Persoonlijkheidspsychologie
Inleiding
1. Praktisch
Lessen: zelfstudie leerpaden met monitoraat
Leerstof
o Leerpaden
o Slides
o Teksten
Examen
o Mondeling via teams
o Geen schriftelijke voorbereiding
o Mogelijke vragen krijg je op voorhand
o Focus ligt op persoonlijke verwerking van de leerstof en niet op letterlijk
vanbuiten leren
o 4 vragen telkens uit 2 delen:
Bespreek het model = theorie (3 punten) (we hebben er 6 tal gezien)
Op welke manier zie je dit model bruikbaar in de praktijk van een
logopedist = reflectie van de toepasbaarheid ! gepersonaliseerd
(7 punten = belangrijker)
Geen eenduidig antwoord
Persoonlijk antwoord, hem overtuigen dat je erover na hebt
gedacht
o Je mag je antwoorden bij jou hebben!!!!! (niet open boek + niet teveel
notities bij hebben )
o Zeker 5 minuten op voorhand!!
2. Inhoudelijk
2.1 Wat is persoonlijkheid
= een veronderstelling die je maakt (dit staat achter de emoties, handelingen en gedachten
van iemand)
“iets dat in de tijd een zekere duurzaamheid heeft ondanks die concrete emoties,
handelingen en gedachten zeer hard kunnen verschillen”
6 modellen:
2.1.1 Behavioristische en cognitieve benadering van persoonlijkheid
Behavioristisch (het meest bijzondere) en cognitief model
Behaviorisme
o Persoonlijkheid = geen relevant concept
1
, o We mogen enkel gebruik maken van leerprocessen wanneer we de mens
gaan beschrijven
o Je mag alleen maar observeerbare zaken bestuderen in de psychologie
Persoonlijk is iets wat je niet kan observeren
(Sociaal-) cognitief model
o Cognitief model vond dat we die niet-observeerbare objecten toch moesten
gaan bestuderen
o Sociaal leren (Bandura met de pop)
o Zelfeffectiviteit = het vertrouwen die iemand heeft in het goed uitvoeren van
bepaalde zaken
o Persoonlijkheid wordt gezien als een bepaald cognitief construct, de
persoonlijkheid is een soort van schema waarmee met wat er met ons
gebeurd, waarmee we dat interpreteren, zin geven aan wat er gebeurd
2.1.2 Humanistische benadering van persoonlijkheid
Deze stroming is ontstaan na de 2de WO in de VS
! groot geloof in de vooruitgang
De humanistische therapie gaat ervan uit dat wij onszelf willen ontplooien,
Wanneer iets niet goed gaat, dan zit je vast in die zelfontplooiing
Maslow
o Behoeftepiramide = hiërarchie van onze behoeften
o Idee: eerst moeten de basisbehoeften bevredigd zijn (de onderste), als dit het
geval is kan je telkens een trapje hoger gaan
o Bovenste: je bent de best mogelijk versie van jezelf, zo veel mogelijk potentie
ontwikkelen
o Kritiek: het is
geen piramide,
maar een
vulkaan, wanneer
je bovenaan je
beste zelf zou zijn
zogezegd, dan
gaan poorten
open, voor nog
groter ongeluk
Rogers
o Zelfontplooiiing
2.1.3 Trekkenbenadering van persoonlijkheid
Men kijkt hoe goed mensen scoren op behaalde assen bv. open VS gesloten
Big five (5 factoren model): 5 assen waarbij men nagaat waarbij elke mens zit
2
, o Een soort van reducerend proces waarbij men vertrekt van beschrijvingen die
mensen gebruiken om anderen of zichzelf voor te stellen
o Vaak bij human ressources gebruikt, correleren persoonlijkheden met elkaar
2.1.4 Psychoanalytische benadering van persoonlijkheid
Freud
o Een groot deel van wie we zijn is onbewust
o Kern wordt gevormd door een innerlijk conflict in elke persoonlijkheid
(tegenstrijdige tendensen)
Ik
Es
Boven-ik
2.1.5 Fenomenologische benadering van persoonlijkheid
Continuïteit, normaliteit en abnormaliteit
Vertrekt vanuit het basisidee dat er geen absoluut onderscheid is tussen de psychisch
zieke en de psychisch normale mens
De studie van mensen met zware psychische problemen kan ons iets bijleren in hoe
elk van ons in elkaar zit
Ze bestuderen bepaalde pathologieën
Meest afwijkende model van onze dagdagelijkse ervaring
Voornamelijk in Duitsland populair, (nu recent in Engeland populair)
Men gaat proberen om in het hoofd te kruipen van iemand die bepaalde dingen
beleefd en hieruit dingen afleiden voor de structuur van de normale persoon
Big five: inleiding & voorlopers
1. Trekbenadering: inleiding
Nature = aangeboren, genetisch
Nurture = opvoeding (kind komt hier passief naar voor)
The goodest of fit = de mate waarin zowel het kind als de omgeving dat die op elkaar
afgestemd zijn, het kind creëert zelf zijn omgeving mee
Trekbenadering
5 factoren model is ultiem tot stand gekomen door statistische analyse = factor analyse 5
factoren
Titel
Trekbenadering (‘train approach’, persoonlijkheidstrekken):
o Relatief stabiele persoonlijkheidseigenschappen (= trekken) (veranderd niet)
Bv. je hebt hard gestudeerd, je was zeker dat je die kon, je bent
gebuisd berustend, kwaad, verdrietig = je kan verschillend
reageren, de reactie kunnen we toeschrijven aan persoonlijkheid, in
gelijkaardige situaties zal je hetzelfde reageren/je gedragen
3
, o Trekken zijn vroeg observeerbaar, veranderen fundamenteel niet meer
o Als latente kernen aanwezig tijdens de gehele ontwikkeling
Definitie
Trekken zijn relatief stabiele interne factoren die iemands gedrag consistent maken
over situaties, en verschillend van het gedrag van anderen in vergelijkbare situaties
o Stabiel: over tijd
o Intern: afleidbaar uit gedrag (persoonlijkheidskenmerken zijn niet
observeerbaar) bv. intro en extravert kan je niet zien, wel zien of iemand veel
contact maakt met anderen
o Consistent: over vergelijkbare situaties
o Individueel verschillend
2. Trekbenadering: methoden
Methoden om fundamentele trekken te identificeren
3 modellen om persoonlijkheidsmodel op te stellen
1 & 2 vaak gebruikt bij 5 factoren model
Benadering Hoe bepalen welke trekken fundamenteel
zijn?
Lexicale benadering Natuurlijke taal
kijken welke woorden ze gebruiken om
mensen te beschrijven
Statistische benadering Factoranalyse
Theoretische benadering Theorieën
Heel vaak start men uit observaties van mensen met psychische problemen, maar bij 5
factoren model is dit niet het geval
Lexicale benadering
Lexicale hypothese: “those individual differences that are most significant in the daily
transactions of persons with each other will eventually become encoded in their
language. The more important such a difference is, the more people will notice it and
wish to talk of it, with the result that eventually they will invent a word for it”
Een inventaris maken van de woorden die de mensen gebruiken om over de
persoonlijkheidskenmerken te spreken (is er universalia over de verschillende
culturen, synoniemen)
Om model praktisch interessant te maken: ga je het gaan reduceren anders heb je
teveel kenmerken
2 criteria
o Frequentie van synoniemen
o Crossculturele universaliteit
Statistische benadering
Vertrekpunt: wat als we het terrein van individuele verschillend aflijnen door alle
items uit bestaande persoonlijkheidsvragenlijsten samen te analyseren?
4