Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Begrippenlijst Leren en Cognitie €3,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Begrippenlijst Leren en Cognitie

1 vérifier
 41 vues  7 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Alle begrippen uit het boek Human Learning (7e editie) voor het tentamen Leren en Cognitie

Aperçu 3 sur 23  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 & 3 t/m 15
  • 27 octobre 2021
  • 23
  • 2021/2022
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: sannegeertsema1 • 2 année de cela

avatar-seller
Leren en Cognitie Begrippenlijst

Chapter 1 – Learning: Definition, Principles and Theories
Defining learning
- Leren = een lange-termijn verandering in mentale representaties of associaties als
gevolg van een ervaring.
Types of learning research
- Basis onderzoek = het bestuderen van specifieke leerprocessen onder zeer
gecontroleerde condities.
- Toegepast onderzoek = het bestuderen van menselijk leren bij ‘real-world’ taken en
omstandigheden.
- Kwantitatief = data in de vorm van maten of andere getallen.
- Kwalitatief = data dat bestaat uit verbale of gedragsuitingen die de onderzoeker moet
inspecteren om te kijken of er bepaalde vaardigheden of andere specifieke inhoud
aanwezig of juist afwezig is.
Learning principles and theories
- Leerprincipes = principes die bepaalde factoren die het leren beïnvloeden identificeren
en beschrijven welke specifieke effecten deze factoren hebben.
- Leertheorieën = theorieën die vertellen waarom bepaalde factoren belangrijk zijn voor
leerprocessen, in plaats van welke factoren zoals bij leerprincipes.
- Behaviorisme = leren en gedrag is te beschrijven door middel van een analyse van
stimulus-respons relaties.
- Sociale leertheorie = mensen leren door het observeren van anderen.
- Cognitieve psychologie / cognitivisme = mentale fenomenen worden bestudeerd
met objectieve en wetenschappelijke methoden.
- Sociale cognitieve theorie = een theorie die de ideeën van het cognitivisme en de
sociale leertheorie combineren.
- Socioculturele theorie / contextuele theorieën = sociale interacties en cultuur
hebben een cruciale rol bij leren.
- Cognitieve neurowetenschappen = het brein beïnvloedt het gedrag en het
leervermogen van mensen en gedrag en leren beïnvloeden de ontwikkeling van het
brein.

,Chapter 3 – Behaviorism
Basic assumptions in behaviorism
- Equipotentiality = mensen en dieren leren grofweg op dezelfde manier.
- Stimulus = een prikkel of verandering in de omgeving van het organisme waarop het
organisme reageert.
- Respons = de reactie van een organisme op een stimulus.
- S-R psychology = het bestuderen van leerprocessen door de focus op de stimulus-
respons relatie te leggen.
- Neo-behaviorisme = het organisme, bijvoorbeeld motivatie of de sterkte van de
stimulus-respons associatie, is ook belangrijk voor het begrijpen van leren en gedrag.
- Conditioneren = behavioristen noemen ‘leren’ conditioneren omdat leren een
resultaat is van gebeurtenissen in de omgeving van een organisme.
- Determinisme = men kan de reactie van een organisme voorspellen door te kijken
naar het gedrag, de ervaringen en de omstandigheden van het organisme.
- Parsimony = de simpelste theorie is de beste theorie.
Classical conditioning
- Klassieke conditionering = passief leren door het maken van nieuwe associaties.
- Neutrale stimulus (NS) = een stimulus waar een organisme niet opvallend op
reageert. In het experiment van Pavlov is dit een bel.
- Ongeconditioneerde stimulus (UCS) = een stimulus waar een organisme op
reageert, deze stimulus wordt vlak na de NS gepresenteerd. In het experiment van
Pavlov is dit vleespoeder.
- Ongeconditioneerde respons (UCR) = de reactie op de UCS. In het experiment van
Pavlov is dit kwijlen.
- Geconditioneerde stimulus (CS) = na het maken van een nieuwe associatie, is de
NS een CS geworden. In het experiment van Pavlov is dit nog steeds de bel.
- Geconditioneerde respons (CR) = de reactie op de CS. In het experiment van
Pavlov is dit kwijlen.
- Signal learning = klassieke conditionering wordt gezien als een vorm van signal
learning omdat het alleen werkt als de CS vlak voor de UCS wordt gepresenteerd.
- Uitlokken / elicits = een stimulus brengt automatisch een respons op gang, zonder
dat het organisme daar iets over te zeggen heeft.
- Associatieve bias = associaties tussen bepaalde stimuli worden sneller gemaakt dan
andere associaties.
- Voorbeeld: Eten en misselijkheid hebben eerder een associatie dan eten en geluid.
- Contiguity = de CS moet vlak voor de UCS gepresenteerd worden.
- Contingency = de CS moet aangeboden worden als de kans op een UCS groot is.
- Extinction / uitdoving (klassieke conditionering) = een respons blijft uit
wanneer de CS herhaaldelijk plaatsvindt zonder het presenteren van de UCS.
- Spontaan herstel = een CR treedt opnieuw op bij het (na lange tijd) opnieuw
aanbieden van de CS.
- Generalisatie = organismen reageren hetzelfde op verschillende stimuli.
- Stimulus discriminatie (klassieke conditionering) = na training wordt er selectief
gereageerd op de CS.
- Higher-order conditioning = twee stimuli worden vlak na elkaar gepresenteerd,
hierdoor wordt er op de twee stimuli hetzelfde gereageerd.
- Voorbeeld: Experiment van Pavlov waarin de bel tegelijkertijd met een licht
gepresenteerd wordt, na verloop van tijd zal ook het licht ervoor zorgen dat de
hond gaat kwijlen.
- Counterconditioning = negatieve associaties worden omgezet in positieve
associaties.

, - Incompatible / onverenigbare repons = twee responsen zijn onverenigbaar als ze
niet tegelijkertijd vertoond kunnen worden.
- Systematische desensitisatie = het gebruiken van counterconditioning om veel
geconditioneerde angst responsen te behandelen.
Operant conditioning
- Law of effect (Thorndike) = de connectie tussen een stimulus en een respons wordt
versterkt door belonen en wordt afgezwakt door straffen.
- Revised law of effect (Thorndike) = de connectie tussen een stimulus en een
respons wordt nog steeds versterkt door belonen. Maar straffen heeft een indirect
effect, een organisme kan namelijk ander gedrag vertonen dat interfereert met het
vertonen van het bestrafte gedrag als dat organisme een nare ervaring heeft gehad
met het straffen.
- Operante conditionering = actief nieuw gedrag aanleren door middel van
reinforcement.
- Reinforcement = een stimulus of gebeurtenis die bepaald gedrag toe laat nemen.
- Transituational generality (van een reinforcer) = elke reinforcer kan
verschillende gedragingen toe laten nemen in verschillende situaties.
- Negatieve beloning = een vervelende stimulus stopt als bepaald gedrag vertoond
wordt.
- Positieve straf = een vervelende stimulus volgt na ongewenst gedrag.
- Negatieve straf = een fijne stimulus stopt na ongewenst gedrag.
- Primaire reinforcer = bevredigen van een ingebouwde, misschien wel biologisch
gebaseerde, behoefte of verlangen.
- Secundaire reinforcer = een geconditioneerde reinforcer, dat wil zeggen dat het
eerst een NS was dat nu een reinforcer is geworden door het herhaaldelijk associëren
van deze reinforcer met een andere reinforcer.
- Positieve reinforcement = het presenteren van een reinforcer na gewenst gedrag.
- Excentrieke reinforcers = reinforcers die aangeboden worden door de omgeving.
- Intrinsieke reinforcers = reinforcers die aangeboden worden door het organisme
zelf.
- Material reinforcer = objecten, zoals eten of speelgoed.
- Social reinforcer = gebaren of tekenen die de ene persoon aan de andere persoon
geeft om positieve beloningen te geven.
- Activity reinforcer = het belonen van gewenst gedrag met een activiteit.
- Premack principle voor activity reinforcers = de mogelijkheid iets te doen wat je
vaak verkiest kan gebruikt worden om de kans, dat wat je minder snel verkiest, te
bekrachtigen.
- Voorbeeld: Een verlegen jongen vragen om met andere jongens en meisjes te
praten door hem een nieuw computerspel te beloven.
- Token reinforcer = een klein item om te sparen voor een grotere beloning.
- Superstitious behavior = organismen denken dat bepaald gedrag en reinforcement
verbonden met elkaar is, terwijl dit niet het geval is.
- Shaping = het gul aanbieden van reinforcement, maar het aanbieden van reinforcer
in detail laten eindigen.
- Chaining = leren in kleine stapjes.
- Extinction / uitdoving (operante conditionering) = bepaald gedrag wordt minder
vaak vertoond omdat het gedrag niet langer leidt tot reinforcement.
- Extinction burst = het toenemen van bepaald gedrag in de beginfase van extinctie.
- Continuous reinforcement = het altijd bieden van reinforcement na een respons.
- Intermittent reinforcement = het soms wel en soms niet aanbieden van
reinforcement na een respons.
- Ratio schedule = reinforcement wordt na een bepaald aantal responsen aangeboden.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nadinedevogel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

76669 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,99  7x  vendu
  • (1)
  Ajouter