1.5 Tandanatomie leerdoelen
WC 1: Premolaren
De anatomische kenmerken v/d premolaren in de permanente dentitie
HOE PAK JE HET AAN?
1. Welke groep? → I, C, P of M
2. Welke kaak? → BK of OK
3. Welke plaats binnen de groep? → P1 of P2
➢ 32 elementen; in totaal 8 premolaren in de mond-> 2 premolaren p/kwadrant, dus P1 of P2.
4. Linker- of rechterkaak?
WELKE GROEP?
Premolaar= heeft meer knobbels: 2 soms 3 knobbels-> altijd 1 knobbel aan de buccale kant.
➢ Bij 3 knobbels: gaat eigenlijk altijd om de P2 OK-> 1 knobbel aan de buccale zijde (wangzijde) en 2
knobbels aan de linguale zijde (tongzijde).
WELKE KAAK?
• Makkelijkst om naar de occlusale vlak(=kauwvlak) te kijken:
➢ Premolaar BK: rechthoekig huisje eromheen kunnen bouwen.
➢ Premolaar OK: rond huisje eromheen kunnen bouwen.
• De kronen v/d premolaren OK vertonen linguo-versie/ kronenflucht= element v.a. de buccale zijde
een beetje omvallen/ naar binnen vallen (richting linguaal/ tongzijde)-> alleen bij OK buccale zijde!
➢ Lengteas v/d kroon maakt een hoek met de lengteas v/d wortel; dat is dan de buccale zijde.
➢ Premolaar BK: beide zijdes (bucaal& palatinaal) lopen ‘recht’ omhoog naar de knobbel-
punten toe (BK geen kronenflucht!)
• Premolaren OK hebben 1 wortel: wortel een beetje rond& conisch v. vorm.
➢ P1 OK: heeft meestal aan beide kanten (mediaal en distaal) groeven.
➢ P2 OK: heeft meestal geen groeven.
• Premolaren BK hebben meer variatie; 1 of 2 wortels:
➢ P1 BK: heeft 2 wortels.
➢ P2 BK: heeft 1 wortel (over het algemeen, er zijn uitzonderingen met 2 wortels).
Crista transversa
WELKE PLAATS BINNEN DE GROEP?
Indien het element uit de onderkaak komt: verschil occlusale vlak bij P1 en P2
• P1 OK: 2 stippen/ ogen-> 34 of 44.
➢ Buccale knobbel met een soort glazuur rug verbonden met de linguale knobbel =crista
transversa-> hierdoor is er geen fissuur maar zijn er 2 stippen.
• P2 OK: heeft een fissuur-> 35 of 45.
➢ Meestal ook 3 knobbels hebben: 1 buccale knobbel en 2 linguale knobbels.
➢ Soms 2 knobbels hebben: 1 buccale knobbel en 1 linguale knobbel.
, Indien het element uit de bovenkaak komt:
• P1 BK heeft over het algemeen 2 wortels: 1 buccale en 1 palatinale wortel-> de splitsing(=bifurcatie)
bevindt zich meestal ± op 1/3e v.a. apicaal/ het puntje v/d radix (=wortel).
• Kijken naar het occlusale vlak: fissuur eindigt normaal in de fossa triangularis (3-hoekige groef)->
loopt soms door in de randlijst(=crista); als die dat doet, zie je het alleen aan de mesiale zijde.
➢ Dan weten dat dat de mesiale kant is+ alleen gebeuren bij P1 BK.
• Kijken naar het zijaanzicht: P2 BK is meer symmetrisch; knobbels (buccaal& palatinaal) ± even hoog.
➢ Bij P1 BK zie je iets meer verschil: buccale knobbel iets hoger dan de palatinale knobbel.
LINKER- OF RECHTERKAAK?
Indien het element uit de onderkaak komt:
1. Linguale plaatje zoeken: meestal 3e plaatje maar niet altijd dus goed checken!
➢ Zien aan de hoogte v/d knobbels (linguale en buccale knobbel)-> buccale knobbel is altijd
hoger-> als je tegen de lage knobbel aankijkt, weet je dat je tegen de linguale zijde aankijkt.
2. Hoogste punt linguale knobbel zoeken-> welke zijde is hoog& kort en welke zijde is laag& lang?
➢ Dus de mesiale zijde zoeken: hoog en kort-> mesiaal is meestal altijd alles hoger, dus ook de
randlijst (=crista) is mesiaal hoger dan aan de distale zijde.
➢ Distale zijde: laag en lang.
3. Element denkbeeldig v/h scherm afhalen en naast je neerzetten.
➢ Alleen naast je neerzetten bij OK want wortel daar goed/ naar beneden staan!!-> bij BK
moet je omdraaien; verwarrend, dus niet naast je neerzetten!
➢ Mesiale zijde naar de mediaanlijn toegekeerd (occlusale aanzicht)-> plek waar het klopt is
waar de tand is/ welke tand het is.
Indien het element uit de bovenkaak komt:
1. Palatinale plaatje zoeken: meestal 3e plaatje maar niet altijd dus goed checken!
➢ Palatinale knobbel wat lager+ iets smaller t.o.v. de buccale knobbel.
2. Hoogste punt palatinale knobbel zoeken: welke zijde is hoog& kort en welke zijde is laag& lang?
➢ Dus de mesiale zijde zoeken: hoog en kort.
➢ Distale zijde: laag en lang.
3. Element denkbeeldig v/h scherm afhalen (niet naast je neerzetten!)
➢ Opengeklapte BK tekenen en dan plaatje occlusale aanzicht op de opengeklapte bovenkaak
plaatsen-> plek waar het klopt is waar de tand is/ welke tand het is.
De term kronenflucht
De kronen v/d premolaren OK vertonen kronenflucht (linguo-versie)= element v.a. de buccale zijde een
beetje omvallen/ naar binnen vallen (richting linguaal/ tongzijde)-> alleen bij OK buccale zijde!
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sammiexj. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,95. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.