Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting BOS Correlationeel Onderzoek: Basis van Onderzoeksmethoden en Statistiek €2,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting BOS Correlationeel Onderzoek: Basis van Onderzoeksmethoden en Statistiek

 51 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Een samenvatting van alle hoorcolleges (1 tot en met 6) en de Grasple lessen (C1 tot en met C31). Belangrijke begrippen in het blauw, voorbeelden in het grijs.

Aperçu 3 sur 28  pages

  • 1 novembre 2021
  • 28
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
BOS Samenvatting Correlationeel Onderzoek HC + Grasple - Huyen Chau Nguyen

HC 1 CORRELATIONEEL ONDERZOEK

Dataverzameling correlationeel onderzoek
- Data kan op allerlei verschillende manieren verzameld worden (observatiestudies, bestaande gegevens/ big
data, vragenlijsten/surveys)
- De manier van dataverzameling komt overeen met kwalitatief onderzoek, maar bij correlationeel
onderzoek gebruik je het op een andere manier: systematisch, gestructureerd op een kwalitatieve manier

Onderzoeksvraag correlationeel onderzoek
- Onderzoeksvraag over samenhang of relatie tussen eigenschappen
- Volgen uit theorie
- PAC elementen: Population, Association en Constructs

Population (populatie): de groep mensen (of dieren of objecten) die de onderzoeker wil onderzoeken
- Voorbeelden: alle eerstejaars studenten aan universiteiten in Nederland, alle vluchtelingenkinderen van 8-10 jaar die
in Nederland in een asielzoekerscentrum (AZC) wonen

Association (verband/ relatie): de onderzoeker geeft aan welke relatie verwacht wordt (bij correlationeel)
- Voorbeelden: plezier van eerste date neemt toe met meer contact via social media vooraf, hoe langer vluchtelingen-
kinderen in een asielzoekerscentrum wonen, hoe kleiner de kans op een verblijfsvergunning
Causaliteit: bij vragen over of één bepaald kenmerk een verandering in een ander kenmerk veroorzaakt
- Bij causaliteit spreken we over onderzoeksvragen die een oorzaak/gevolg verband beschrijven
- Voorbeelden: meer social media contact vooraf leidt tot een leukere eerste date, verlengd verblijf in een AZC leidt tot
minder kans op een verblijfsvergunning
- Voorwaarden causaliteit
- Covariance: er moet een relatie zijn tussen de oorzaak en het gevolg
- Temporal precedence: de oorzaak moet in de tijd voorafgaan aan het gevolg
- Internal validity: alternatieve verklaringen voor de gevonden relatie moeten zijn uitgesloten

Constructs (theoretische begrippen): de kenmerken die de onderzoeker van de mensen wil weten en meten
en waartussen er een verband verwacht wordt
- Voorbeelden: plezier van de eerste date, hoeveelheid social media contact vooraf, lengte verblijf in AZC, kans op
verblijfsvergunning
- Dit doe je tijdens je onderzoeksontwerp

Meetbaar maken van constructs → proces van operationaliseren
- Om een theoretisch begrip te meten moeten de onderzoekers het hele operationalisatie proces doorlopen:



- Theoretisch concept: theoretische begrippen waar de onderzoekers geïnteresseerd in zijn
- Conceptuele definitie: wat de onderzoekers met het theoretische begrip bedoelen, inhoudelijke beschrijving
- De operationele definitie: hoe de onderzoekers het theoretische begrip gaan meten, keuze meetinstrument
- Variabele: stellingen die je aan je respondenten kan voorleggen waar een zinvol antwoord op komt
- numerieke waarden, varieert van persoon tot persoon

Meetinstrumenten
- Veel fysieke kenmerken hebben een bestaand meetinstrument met bekende waarden
- Lengte van student met een meetlint, bloeddruk van de patiënt met een standaard bloeddrukmeter, kledingmaat
- Veel theoretische begrippen hebben ondertussen ook bestaande meetinstrumenten, maar niet altijd
- Wechsler Adult Intelligence Scale (IQ score), Rosenberg’s Self-Esteem Scale, Becks’s Depression Scale

Verschillende soorten variabelen: meetniveaus
- Nominaal meetniveau: categorieën lievelingskleur: 1 = rood, 2 = blauw, 3 = wit
- Ordinaal meetniveau: volgorde, afstanden verschillen kledingmaat, ranglijst van schaatsers
- Interval meetniveau: volgorde, afstanden gelijk IQ score
- Ratio meetniveau: volgorde, afstanden gelijk, absoluut nulpunt lengte, gewicht, aantal

,BOS Samenvatting Correlationeel Onderzoek HC + Grasple - Huyen Chau Nguyen

Validiteit: hoe weet een onderzoeker of er gemeten is wat er
voor ogen was?

Begripsvaliditeit (construct validity)
Subjectief beoordelen - Meten we inhoudelijk wat we willen meten?
- Inhoudsvaliditeit (content validity): meet het instrument wel
alle aspecten van de theoretische begrippen? In de theorie
staan aantal aspecten; worden deze geadresseerd?
- Indruksvaliditeit (face validity): als experts naar de vragenlijst
kijken, hoe beoordelen ze deze vragenlijst? Ziet de vragenlijst er
op het oog compleet uit?
Empirisch beoordelen
- Convergente validiteit: komen de metingen van dit meetinstrument en metingen van een ander
meetinstrument (dat hetzelfde begrip meet) overeen?
- Discriminante validiteit: hangen de metingen van dit instrument juist niet samen met echt andere kenmerken?
- Criterium validiteit: hangen de metingen van dit meetinstrument samen met gedragsmatige uitkomsten
waarvan we weten dat er een verband hoort te zijn?
- Score op Rosenberg’s self-esteem scale hangt samen met gedrag, bijv. met vertrouwen aan een nieuwe studie/
baan/ relatie beginnen, tevreden zijn met hoe je een opdracht/ tentamen/ taak hebt gemaakt.

Interne validiteit
- Kunnen we een ‘goed’ antwoord geven op de onderzoeksvraag?
- Vooral van belang bij causale onderzoeksvragen: kijken of je de alternatieve verklaringen kunt uitsluiten,
hangt af van de procedure van het onderzoek (vooral mij experimenteel onderzoek)

Externe validiteit
- Over welke populatie kunnen we op basis van onze steekproef conclusies trekken/generaliseren?
- Correlationeel onderzoek heeft vaak als doel om conclusies te laten gelden voor een grote groep
- Belangrijk: kijken naar de manier hoe de steekproef is getrokken

Statistische validiteit
- Kunnen we de conclusies uit een statistische analyse vertrouwen?
- Duidelijk voorbeeld: data verzinnen

Betrouwbaarheid (reliability) van een meetinstrument: Leidt de operationalisatie tot goede, consistente
metingen? Als hetzelfde meetinstrument nog een keer gebruikt zou worden bij dezelfde groep, zouden de
resultaten dan hetzelfde zijn?

Test‐hertest betrouwbaarheid
- Geeft het meetinstrument consequente scores wanneer onderzoekers het meerdere keren gebruiken?
- Wordt gebruikt bij theoretische begrippen die relatief stabiel zijn: intelligentie, ambitie, assertiviteit,
empathie
- Niet handig bij theoretische begrippen die fluctueren met de tijd: pijn, ontspannenheid, boosheid

Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
- Geeft het meetinstrument consequente scores wanneer verschillende onderzoekers het gebruiken?
- Wordt vooral gebruikt bij observaties
- Voorbeeld: plezier van kinderen op het schoolplein wordt beoordeeld door twee observanten waarbij ze
gedurende het speelkwartier scoren hoe vaak een kind lacht

Interne betrouwbaarheid
- Geven respondenten soortgelijke antwoorden op verschillende vragen over hetzelfde theoretische begrip?
- Gemeten met Cronbach’s alfa: meet de interne consistente (samenhang vragen binnen een meetschaal)

, BOS Samenvatting Correlationeel Onderzoek HC + Grasple - Huyen Chau Nguyen

Grapsle C8-11 Betrouwbaarheid en begripsvaliditeit

Betrouwbaarheid: de mate waarin meerdere identieke metingen hetzelfde resultaat geven
- Ook wel consistentie of precisie genoemd: een maat voor hoe dicht de gemeten waarden bij elkaar liggen
- De betrouwbaarheid van je meetmethode kan het beste bepaald worden door het herhalen van metingen

Drie verschillende vormen van betrouwbaarheid (=herhalen van metingen om zo te kijken of ze betrouwbaar zijn) :
- Test-hertest betrouwbaarheid: Beoordeelt of het meetinstrument consequente scores geeft wanneer
onderzoekers het meerdere keren gebruiken
stel je neemt een IQ test af en twee weken later nog eens, in hoeverre komen die metingen met elkaar overeen?
- Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid: Meet of het meetinstrument consequente scores geeft wanneer
verschillende onderzoekers het gebruiken - dit is vooral van toepassing in situaties waar de onderzoeker iets
moet beoordelen, bijvoorbeeld bij observaties/veldonderzoek
als twee mensen iets beoordelen, in hoeverre komen hun beoordelingen overeen?
- Interne betrouwbaarheid: Meet in hoeverre respondenten soortgelijke antwoorden op verschillende
vragen over hetzelfde theoretische begrip geven
stel dat je via drie vragen het humeur van iemand wilt meten, in hoeverre komen de antwoorden op die drie vragen overeen?

Validiteit (begripsvaliditeit/construct validiteit): de mate waarin hetgeen wat je gemeten hebt
overeenkomt met het begrip wat je wilt meten, de werkelijke waarde.
- Ook wel juistheid genoemd: kijken of we met ons meetinstrument het beoogde theoretische begrip op een goede,
kloppende, complete en afgebakende manier meten. Het zoomt in op wat we meten en hoe we meten.
- De validiteit van je meetinstrument kan op verschillende manieren bepaald worden
- Oorzaken van een lage validiteit: de test meet niet wat het moet meten (oorspronkelijke IQ test meette begrip en
kennis van de taal en de maatschappij ipv intelligentie), afwijkingen in meetapparatuur systematische fouten

Vijf verschillende vormen van begripsvaliditeit
- Subjectieve beoordelingen: indrukvaliditeit en inhoudsvaliditeit – kijken of het instrument lijkt te passen bij
het te meten begrip en of het volledig lijkt te zijn
- Subjectief: beoordeling van de kwaliteit van een meetinstrument baseren op meningen, indrukken en kennis van
relevante personen. Vaak zijn dit experts op het onderwerp en is het dus niet een mening die uit het niets komt
vallen. Toch houdt het een subjectief karakter, omdat de beoordeling afhangt van de persoon. Als verschillende
experts naar de vragenlijst kijken, komen ze mogelijk tot een andere beoordeling.
- Empirische metingen: criteriumvaliditeit, convergente validiteit, discriminante validiteit – geïnteresseerd in
de samenhang tussen ons meetinstrument en andere instrumenten of gedragingen
- Empirisch: beoordeling baseren op data. Observaties die worden gedaan met het meetinstrument dat beoordeeld
wordt worden vergeleken met data die op andere manieren zijn verworven, bijvoorbeeld met een ander
meetinstrument. Op die manier kunnen we tot empirische uitspraken komen die iets kunnen vertellen over de mate
waarin ons instrument samenhangt met andere instrumenten die bijv. iets vergelijkbaars meten, of juist iets heel
anders. Verschillende onderzoekers die deze analyse uitvoeren zouden tot vergelijkbare conclusies moeten leiden en
zijn daarom minder subjectief.

Soorten begripsvaliditeit:
- Inhoudsvaliditeit: Beoordeelt of het meetinstrument wel alle aspecten van het theoretische begrip meet
Een docent wenst kennis van de Engelse taal te meten en meet in haar toets alleen vocabulaire, grammatica, en schrijf- en
leesvaardigheid, maar vergeet spreekvaardigheid te testen. Meet de docent wel alle aspecten van het begrip "kennis van de Engelse
taal"? In de theorie staan aantal aspecten; worden deze geadresseerd?
- Indruksvaliditeit: Wanneer experts het meetinstrument beoordelen/ Indruk experts
Een kinderarts heeft een meetinstrument ontwikkeld om kinderen aan te laten geven hoeveel pijn ze hebben. Hoe beoordelen
experts op het gebied van pijn dit meetinstrument? Als onderzoekers er naar kijken, hoe beoordelen ze het? Ziet het er op het oog
compleet uit?
- Convergente validiteit: Meet in hoeverre de metingen van het meetinstrument en metingen van een
ander meetinstrument (dat hetzelfde of een soortgelijk begrip meet) overeenkomen
De kinderarts gebruikt een bestaande manier en zijn nieuwe manier om pijn te meten bij een steekproef van kinderen die
binnenkomen met pijnklachten. In hoeverre komen de metingen van zijn nieuwe meetinstrument en metingen van het bestaande
meetinstrument overeen?
- Discriminante validiteit: Meet of de metingen van het meetinstrument niet of minder samenhangen met
echt andere kenmerken dat duidelijk een ander begrip meet
Hangen de metingen van dit meetinstrument juist niet samen met echt andere kenmerken?
- Criterium validiteit: Meet of de metingen van dit meetinstrument samenhangen met een andere
uitkomstvariabele waarvan we weten dat er een verband hoort te zijn
Hangen de metingen van dit meetinstrument samen met gedragsmatige uitkomsten waarvan we weten dat er een verband hoort te zijn?

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur huyenchaunguyen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67096 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€2,99  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter