbeelden, belangrijke begrippen, kernwoorden, voorbeelden en onderwerpen die examengevoel...
Uitgebreide samenvatting H. 1 t/m 6 WAT IS ONDERZOEK Auteur: Nel Verhoeven
Essay Onderzoekcyclus
verpleegkundige overdracht verbeteren
Tout pour ce livre (166)
École, étude et sujet
LOI - Leidse Onderwijsinstellingen
HBO Rechten -
Inleiding Onderzoek
Tous les documents sur ce sujet (2)
6
revues
Par: MIKEbom • 1 année de cela
Traduit par Google
Nice comprehensive summary!
Par: LDKBILLY • 1 année de cela
Traduit par Google
Thanks for buying my summaries Mike. Good luck:)
Par: meinders93 • 2 année de cela
Par: LDKBILLY • 2 année de cela
Traduit par Google
Thanks for your feedback. Good luck with your studies! :) (ps: What's the reason for this review?)
Par: hannahkastelein • 2 année de cela
Par: LDKBILLY • 2 année de cela
Traduit par Google
Thanks Hannah! Good luck with your studies.
Par: Annemiekdejong • 3 année de cela
Par: LDKBILLY • 2 année de cela
Traduit par Google
Thanks Annemiek! Good luck with your studies:)
Par: Gina010 • 3 année de cela
Traduit par Google
Nice summary.
Par: LDKBILLY • 3 année de cela
Traduit par Google
Thank you Gina!
Par: YUNEE • 3 année de cela
Traduit par Google
Good Summary
Par: LDKBILLY • 3 année de cela
Traduit par Google
Thank you Yunee!
Vendeur
S'abonner
LDKBILLY
Avis reçus
Aperçu du contenu
SAMENVATTING
WAT IS ONDERZOEK?
Samenvatting van de 11 hoofdstukken inclusief inhoudsopgave
met paginanummers, belangrijke begrippen, kernwoorden,
voorbeelden en onderwerpen die examengevoelig zijn.
Vooral belangrijke hoofdstukken naar mijn mening
Wanneer je een onderzoeksvraag weet en je gaat het onderzoek uitvoeren, zijn deze
hoofdstukken erg informatief en leerzaam → Hoofdstuk 4 t/m 10.
Geschreven door: LDK
Samenvatting boek: Wat is Onderzoek? Nel Verhoeven.
Dit lijstje is gemakkelijk om even bij terug te komen om de betekenis van de terugkomende woorden
na te lezen en te oefenen. Ieder hoofdstuk heeft belangrijke begrippen (zie handboek), maar
onderstaande begrippen heb ik tijdens de examenvoorbereiding veel gebruikt.
PTO-schema:
Schema voor het oplossen van kennisvragen.
Empirische-cyclus:
Cyclus – alle fase – empirisch onderzoek.
Werk-cyclus:
Cyclus – alles fase – praktijkgericht onderzoek.
Regulatieve-cyclus:
Cyclus – praktijkgericht onderzoek – gericht op beslissingen.
Betrouwbaarheid:
De mate waarin onderzoek vrij is van toevallige fouten.
Validiteit:
De mate waarin onderzoek vrij is van systematische fouten.
Gevalsstudie:
Een studie met één eenheid van onderzoek, bijvoorbeeld een organisatie.
Beweerde:
Welke uitspraken doe je?
Probleemomschrijving:
Probleemstelling en doelstelling
Probleemstelling:
De centrale vraag die je met je onderzoek beantwoord.
Doelstelling:
De functie van het onderzoek voor zowel onderzoeker dan wel de opdrachtgever.
3
,Begripsafbakening:
Vaststellen wat je met een begrip bedoeld (begrip-zoals-bedoeld)
Stipulatieve betekenis:
De definitie van het begrip voor een bepaald onderzoek.
Hypothesen:
Toetsbare verwachtingen over de uitkomsten van je onderzoek.
De toetsbare uitspraken over de onderzoeksgroep worden hypothesen/voorspellingen genoemd.
Relatie:
Samenhang tussen twee variabelen. (ofwel factoren)
Causale relatie:
Effect van één variabel op het andere.
Conceptueel model:
Vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid waarin de belangrijkste begrippen uit het onderzoek en de
verwachte relaties tussen de begrippen worden weergegeven.
Het eerste onderdeel van een conceptueel model bestaat uit de elementen in het afgebakende domein.
Operationaliseren:
Van begrip naar vraag.
Abstract naar meetbaar.
Peer feedback:
Beoordeling door collega-onderzoekers of medestudenten.
Cross-sectioneel:
Onderzoek op één moment in die tijd.
Longitudinaal:
Onderzoek over een langere periode, met meerdere meetmomenten.
Een variabele:
Dit is een eigenschap van een object, bijvoorbeeld een persoon die aan uw onderzoek meedoet.
Categorieën:
Onder categorieën worden alle waarden verstaan die een variabele kan aannemen.
De variatiebreedte:
is het verschil tussen de minimum- en maximumscore
Univariate analyse:
Beschrijvingen van één variabele tegelijk worden univariate analyses genoemd.
Significantie:
Er is sprake van significantie wanneer de resultaten van een onderzoek niet op toeval berusten.
Filtervraag:
Een filtervraag is een vraag die bepaalde groepen respondenten voorselecteert op hun geschiktheid om aan het
onderzoek mee te doen.
Een centrummaat:
Een centrummaat is een kengetal dat een beschrijving geeft van het midden van een verdeling (van een variabele).
Testeffect:
Een testeffect kan optreden als mensen anders reageren op bepaalde condities in een experiment, omdat ze weten
dat ze aan een onderzoek meedoen.
Relatieve:
Getallen of waarden zijn afhankelijk van andere absolute getallen.
4
, HOOFDSTUK 1 – Theorie
Onderzoeken is een vak waarin je door het leren hanteren van verschillende methode en technieken een
goed onderzoek kan opzetten. Het kan gedefinieerd worden als doelgericht en methodisch zoeken naar
kennis in de vorm van antwoorden middels vooraf opgestelde vragen, volgens een vooraf opgesteld
plan.
Kenmerken onderzoek:
o Er is een duidelijk doel;
o Gegevens worden systematisch verzameld;
o Gegevens worden systematische geïnterpreteerd.
Methode
De methode is een systematische en doelgerichte werkwijze om gegevens te verzamelen, te analyseren
en te interpreteren.
Techniek
Binnen de gekozen methode kunnen verschillende technieken worden toegepast. Techniek is een
activiteit van de onderzoeker om gegevens te verzamelen. (bijv. een enquête, interview, observatie e.v.)
Kenmerken van een onderzoeker:
o (Onderzoekende) Houding;
o Kennis;
o Vaardigheid.
1.2. Uitgangspunten van onderzoek
In de leer van methodologie kan er onderscheid worden gemaakt tussen twee hoofdtypen onderzoek:
o Fundamenteel onderzoek (empirisch)
o Praktijkgericht onderzoek
Fundamenteel onderzoek
De onderzoeker heeft als doel kennis op te doen voor het ontwikkelen of uitbreiden van
(wetenschappelijke) theorieën. Het is dus gericht om kennis van processen in bijv. het bedrijfsleven en het
managen te vergroten.
Voorbeeld:
Onderzoek naar de relatie tussen de stijl van leidinggeven en de bereidheid van collega’s om kennis
met elkaar te delen. (Het doel is dus: leiderschapsstijlen uit te breiden)
Een dergelijk onderzoek is er niet op gericht om een probleem op te lossen maar om kennis over iets
te vergaren of uit te breiden. Het is uiteraard wel mogelijk om de informatie te gebruiken in de
bedrijfsvoering.
Kenmerken:
- Gericht op kennis;
- Resulteert in universele principes;
- Resultaten die belangrijk zijn voor de maatschappij;
- Veel gebruikt bij universiteiten;
- Onderwerp en doel is vaak uitgekozen door onderzoeker zelf;
5
,Praktijkgericht onderzoek
Dit onderzoek wordt uitgevoerd naar aanleiding van een specifiek probleem in de praktijk. Hiermee
ontstaat er dus een oplossing of nieuwe kennis over het probleem. Dit onderzoek wordt veelal gebruikt
bij bijv. het ontwikkelen of verbeteren van diensten of producten.
Het is dus gericht om een bepaald probleem in bijv. het bedrijfsleven of management beter te begrijpen.
Kwantitatief onderzoek
Bij kwantitatief wordt er gebruik gemaakt van cijfermatige gegevens.
Statistische technieken zijn de instrumenten van kwantitatieve methoden.
(hierover in hoofdstuk 8 meer)
Kwalitatief onderzoek
Bij kwalitatief onderzoek wordt het onderzoek uitgevoerd in het veld ofwel “werkelijkheid”. (praktijk)
De gegevens worden in tekst verwerkt en niet numeriek middels cijfermatige gegevens.
(hierover in hoofdstuk 9 meer)
Exploratieve hypothese
Op basis van kennis en expertise hebben onderzoekers bepaalde verwachtingen van de resultaten van
hun onderzoek die verder niet op een model of theorie gebaseerd is.
Omgeving = wordt in de wetenschap omschreven als “werkelijkheid”.
Empirie = ervaring als bron van kennis.
Inductief
De theorieën of thema’s zijn van tevoren niet bekend.
o Bijzonder → algemeen
o Theorie → ontwikkelend
(Iteratie is daarbij een leidend type omdat het leidt tot een hoger kwaliteit van de resultaten vanwege de
herhaling)
Deductief
Er worden verwachtingen geformuleerd aan de hand van bestaande theorieën en modellen.
o Algemeen → bijzonder
o Theorie → toetsend
Onderzoeksresultaten blijven als het ware “geldig” tot het tegendeel is bewezen.
Omdat er niets aan het toeval wordt overgelaten wordt er een onderzoek ontworpen dat herhaalbaar en
controleerbaar is. Dat betekent dat wanneer het onderzoek dezelfde resultaten zal brengen wanneer het
met dezelfde opzet opnieuw wordt uitgevoerd.
Empirisch betekent 'ervaring als bron van kennis', analytisch wil zeggen kritisch en rationeel naar de eigen
resultaten kijken; resultaten blijven geldig tot het tegendeel is bewezen.
Favoriete dataverzameling = experimenten en enquête (kwantitatief en deductief).
6
,Interpretatief
(Gedrag: verklaren middels achterliggende ervaringen te analyseren.)
Ideeën, ervaringen van personen onderzoeken. Teksten observaties en verhalen als uitgangspunten.
Het woord zegt het al; Je bent op zoek naar de interpretatie dan wel de uitleg die personen aan een
situatie geven. Kwalitatief en inductief van aard.
Type onderzoek dat hieronder valt = Gevalsstudie (casestudy), gefungeerde theoriebenadering,
onderwerp van kwalitatieve analyse. Populair onder wetenschappers die culturen bestuderen en
beschrijven. Veldonderzoek (observatieonderzoek – participerende observatie)
Kritisch-emancipatorisch
Kritisch kijken naar de samenleving + eigen resultaten. En emancipatorisch vanwege het willen bijdragen
aan processen in de samenleving die de emancipatorische groepen bevorderen. (gelijke rechten van
bijvoorbeeld mannen en vrouwen). Observeren en ingrijpen.
Dit is geen uitgesproken kwantitatief of kwalitatief onderzoek. Elke dataverzamelingsmethoden kan
worden gebruikt behalve het experiment.
Actie- of handelingsonderzoek in de vorm van een casestudy (gevalsstudie)
De onderzoeker en de organisatie trekken samen op om een bepaalde verandering in te zetten.
Gebeurt veel bij = lerarenopleiders en zorg.
1.4. Kwaliteitscriteria van onderzoek
Kwaliteit
Zoals reeds uitgelegd is het de bedoeling van onderzoek om nieuwe inzichten te creëren. Die nieuwe
inzichten kunnen bijv. een beeld zijn over hoe klanten zich in een supermarkt gedragen, wat patiënten
over hun ziekenhuis denken, wat voor mensen bezoeken een musea etc.
Het is daarom uiteraard van groots belang dat de presentatie die je als onderzoeker geeft over de
gedragingen en meningen, overeenkomt met de werkelijkheid. Dit doe je door het onderzoek middels
methodologische regels op te zetten en uit te voeren.
1.4.1 Belangrijke criteria
Onafhankelijkheid
Onderzoek is onafhankelijk – van voorkeuren en meningen van betrokkenen.
Onafhankelijk van invloeden door de onderzoeker.
Objectiviteit
Het onderzoek is vrij van eigen meningen en beïnvloeden van anderen. Het onderzoek wordt door de
onderzoeker vanuit een neutraal standpunt uitgevoerd. Het onderzoek is vrij van bewuste vooroordelen
en subjectieve selectie tijdens het uitvoeren en beschrijven van het onderzoek. Een onderzoek mag dus
niet subjectief zijn.
Intersubjectief
De onderzoekers zijn het met elkaar eens over de resultaten, er ontstaat dus overeenstemming. Hiermee
wordt een onderzoek herhaalbaar. Het onderzoek krijgt daarmee dezelfde resultaten wanneer het met
dezelfde opzet wordt uitgevoerd. (hierover meer in hoofdstuk 5)
7
, Toetsbaarheid van uitspraken (controleerbaarheid)
De mate waarin beoordeeld kan worden wat er tijdens het onderzoek is gedaan, hoe iets is uitgevoerd en
welke gegevens dat heeft opgeleverd.
Een doel van onderzoek is resultaten te krijgen over zaken die waarneembaar zijn in de omgeving.
Uitspraken kunnen worden getoetst op hun houdbaarheid. Een onderzoek wil daardoor weerlegbaar zijn
– een uitspraak dient middels onderzoek bevestigd dan wel weerlegd kunnen worden (verworpen).
Het onderwerp moet eenduidig zijn + openbaar zijn – openbaarheid van uitspraken leidt er toe dat
uitspraken opnieuw getest kunnen worden. Onderzoek wordt repliceerbaar.
Repliceerbaar = Openbaarheid van uitspraken leidt er toe dat uitspraken opnieuw getest kunnen worden.
Betrouwbaarheid (!)
Het onderzoek en de resultaten dienen vrij te zijn van toevallige fouten. Het onderzoek dient dezelfde
resultaten te hebben wanneer het onderzoek onder andere omstandigheden, in een andere periode
wordt herhaald. Hiervoor dien je een meetinstrument te gebruiken dat constant dezelfde
metingsresultaten geeft, waarbij je als onderzoeker de resultaten zo min mogelijk hebt beïnvloed. Ligt in
het verlengde van de toetsbaarheid en onafhankelijkheid. (Hierover verder meer…)
Validiteit (!)
Het onderzoek en de resultaten dienen vrij te zijn van systematische fouten. Validiteit behandelt de vraag
of je datgene gemeten hebt, dat je van plan was te meten. Je dient te waarborgen dat de uitspraken die
gedaan worden, zoveel mogelijk overeenkomen met het doel wat je voor ogen had en de methode die
daarbij gebruikt is. Praktische criteria voor iedere vorm van onderzoek – onderzoek moet efficiënt zijn.
Alle kosten moeten in verhouding tot de resultaten zijn, tijdpad is haalbaar, het onderzoek dient
bruikbaar te zijn (praktijkgericht). (Hierover verder meer…)
Informativiteit
Uitspraken worden heel goed (specifiek) weergegeven zodat de juiste toetsbaarheid ontstaat.
(toetsbaarheidseis). Je dient dus heel nauwkeurig te omschrijven wat je onderwerp is. Hoe groter je
domein, des te informatiever zijn je uitspraken.
Generaliseerbaarheid (generalisatie) (!)
Wanneer er uitspraken worden gedaan is het van belang deze eerst te onderzoeken. Wanneer er
uitspraken worden gedaan zonder dat dit eerst is onderzocht kan het dus voorkomen dat deze uitspraken
helemaal niet kloppen.
Voorbeeld:
Er worden medicijnen verkocht, die niet eerst zijn onderzocht. Dan heb je een grote kans dat de
mensen ziek worden. Er wordt dus geanalyseerd over een specifiek deel van de “werkelijkheid”
(omgeving) en daarover worden uitspraken gedaan. Wanneer deze precies volgens alle voorwaarden
worden getoetst, dan worden ze geldig verklaard voor een grotere groep of andere situaties: ze
worden gegeneraliseerd.
Kort en bondig: Wanneer je een uitspraak wilt doen over de populatie op basis van (bijv.) resultaten uit
een steekproef, wordt dat generaliseren genoemd.
Statische generalisatie = middels statistische testen (kwantitatief getoetst).
Inhoudelijke generalisatie = vergelijkbaarheid van de resultaten in soortgelijke situaties (kwalitatief).
(Hierover verder meer…)
8
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LDKBILLY. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.