Sociologie
Vraag:
Multiple choice
3 stellingen: duid de foute stelling aan (1 stelling is fout)
Stelling uit hoofdstuk 1-4-6
(toepassing naar praktijk in het boek niet kennen)
Leerstof die niet vermeld wordt in het leerpad moet wel gekend worden. Je hebt je boek dus nodig
om te studeren.
P167, stellingen uit het boek, uit de verschillende delen van de cursus.
Vanbuiten leren
Hoofdstuk 1 – Wat is sociologie?
1. Inleiding en voorbeelden
2. Wat is sociologie?
Sociologie: inleiding & voorbeelden
De sociologie van de (geestelijke) gezondheidszorg
Penisdiefstal
Penisdiefstal: de penis van iemand anders gestolen te hebben. Diefstal gebeurde door eens te botsen
of eens te kijken en plots voelt men, mijn penis is weg. Er ontstaat een paniek om te vermijden dat
de eigen penis gestolen wordt valt men de penisdief aan en ziet dat er een aantal mensen gestorven
en levend verbrand zijn.
Vermoedens van het gebruik van zwarte magie om mensen hun penis te stelen of te verkleinen.
Bepaalde groepen geloven in penisdiefstal. De penis is niet echt verdwenen natuurlijk. De ene groep
al meer dan de andere.
Bestaan er groepen mensen waarvan we kunnen zeggen dat de kans dat ze hierin geloven beduidend
groter is? Welke eigenschappen moeten mensen hebben waarbij het risico groter is dat ze geloven in
penisdiefstal?
- Landen ten zuiden van de Sahara = Subsahara in Afrika (plaats)
- Eerste beschreven geval jaren ’60 (Sudan) (temporele dementie)
- 1975-1977: epidemie Nigeria, plotse opkomst van geloof in penisdiefstal
- 1997-2003: 56 gevallen van penisdiefstal gemeld (36 vermeende penisdieven gelyncht)
- Voornamelijk in stedelijke gebieden
- Voornamelijk bij mensen die recent van platteland naar stad verhuisden
- Culturele opvattingen, opvattingen, ideeën die gedeeld worden door bepaalde groepen van
mensen
Andere voorbeelden
- Hikikomori: fenomeen/syndroom die vaak voorkomt in Japan. Komt meestal voor bij
jongeren. Voornaamste gedrag: jongeren die niet meer uit de slaapkamer komen. Ze trekken
1
, zich terug in de slaapkamer. Komt enkel voor wanneer je in een bepaalde samenleving zit,
binnen een bepaalde culturele niche. De reactie daarop is iets gedeeld.
- Dhat: komt voornamelijk voor in India, Azië. Dhat komt voornamelijk voor bij mannen. Enkele
kenmerken zijn: lusteloosheid, weinig energie, ze zijn ervan overtuigd dat ze de oorzaak
ervan kennen. De mannen zijn ervan overtuigd dat er sperma weglekt en dat het wegvloeit in
hun urine. En dat ze daardoor van die vitale levenskracht verliezen.
- Schizofrenie: Westerse samenleving. Wat is de aard van de ziekte? Er is veel discussie over,
op dit moment weten we het niet. In onze maatschappij zijn er bepaalde groepen waarbij het
risico op het krijgen van schizofrenie groter is dan voor andere groepen. Er zijn sub
samenlevingen in onze samenleving, waarbij er een grotere kans is op schizofrenie. De twee
beïnvloedende factoren zijn: 1) de vraag of iemand eerder in de stad of eerder op het
platteland woont. Het komt vaker voor bij mensen die in de steden wonen. (de diagnose
wordt vaker gesteld bij mensen die in de stad wonen) 2) migratie, komt vaker voor bij 1 e en
2e generatie migranten. (bv Noorwegen)
- Anorexia: Westen, kwam heel vaak voor. Meestal bij vrouwen, komt vaker voor bij kinderen
in de pubertijd (leeftijd). We zien een correlatie met de sociale klasse. Anorexia komt een pak
vaker voor bij meisjes uit de hogere middenklasse, dan bij meisjes uit de lagere klasse
(arbeidersgezin). Hoe hoger het opleidingsniveau van de ouders, hoe vaker de dochter met
anorexia. De populatie meisjes die goed presteren op school, komt anorexia vaker voor.
- Aids: komt vaker voor in de lagere sociale klasse dan in de hogere. In de lagere sociale klasse
had men vaker onbeschermde seks en meer druggebruik. In de hogere klasse zie je niet veel
junkies.
Hoofdstuk 1 – Wat is sociologie?
Sociologie:
- Het onderzoek van het samenleven/de samenleving (bv op welke manier onderscheidt het
samenleven van studenten zich van het samenleven van veertigers)
- Sociologische verbeelding afkomstig van Mills. Het sociologisch perspectief. Bepaalde dingen
kun je op verschillende manieren bekijken. 1 van die manieren is vanuit sociologisch
standpunt. Het individuele linken aan de sociale context waarin men leeft. De sociale context
op verschillende niveaus: gezin, school..
- Invloed van de maatschappij is niet altijd duidelijk
- Vrije keuze versus sociale invloed. We hebben de indruk dat we zelf bepalen wat we doen,
wat we denken. Terwijl als je het gaat bestuderen, dat de sociale context er vaak een invloed
op heeft. De omgeving waaruit we komen en de opvattingen, normen, waarden die er zijn.
Heel vaak de opvattingen die we zelf hebben, zijn voor ons van zelfsprekend omdat we ze al
zo lang hebben, dat we er niet bij stil staan dat ze van buitenaf komen, een gevolg van de
maatschappij waar we aan deelnemen.
Mondiaal perspectief
We leven in een geglobaliseerde samenleving. Lokale culturele verschillen verdwijnen meer en meer
en er komen meer gelijkenissen op.
- Ook de plaats van onze samenleving in de wereld heeft invloed op ons leven
- Contacten tussen verschillende landen zijn toegenomen
2
, - Sociale problemen die wij kennen zijn elders vaak ernstiger (bv in Vlaanderen hebben we te
maken met inkomstongelijkheid, maar in de meeste andere landen (India, Amerika) is dit
vaak veel erger)
- Globaal perspectief helpt onze eigen maatschappij beter begrijpen
Praktisch belang van sociologie
- Beleid: door een studie van de doelgroep ga je je manier van aanpak definiëren. Naargelang
het deel van de populatie dat je wilt bereiken kan je je kanaal, boodschap aanpassen
- Persoonlijke groei
Kritische houding tegenover wat algemeen aanvaard is
Beter inzicht op mogelijkheden en hindernissen in het leven
Actieve rol in de samenleving
In vraag stellen van de eigen manier van leven
Ontstaan van de sociologie
- Ontstaan in de 18e – 19e eeuw
- Sociologie is ontstaan op het moment dat de maatschappij er ‘nood’ aan had. Er waren
bepaalde maatschappelijke veranderingen die ervoor zorgden dat het interessant werd om
de samenleving te gaan bestuderen.
- Maatschappelijke veranderingen
Industrialisering
Demografische wijzigingen: sinds de industrialisering zijn mensen vaker in steden gaan
wonen.
Politiek(e wijzigingen), evolutie naar de democratie
- Toenemend belang wetenschap (om naar de samenleving te gaan kijken)
Hoofdstuk 2 – Sociologische theorieën en methoden
1. Sociologische theorieën
Theorieën die gebruikt worden om de onderzoeksresultaten zin te geven.
Theoretische benadering of perspectief:
- Structureel functionalisme (oudste benadering)
- Conflictsociologie
- Symbolische interactionisme
- Rationele keuzebenadering
Sociologie: drie analyseniveaus (mensen gaan in interactie met elkaar en dat kan op drie
verschillende niveaus. Micro = klein, macro = groot, meso = midden)
Micro: kleinschalig niveau, kleine groepjes bv je gezin, familie, vrienden
Meso: kantoor, universiteit
Macro: overheid, land
Structureel functionalisme
3