Casus 4.1 mw. Terbeeke AFPF Hogeschool Utrecht
Casus 4.2 mw. Terbeeke AFPF Hogeschool Utrecht
Casus 3.2 Simone en Bentley AFPF Hogeschool Utrecht
Tout pour ce livre (38)
École, étude et sujet
Hogeschool Utrecht (HU)
Verpleegkunde
Anatomie En Fysiologie (AFPF)
Tous les documents sur ce sujet (2)
Vendeur
S'abonner
charlottefeikema
Aperçu du contenu
Samenvattingen blok A alle lessen – Charlotte Feikema
AFPF lesdoelen les 1 casus Sophie
De student kan:
Een definitie geven van de begrippen (milieu interieur en homeostase)
Milieu interieur betekend; nauwkeurig betekend het ‘’ zonder verandering ‘’.
Een dynamische, voortdurende veranderde situatie waar een veelvoud van
fysiologische mechanismen en metingen steeds binnen nauwe grenzen blijft.
Homeostase betekend; het is de onderhoud van een stabiele interne
omgeving
Negatieve en positieve feedbackmechanismen met elkaar vergelijken
Het proces van osmose vergelijken met dat van diffusie en met behulp
van deze begrippen uitleggen hoe moleculen zich verplaatsen binnen en
tussen compartimenten van het lichaam
Osmose betekend; beweging van water langs de concentratiegradient door
een semipermeabel membraam.
Diffusie betekend; beweging van stoffen langs concentratiegradient, waar
geen energie of aanwezigheid van een membraan voor nodig is.
De vergelijking tussen osmose en diffusie is; dat bij osmose is er een
membraam voor nodig om beweging te krijgen dmv semipermeabel en bij de
diffusie is er geen membraan nodig om de beweging van de stoffen te krijgen
Hoe moleculen zich verplaatsen binnen en tussen compartimenten in het
lichaam gebeurd door;
Een beschrijving geven van de thermen (intra-en extracellulaire
vloeistof)
Intracellulaire vloeistof betekend; dat de samenstelling van intracellulaire
vloeistof wordt grotendeels gereguleerd door de cellen zelf.
Extracellulaire vloeistof betekend; de extracellulaire vloeistof bestaat
voornamelijk uit bloed, plasma, lymfe, cerebrospinale vloeistof en vloeistof in
de interstitiële ruimte in het lichaam.
De structuur en functie beschrijven van de plasmamembraan
Een plasmamembraam; bestaat uit twee lagen fosfolipiden met daarin
eiwitten en suikers. Behalve fosfolipiden is ook het lipide cholesterol aanwezig.
De kop heeft een elektrische lading en is hydrofiel (wateraantrekkend); de
staart heeft geen lading en is hydrofiel (waterafstotend)
De functies beschrijven van de organellen
,De functie van organellen is; ze worden omgeven door hun eigen
specialistische functie.
De twee stappen van de celcyclus, interfase en mitose
De twee stappen; cellen met een kern hebben 46 chromosomen en delen
zich mitose, een proces waaruit twee nieuwe, genetische identieke,
dochtercellen ontstaan. De enige uitzondering hierop is de vorming van
gameten (geslachtscellen), dus eicellen en zaadcellen, die plaatsvindt door
meiose. De periode tussen twee celdelingen is de celcyclus. Deze bestaat uit
twee fasen die zichtbaar zijn onder de lichtmicroscoop. Mitose en interfase.
Eerste tussenfase; de cel groeit qua maat en volume.
Tweede tussenfase; de cel groeit voort en bereidt zich voor op de celdeling.
Overeenkomsten en verschillen aangeven van actief, passief en
bulktransport van stoffen door de celmembraan heen
Passief transport; dit treedt op wanneer een stof de semipermeabele
membraan van plasma en organellen kan passeren en zich met de
concentratiegradient mee kan verplaatsen zonder energieverbruik.
Actief transport; dit is het transport van stoffen tegen hun
concentratiegradient in, dus van een lagere naar een hogere concentratie.
Bulktransport; de overdracht van deeltjes die te groot zijn om door de
celmembraan te passeren gebeurt door pinocytose en fagocytose. De deeltjes
worden ingesloten door een instulping van het cytoplasma
Verschillen;
De structuur en functies beschrijven van epitheel, bindweefsel en
spierweefsel
Epitheel; dit weefseltype bedekt het lichaam en bekleedt lichaamsholten, holle
organen en verschillende kanalen en afvoerbuizen van het lichaam. De
structuur van epitheel wordt in hoge mate bepaald door de functie ervan, die
kan zijn:
1. Bescherming van de onderliggende structuren tegen bijvoorbeeld
uitdroging, of chemische en mechanische schade
2. Secretie
3. Absorptie
Bindweefsel; bindweefsel is van alle weefsels het ruimst aanwezig in het
lichaam, het bevat altijd drie componenten, in wisselende verhouding: cellen,
vezels en een intracellulaire substantie, de matrix. De meeste soorten
bindweefsel worden goed voorzien van bloed. De belangrijkste functies;
, 1. Binding en ondersteuning van de structuur
2. Bescherming
3. Transport
4. Isolatie
Spierweefsel; spierweefsel kan zich samentrekken en weer ontspannen. Dit
maakt beweging mogelijk binnen het lichaam en van het lichaam.
Spiercontractie vereist overvloedige bloedtoevoer die voor genoeg zuurstof,
calcium en voedingstoffen zorgt en afvalstoffen afvoert.
De structuur en functies van de epitheliale membranen, slijm- en
sereuze vliezen en de synoviale membranen uitleggen
De richtaanduidingen in de anatomie aflezen van een afbeelding en
toepassen op het lichaam van een patiënt. (sinister/links, dexter/rechts,
mediaal,lateraal,procimaal,distaal,anterior/ventraal,posterior/dorsaal,sup
erior/craniiaal,inferior/candaal)
De beenderen aanwijzen en benoemen op een afbeelding: cranium,
clavicula, scapula, sternum, cosae, humerus, radius, ulna, pelvis, ossa
carpi, ossa metacarpales, phalanges, femur, patella, tibia, fibula, ossa
tarsi, metatarsal, bones, phalanges, vertebrae cervicale, vertebare
thoracales, vertebrae lumbales, sacrum, coccyx, disci intervertrebrales.
De vier lichaamsholten benoemen en de inhoud benoemen van de
borstholte en de buikholte
De 4 lichaamsholten zijn; schedelholte, borstholte, buikholte en bekkenholte.
De inhoud van de borstholte; de trachea, 2 bronchi, 2 longen.
Het hart, de aorta, de vena cava superior en inferior, talloze andere
bloedvaten.
De oesophagus (slokdarm)
Lymfevaten en lymfeklieren
Enkele belangrijke zenuwen.
Het mediastinum is de ruimte tussen de longen, inclusief de structuren
die daar liggen, zoals het hart, de slokdarm en de bloedvaten.
De inhoud van de buikholte; het grootste deel van de buikholte wordt
ingenomen door de organen en klieren van het spijsverteringsstelsel.
Het bestaat uit; de maag, dunne darm en het grootste gedeelte van de dikke
darm.
De lever, galblaas, galwegen en de pancreas (alvleesklier)
Andere structuren omvatten;
De milt
2 nieren en het bovenste deel van de ureters
, 2 bijnieren en het bovenste deel van de ureters
Talrijke bloedvaten, lymfevaten, zenuwen en lymfeklieren
Een definitie geven van belangrijke begrippen in de pathologie
Een opsomming geven van belangrijke etiologische factoren,
risicofactoren en processen van pathogenese beschrijven
AFPF lesdoelen les 2 Famille Versteeg
Lesdoelen:
De onderdelen van het aspecifieke (niet specifiek) afweersysteem
beschrijven.
Slijmvliezen en ontstekingsreactie
De belangrijkste antimicrobiële substanties in de eerste
verdedigingslinie benoemen.
Zoutzuur: maagsap bevat hoge concentraties zoutzuur, zo worden micro-
organismen verdrongen
Lysozym: een klein eiwit met antibacteriële eigenschappen aanwezig in
granulocyten, traanvocht en ander lichaamsvocht, behalve in transpiratievocht,
urine en cerebrospinale vloeistof.
Antilichamen: aanwezig in neusvocht en speeksel. Ze kunnen micro-
organismen inactiveren.
Speeksel: (zuur milieu) spoelt voedselresten weg, zodat kans op bacteriegroei
wordt verkleind.
Interferonen: worden geproduceerd door T-lymfocyten en cellen waar virussen
zijn binnengedrongen. Voorkomen dat virussen zich in de geïnfecteerde cel
vermeerderen en zich verspreiden naar gezonde cellen.
Complement: een systeem van ongeveer 20 eiwitten in bloed en weefsels. Het
systeem wordt geactiveerd door immuuncomplexen (aan elkaar gehechte
antigeen-antilichamen) en door vreemde suikers die voorkomen op celwanden
en bacteriën
De functies en kenmerken van een ontstekingsreactie en koorts en
de betrokken ontstekingsmediatoren (histamine, prostaglandine)
beschrijven.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur charlottefeikema. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.