EBP
Les 1
Evidence is meer dan alleen bewijs (je hebt ervaringen gehoord, wetenschappelijk bewijs, je weet dat
anderen er ook al mee gewerkt hebben …)
Voorbeelden:
Saskia is niet evidence based omdat ze geen enkele andere mening of kritieke heeft gehad of haar
tests wel klopt, er staat niet bij dat er geen we info is, dus gaan we ervan uit dat die er wel is
Lieve handelt evidence based, er is geen andere vergelijkbaar programma( er is op dit moment niks
beter, het is wel een proeffase, maar dit is het beste bewijs dat er voor handen is), advies van een
expert is wel wetenschappelijk
Mathilde handelt niet EPB, het zijn enkel we artikels, geen ervaringen, ze leest de artikels maar past
ze ze toe?
Ronny wel EBP: er is nooit 100% succes, hij handelt op basis van wat hij gelezen heeft, dit is goed,
hij deelt deze info met zijn cliënt, wij delen onze kennis en dan beslissen we samen met zorgvrager
hoe we gaan handelen
Waarom EBP: gebruik maken van de beschikbare evidentie
Up to date blijven
De cliënt is zo mee betrokken, dit werkt motiverend, individualiseren
Het is belangrijk dat er kwalitatieve, cliëntgerichte zorg aanbieden
Professionaliteit van ons beroep verhogen
De therapie zo doelgericht maken, geen tijd verspillen, optimaal en effectieve, efficënte therapie
PBE (onderscheid kennen!) Wanneer je geen evidentie vindt, of irrelevante informatie
Hoe moet je handelen?
Ruimdenkend
Vernieuwend
Open
Kritisch
Leergierig
Professionaliteit
Objectief
Hoe ga je dit doen?
Bijscholing
Verschillende bronnen
Genoeg betrouwbare info
Overleggen met cliënt
1
,Barrières
Bewijzen niet up to date
Niet elke behandeling werkt voor iedereen
Geen ervaring
Achterhaalde bronnen
Geen effectiviteit van de gekozen therapie voor een bepaald individu
Teveel tijd in beslag
Financieel niet haalbaar
Je bent zelf te vasthoudend
5 fasen/stappen in EBP
Herhaling
Wanneer we EBP werken, dan nemen we 4 elementen in overweging:
Voorkeuren en mogelijkheden patiënt
Evidentie = wetenschappelijke bewijzen
Ervaring & expertise logopedist of audioloog
Beschikbare middelen
Dit alles wordt beoordeeld binnen een welbepaalde context
EBP = het gebruiken en interpreteren van onderzoek bij dagelijkse beslissingen in overleg met de cliënt.
Als je geen evidentie, irrelevante evidentie of tegenstrijdige evidentie vindt PBE = practice based
evidence
3 types die de meeste evidentie nodig hebben:
Je meest gebruikte therapieën
Nieuwe therapieën (of combinaties)
Controversiële therapieën
Stap 1: beantwoordbare vraag
= de behoefte aan info omzetten in beantwoordbare vraag
= we verstellen onze klinische vraag in een PICO vraag
Klinische vragen m.b.t. alle aspecten van assessment en behandeling
2
, PICO-vraag = beantwoordbare vraag
o PICO-systeem helpt om op efficiënte wijze op zoek te gaan in literatuur
P = patiënt
I = intervention
C = comparison
O = outcome
Diagnostiek/ valideringsonderzoek:
vals-negatieven & vals-positieven
(weinig individuen die we missen en weinig individuen die we onterecht
aanduiden/eruit pikken)
bv. COVID vals negatief: is besmet, maar de test zegt van niet
Therapie/ interventieonderzoek:
verbetering van een bep. gedrag (vaak uitgedrukt in NNT number needed
to treat of in AKV absolute kansverbetering)
Voorbeeld 1:
TOS moeten tijdig worden opgespoord en behandeld. Hoe kan een kinderarts/verpleegkundige (van K& G)
weten of een kind van 2 jaar al een mogelijke taalachterstand heeft? Zijn daar gevalideerde screeningen
voor of moet elk kind bij twijfel toch altijd naar de logopedist?
Pico: Welke gevalideerde screening toont weinig vals-negatieven en dus kan worden ingezet door een
kinderarts/verpleegkundige om bij twijfel een mogelijke taalachterstand op te sporen bij 2-jarigen in plaats
van een bezoek aan de logopedist?
Voorbeeld 2:
Na een laryngectomie is ademen via de neusweg uitgesloten, zodat gelaryngectomeerden niet goed meer
kunnen ruiken. Is er een effectieve techniek waarmee ze weer goed kunnen ruiken?
Pico: Welke techniek vertoont een voldoende hoge AKV (of lage NTT) om weer goed te kunnen ruiken na
een laryngectomie?
Voorbeeld 3:
Een aantal jaren terug gebruikten scholen en CLB-medewerkers de fluistertechniek als screeningsmethode in
de 2de kleuterklas. CLB-medewerkers vroegen zich af of deze screeningsmethode een betrouwbare en
efficiënte manier van werken is om snel kleuters met gehoorsproblemen te detecteren?
Pico: Is de fluistertechniek een betrouwbare en efficiënte screeningsmethode die weinig vals-negatieven
oplevert bij het detecteren van gehoorsproblemen bij kleuters door CLB-medewerkers?
Stap 2: Zoeken naar de beste
evidentie
! op efficiënte wijze
WAT zoeken?
o Naar welk soort van evidentie ga je best op zoek?
WAAR zoeken?
o Hoe ga je best te werk om efficiënt goede evidentie te vinden?
WAT is bewijsmateriaal?
Verschillende soorten evidentie die vraag kunnen (helpen) beantwoorden
3
, Deze evidentie kan worden gevormd door
o Resultaten wetenschappelijk onderzoek (bewijs)
o (Ervarings)kennis van deskundige
Sommige soorten bewijs of EBP zijn:
o krachtiger
o betrouwbaarder
o meer valide
Rangorde in de soorten EBP?
Piramide vd levels of evidence
Verschillende types onderzoek
Hoe hoger, hoe beter (bewijssterkte)
Lager in hiërarchie gevoeliger voor subjectiviteit
o 3 bovenste = peer-review (bevat dataverzamelingen)
o 3 eronder: geen peer review = wel nagelezen voor publicatie maar niet uitvoerig
geanalyseerd, beoordeeld en vergeleken met anderen onderzoeken = unfiltered
information
Niet elk onderzoek heeft dezelfde bewijssterkte. Bewijssterkte is niet gelijk aan bewijswaarde!
RL = richtlijnen
SR = systematic reviews
Te kennen grafiek!! :
Hebben expert opinions en casusbeschrijvingen (N = 1 studies) dan geen waarde?
Volgens Kalf (2004) wel mits aan enkele voorwaarden wordt voldaan:
o Best wetenschappelijke casusbeschrijvingen
o Gebruik van experimentele methode:
gecontroleerde effectstudie met slechts 1 patiënt
experimenteel aantonen dat patiënt X wel vooruit gaat met behandeling A en niet
met behandeling B
A B A B
Soorten wetenschappelijke studies:
Voornamelijk kwantitatieve studies met dichotome uitkomsten waarmee klinische relevantie van
resultaten kan worden bepaald.
o Kwantitatief ↔ kwalitatief onderzoek
o Dichotome ↔ continue uitkomsten
o Klinische relevantie ↔ statistische significantie
4