Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Materieel Strafrecht K2 JHS €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Materieel Strafrecht K2 JHS

 8 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Een erg uitgebreide samenvatting met werkcollege opgave zodat je kan zien hoe je het antwoord moet formuleren.

Aperçu 4 sur 51  pages

  • Oui
  • 29 octobre 2021
  • 51
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Materieel strafrecht tentamen
 Hoofdstuk 1, bestuderen hoofdstuk 2 en 3
o Bronnen van het materiele strafrecht
1. Wet -> Wetboek van Strafrecht en bijzondere wetten (o.a. WvW, WWM, Opiumwet)
2. Jurisprudentie
3. Verdragen
4. Rechtsbeginselen
5. Literatuur

Wetboek van strafrecht
Het Wetboek van Strafrecht heeft een ventrale bepaling in de Nederlandse strafwetgeving.
Het bracht een tweedeling in misdrijven en overtredingen. De misdrijven worden
ondergebracht in het Tweede Boek, de overtredingen in het Derde Boek. De plaatsing van
het strafbare feit is dus beslissend voor de vraag of men met een misdrijf of overtreding te
maken heeft.



Jurisprudentie
Het kan soms voor komen dat sommige delictsomschrijvingen vaag zijn omschreven.
Hiervoor is de jurisprudentie. Ze vullen de vage omschrijvingen nader in.

Verdragen
Op grond van art. 93 GW hebben bepalingen van verdragen en besluiten van
volkenrechtelijke organisaties verbindende kracht nadat zij bekend zijn gemaakt. Op grond
van art. 94 GW hebben nationale wettelijke bepalingen geen toepassing, indien deze
toepassing in strijd is met eenieder verbindende verdragsbepaling van verdragen en van
besluiten van volkenrechtelijke organisaties.

Verschillende verdragen die rechtstreekse werking hebben zijn:
- EVRM art. 7 EVRM
- IVPBR (art. 15 IVPBR)
Deze verdragen spelen vooral een rol op het terrein van het strafprocesrecht, maar dat
neemt niet weg dat zij ook voor materiele strafrecht betekenis zijn.

Het EVRM brengt ook de zogenoemde positieve verplichtingen met betrekking tot het
materiele strafrecht met zich mee.

Rechtsbeginselen
- Nulla poena sine praevia lege poenali (legaliteitsbeginsel)
- Geen straf zonder schuld

Literatuur
Boek ‘het beslissingsmodel van 348/ 350 Sv’.




1

, o Materieel legaliteitsbeginsel
Een straf moet berusten op een voorafgaande wettelijke strafbepaling. Dit is vastgelegd in
art. 16 GW, art. 1 lid 1 Sr en art. 7 EVRM, art. 15 IVBPR. (Nulla Poena).

Strafbaarstellingen moeten een basis hebben in een wet in formele zin. Deze gedachte is
terug te vinden in art. 16 Gw. In art. 1 Sr staat dat geen feit strafbaar is dan uit kracht van
een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Voor strafbaarheid is een wettelijke
strafbepaling nodig, die bovendien aan het feit moet zijn voorafgegaan. Verder heb je ook
het legaliteitsbeginsel in art. 7 EVRM. Dit artikel zegt eigenlijk dat je niet iemand kan straffen
zonder een wettelijke voorafgegane strafbepaling.

Een straf moet dus berusten op een wettelijke voorafgegane strafbepaling. De gedraging
moet strafbaar gesteld zijn op het moet dat het strafbare feit werd gepleegd art. 16 Gw, art.
1 Sr en art. 7 EVRM.

Lagere wetgevers kunnen gedragingen strafbaar stellen in hun verordeningen, maar deze
strafbaarstelling zijn wel beperkt.



Verschil tussen art. 1 Sr en art. 1 Sv
Beide artikelen gaan over het legaliteitsbeginsel. Alle strafbepalingen moeten dus gebaseerd
zijn op een wettelijke grondslag. Op grond van art. 1 Sr mag er alleen een straf gegeven
worden als deze bepaling voorafgaand aan het strafbare feit is opgelegd en bij art. 1 Sv moet
de wettelijke grondslag gebaseerd zijn op alleen een wet in formele zin.




Het legaliteitsbeginsel (nulla peona sine praevia lege poenali) bestaat uit vier subregels:
1. De straf moet berusten op een wet in formele zin:
Er moet sprake zijn van een wettelijke (geschreven) grondslag. De nadere uitwerking
vind je in art. 16 Gw. Je mag niet zomaar straffen uitdelen.

Bestraffing is zeer ingrijpende vorm van machtsuitoefening. Op grond van
gewoonterecht is het uitgesloten bijv. Art. 154 Gemw.
2. Het verbond op terugwerkende kracht:
De wettelijke strafbepaling moet aan het feit zijn voorafgegaan. Dat betekent dat de
wetgever niet met terugwerkende kracht gedragingen strafbaar mag stellen. Als er
een strafbaar feit is gepleegd en daar geen strafbaarstelling ism dan mag er niet aan
een wet om deze reden mag er geen sprake zijn van terugwerkende kracht.

Burgers moeten van tevoren weten/ moeten kunnen weten, welke handeling


2

, strafbaar is gesteld en welke niet. Hiervoor is een voor afgegaande strafbepaling
noodzakelijk.
3. Bestimmtheitsgebod (lex certa-beginsel):
Een wettelijke strafbepaling moet specifiek zijn en helder en concreet. Heeft te
maken met de voorzien baarheid vooraf. Uitzondering art. 5 Wegens Verkeer Wet.
Dit is zo algemeen van aard dat je kan zeggen dat dit niet voldoet aan het
bestimmtheidsgebot.

De gedraging moet met duidelijke termen zijn aangeduid in de wet. Vage
strafbepalingen moeten vermeden worden door de wetgever.
4. Het verbod van analogische (=gelijkenis) interpretatie:
Is in het privaatrecht is het gebruikelijk om een bepaling analogisch uit te leggen, als
het gaat om open normen. Is in het strafrecht verboden. Je kan niet zeggen dit is niet
geregeld in het strafrecht maar het handelen lijkt heel erg op een ander delict wat
wel geregeld is en daarom gaan we die persoon strafrechtelijk aansprakelijk stellen,
dit mag niet. De grens tussen ruim uitleggen en expressief uitleggen aan de ene kant
en de analogische uitleg aan de andere kant dat het soms niet heel helder is. Dit
aspect kwam aan orde bij het elektriciteit arrest.

o Het beginsel ‘geen straf zonder schuld’
De verdachte is onschuldig totdat schuld door de rechter is vastgesteld op grond van art. 6
lid 2 EVRM. De verdachte moet verwijtbaar hebben gehandeld (culpa). Als er geen sprake is
van schuld (verwijtbaarheid), dan kan je dus ook niet gestraft worden.
 Schuld: verwijtbaarheid
HR Melk en water (1916) -> Hoge Raad bepaalde dat voor elk strafbaar feit altijd een
zekere verwijtbaar noodzakelijk is. Had je anders kunnen en behoren te handelen? ->
schulduitsluitingsgronden -> OVAR.
 Verdachte wordt voor onschuldig vastgehouden totdat de schuld door de rechter is
vastgesteld (onschuldig tot het tegendeel is bewezen), art. 6 lid 2 EVRM. De
verdachte moet dus verwijtbaar hebben gehandeld.

o De doelen en functies van straffen beschrijven en deze in een rechterlijke uitspraak
herkennen; strafdoelen
Het doel van straffen is om leed toe te voegen. Je hebt een norm overschreden die de
maatschappij belangrijk vindt en daarom word je gestraft. Er zijn drie soorten straf
theorieën:
1. Absolute theorieën:
hier is sprake van vergelding (= het relateren van de straf aan omvang van onrecht en
schuld wordt vergelden genoemd). De verdachte moet worden gestraft. Bij absolute
theorieën wordt er naar het verleden gekeken. De verdachte heeft een strafbaar feit
begaan en moet hiervoor boeten.
Kortom: leed toevoegen.
2. Relatieve Theorieën:
Zijn op de toekomst gericht en ter verbetering van een persoon. De relatieve
theorieën kan je onderverdelen in: speciale preventie.
 Speciale preventie:

3

, Hier is het doel te voorkomen dat de dader recidiveert. Er wordt ervoor
gezorgd dat de dader niet meer in herhaling valt. Bijvoorbeeld: de
voorwaardelijke straf. In principe hoeft de dader deze straf niet uit te zitten,
mist je je goed gedraagt tijdens de proefperiode.
 Generale preventie:
hier gaat het om de afschrikwekkende werking die van de straf in het
algemeen uitgaat (dus de maatschappij). Het doel is om te voorkomen dat
andere mensen de wet ook gaan overtreden.

Meer richting verharding en verzakelijking, maar ook preventie en mediation

Vereniging theorieën: theorie met kenmerken van absoluut en relatief. Bijna altijd wordt er
naar verschillende strafdoelen gekeken en gerefereerd.

Er is steeds meer sprake van verharding en mediation. Hierbij moet je denken aan
dader/slachtoffer bemiddeling.

Week 2
 Het materiële strafrecht: bestuderen hoofdstuk 4 en 5
 Het beslissingsmodel van 348/350 Sv: bestuderen hoofdstuk 3 en 4

o Van een willekeurige delictsomschrijving de verschillende bestanddelen
onderscheiden
Voorbeeld:
Art. 310 jo 311 lid 1 onder 5 Sr

Art. 310 Sr
Delictsomschrijving:
Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal,
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde
categorie.

Bestanddelen:
- Enig goed
- Geheel of ten dele
- Aan een andere behoort
- Wegneemt
- Om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Art. 311 lid 1 onder 5 Sr:
- Met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
- Diefstal waarbij de schuldige zich toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft.



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jadekollenburg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67096 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter