Samenvatting Feniks 3 vwo Leesboek - Geschiedenis - Hoofdstuk 7 de wereld onder hoogspanning
Beste samenvatting voor H6 van geschiedenis
Hoofdstuk 3: De eerste wereldoorlog
Tout pour ce livre (54)
École, étude et sujet
Lycée
VWO / Gymnasium
Geschiedenis
3
Tous les documents sur ce sujet (4833)
Vendeur
S'abonner
quintyonline10
Aperçu du contenu
Samenvatting geschiedenis H6 Nationaalsocialisme en Tweede Wereldoorlog
Paragraaf 1 De Republiek van Weimar
Na het aftreden en de vlucht van keizer Wilhelm ll. naar Nederland probeerde de nieuwe Duitse
regering van sociaaldemocraten, liberalen en katholieken het land weer op rails te krijgen. Zij sloot
een wapenstilstand met de geallieerden en vernieuwde in de plaats van Weimar de grondwet:
zonder keizerschap en met een veel machtiger parlement. Dit was de Republiek van Weimar. De
terugkerende soldaten misten de kameraadschap van het leven in de loopgraven en de pure
opwinding van de gewapende strijd. Een kwart van en, onder wie de nog onbekende Adolf Hitler,
werd lid van militante gewapende groepen, vrijkorpsen, die jacht maakten op iedereen die zij
verdachten van de nederlaag. Gewone Duitse soldaten wisten niet dat hun eigen generaals, bij de
keizer op zijn aftreden en op een wapenstilstand hadden aangedrongen. Nee, het lag aan
communistische oproerkraaiers en aan de Joden dat er oproeren, stakingen en muiterijen van
matrozen en soldaten waren uitgebroken. En het was de nieuwe republikeinse regering die om een
wapenstilstand had gevraagd. Die ‘dolkstoot in de rug’ had Duitsland de oorlog gekost. Deze
Dolkstootlegende is jarenlang in Duitsland grif geloofd. Ook de ondertekening van de Vrede van
Versailles door de Weimarregering zagen de gefrustreerde mensen als verraad. In januari 1919 brak
in Berlijn de communistische Spartacusopstand uit, genoemd naar Spartacus, de leider van de
beroemdste slavenopstand uit de Romeinse geschiedenis. Politie en leger onderdrukten deze poging
tot revolutie. De leiders, Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg, werden vermoord. In april 1919 riepen
in Beieren gewapende communisten een radenrepubliek uit, naar het voorbeeld van de sovjet-
republieken van de Sovjet-Unie. Ze vestigden een ‘dictatuur van het proletariaat’, executeerden
politieke tegenstanders en richtten een Rote Armee op. Ook tegen deze opstand zette de regering
het leger in. De generaals wilden graag het oude bestuur met de keizer herstellen. Ze accepteerden
de Weimarrepubliek eigenlijk niet, maar nog minder wilden ze dat de roden aan de macht zouden
komen. Toen er door een bepaalde antidemocratische vrijkorps een staatsgreep werd gepleegd,
deden ze niets. Dat de legertop zelf geen coup durfde te plegen, kwam vooral doordat de generaals
geen oplossing wisten voorde grote problemen van Duitsland.
De economie van de Weimarrepubliek was uitgeput door de oorlogvoering. Voor de terugkerende
soldate was er vaak geen werk. De Duitse munt, de Reichsmark, verloor steeds meer waarde ten
opzichte van ander muntsoorten. Deze inflatie was handig voor de Duitse regering om binnenlandse
schulden af te kopen en voor ondernemers om goedkoop geld te lenen. De inflatie van de markt
ontaardde uiteindelijk in hyperinflatie. In 1923 werd Gustav Stresemann kanselier. Om de inflatie te
stoppen, was hij bereid tot compromissen. Amerika verstrekte Duitsland met het Dawesplan
leningen om de economie te herstellen en de herstelbetalingen te kunnen voldoen. De
Weimarrepubliek besloot loyaal ‘Versailles’ uit te voeren: de Erfüllungspolitik. Bij het verdrag van
Locarno (1925) met Frankrijk en België erkenden de Duitsers vrijwillig het verlies van Eupen-
Malmedy en Elzas-Lotharingen. Dankzij de Erfüllungspolitik mocht Duitsland in 1926 lid worden van
de Volkenbond. In 1928 ondertekende Duitsland met vele andere landen het Kellog-Briand-Pact, dat
een eind moest maken aan alle oorlogen. Het belang daarvan was dat voor het eerst sinds de 1 e
Wereldoorlog overwinnaars en overwonnenen samen een groot internationaal verdrag sloten. De
Weimarrepubliek stond er dus in 1929 economisch en internationaal weer goed voor.
, Paragraaf 2 In de ban van Hitler
De economische crisis die in Amerika in 1929 losbarstte had onmiddellijk effect op Duitsland. De VS
eisten de leningen van het Dawesplan terug. Amerikaanse bedrijven sleurde hun Duitse filialen mee
in hun faillissement. Banken gingen failliet en grote bedrijven met hen. Uiteindelijk werden meer dan
6 miljoen Duitsers werkloos. In de Rijksdag werd geruzied over de beste oplossing. De oude
regeringspartijen, de socialistische SPD en de katholieke Zentrumpartei, werkten niet meer samen en
er volgden machteloze kabinetten, die er niet in slaagden de economie te herstellen. De
communisten (KPD) wilden niet meewerken. Zij wachtten op bevelen uit Moskou. De aanhangers van
de KPD en de aanhangers van Hitler keken op hun manier uit naar het einde van de
Weimarrepubliek. Adolf Hitler en generaal Ludendorff pleegde op 8 november 1923 een staatsgreep
in München. De staatsgreep werd onderdrukt door politie en leger. Hitler ging voor een jaar een
soort luxegevangenis in, een lage straf, vergeleken met wat er met linkse revolutionairen gebeurde.
Daar beschreef hij zijn ideologie in Mein Kampf (Mijn strijd). Hitlerzijn ideologie was het fascisme.
Ook Hitler wilde als leider, de alleenheerschappij. Ooit, zei hij, was er een Volksgemeinschaft
geweest, een saamhorige volksgemeenschap van Duitsers. Kapitalisme, liberalisme en de
parlementaire democratie hadden die kapot gemaakt. Dat gold ook voor communisten en socialisten,
die zich uitsluitend op een maatschappelijke groep, de industriearbeiders, richtten. Zigeuners of
donkergekleurde mensen en vooral Joden, die hij on-Duits vond, bedreigden de volksgemeenschap.
Hitler en veel Duitsers gaven de Joden de schuld van alle problemen. Hitler geloofde in discriminatie,
racisme, antisemitisme en nationalisme. Duitsland moest in zijn ogen weer groot worden en de
vernederende Vrede van Versailles terugdraaien. Voor deze ideologie, het nationaalsocialisme,
voerde hij met de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP) zijn strijd. Tijdens de
economische wereldcrisis werd Hitlers fractie de grootste in de Rijksdag. Hitler zelf was een
uitstekende demagoog, die op massabijeenkomsten het publiek wist op te zwepen. Hitler zou zich als
regeringsleider wel rustig houden, dacht de politieke elite. Maar dat was een verkeerde inschatting.
Op een gegeven moment gold de grondwet niet meer en het parlement was machteloos. Nu barstte
de terreur van de twee bewapende afdelingen van de nazipartij, de Sturmabteilung (SA) en de
Schutzstaffel (SS), massaal bemand met vrijwilligers uit de vroegere vrijkorpsen, pas goed los.
Politieke tegenstanders en Joden werden in elkaar geslagen of gearresteerd.
Na deze machtsovername stelde Hitler orde op zaken binnen zijn partij. Om de legertop te paaien
beloofde hij herbewapening van Duitsland. Omdat de SA dreigde uit te groeien tot het Duitse leger,
liet hij de top van de SA in de Nacht van de Lange Messen (30 juli 1934) vermoorden. De NSDAP werd
als enig toegestane partij een grote massaorganisatie. Duitsland veranderde in een totalitaire
dictatuur. Radio en film werden ingezet als massacommunicatiemiddelen. Schoolboeken werden
herschreven. Rechtbanken en rechtspraak kwamen ook onder nazi-invloed en in beslag genomen
abstracte kunst en kunst van Joodse kunstenaars werd als entartete Kunst (ontaarde kunst) in het
buitenland verkocht of vernietigd. De Sicherheitsdienst (SD) en de Geheime Staatspolizei (Gestapo)
vermoordden politieke tegenstanders of sloten hen op. Joden werden als tweederangsburgers
beschouwd, gepest en vervolgd. Wie kon, vluchtte, vaak pas na inlevering van alle bezittingen. Alles
werd betaald uit de staatskas. De industrie draaide op volle toeren en de werkloosheid verdween. In
1935 al kwamen er serieuze waarschuwingen van het ministerie van Financiën: de vele uitgaven
zouden binnenkort tot grote inflatie leiden. Alles wat Hitler deed ging immers tegen het Verdrag van
Versailles in. Hitler rekende op goedkope of zelfs gratis grondstoffen, voedsel en arbeidskrachten,
zodra zijn verovering van Europa zou beginnen. Dat die er zou komen stond voor hem vanaf het
begin als een paal boven water.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur quintyonline10. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.