Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Volledige samenvatting van de hoorcolleges Onderzoeksmethodologie €8,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Volledige samenvatting van de hoorcolleges Onderzoeksmethodologie

 5 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Een toegankelijke samenvatting van onderzoeksmethodologie.

Aperçu 4 sur 74  pages

  • 3 novembre 2021
  • 74
  • 2019/2020
  • Notes de cours
  • K. j. kan
  • Toutes les classes
avatar-seller
Hoorcollege 1: Onderzoeksmethodologie
Introductie en de Empyrische cyclus

Verwerven van kennis (doel wetenschap):
1. Beschrijven, ordenen, registreren begrijpen, verklaren
2. voorspellen, beheeren/beïnvloeden

Hoe gaan we die kennis opdoen. Het boek geeft 2 parallen tussen natuurwetenschappen en sociale
wetenschappen:

2 kapstokken:
Kapstok 1: Sociale wetenschappen kun je vergelijken met natuurwetenschappen
- Vergelijking sociale en gedragswetenschappen met 2 bekende ways of knowing
- Natuurwetenschappen: vergelijkbare logica , maar actieve rol onderzoeksobject
- Informele observatie: vergelijkbaar doel, begrijpen van menselijk gedrag.
Vergelijking Natuurwetenschappen
- Vergelijkbare logica, maar actieve rol onderzoeksobject
- Menselijke deelnemers: nadenken over sociale en ethische waarden
Positivisme:
- Wetenschapsfilosofische stroming
- “Alle kennis dient empirisch gefundeerd te zijn”,
- ‘De sociale wereld kan net als natuurlijke wereld bestudeerd worden
- Nadruk op voorspellen en ingrijpen (itt beschrijven)
- Volgde op: metafysica (niet toetsbaar aan de werkelijkheid), bijv. Descarte (ik denk dus ik ben),
filosoof.
Bijv. intellegentie, dyslectie kan je niet direct zien, maar wel middelen ontwikkelen om iets te impliceren (het
abstracte begrip toetsbaar te maken) , de sociale wereld te begrijpen. En daarnaast om het te kunnen
voorspellen. Het gaat verder dan alleen beschrijven.
Constructivisme (tegenreactie op het positivisme)
- Wetenschapsfylosofische stroming (mensen zijn geen deeltjes)
- Perspectief deelnemer centraal;
- Theorievorming tijdens data verzamelen
- ‘streven naar causale wetten misleidend’, omdat al die mensen die onderzocht worden verschillend
zij, dus er zijn geen algmene weten. Mensen zijn uniek
- ‘nadruk voorspellen en contrile beperkte wetenschap’, het gaat vooral om beschrijven wat er bij
mensen leeft, wat hun gevoelens zijnm wat ze denken
- Ander kritiek: Determinisme, miskent vrije wil en alternatieve realiteit
- Reductionisme: simplificeert te veel
- Egocentrisch: onderzoeker gaat uit van zichzelf
- Ontmenselijkt door ze in een getal te willen vatten (bijv IQ)
- Overduidelijk en onnauwkeurig, omdat ze juist zo reduceren en egocentrisch zijn kan je alleen maar
met een bepaalde bril naar de resultaten kijken.

Moderne opvattingen brengt constructivisme en positivisme bij elkaar. Positivisme wordt wel gewaardeerd,
maar we moeten ook rekening houden met het feit dat we in sociale wetenschappen niet te maken hebben
met dezelfde soort deeltjes. We moeten ethische aspecten meenemen, als onderzoeker met een bepaalde blik
kijken, rekening houden dat iets in de ene situatie anders kan zijn dan in de andere situatie. Onderzoek moet
toepasbaar zijn, we moeten er iets aan hebben, dus:
Moderne opvattingen neemt kritiek op het positivisme serieus:
- Erkennen waarden onderzoeker
- Respecteren van deelnemers


1

, - Rekening houden met : situationele factoren, diverse perspectieven, toepasbaar in de echte wereld en
effect van onderzoeker
- Mixed methods: complemetaire methoden

Waarden in sociaalwetenschappelijk onderzoek:
- Belangrijker dan bij natuurwetenschappen
- Verschillende perspectieven, we leren dat de bias die ontslaan tijdens een onderzoek kan detecteren,
je kan oordelen of het een goed of niet goed onderzoek is
- Bestaat objectieve wetenschap?
- Onderzoekers hebben waarden en perspectieven.
- Interpretatie, verwachtingen, keuze van onderwerp.
- Waardediscussie lastig wetenschappelijk te beslechten.
- Perspectief zit in de weg: evaluatie bewijs hangt ervan af.

Publieke aandacht voor een onderzoek
- Onderzoek baar mensen trekt aandacht
- Bepaalde onderwerpen trekken meer aandacht (bijv. intelligentie tussen autochtonen en
autochtonen)
- Framing van vraagstelling bepaalt mede de aandacht
- Implicaties voor maatschappij, personen en groepen (bijv. waarom bestaat homoseksualiteit? Dit
heeft een bepaalde lading, alsof hetero de norm is)
- Onderzoekers vereenzelvigd met onderzoeksresultaten (covariation priciple)
- Voorzichtigheid is dus geboden.

Negatieve aandacht voor onderzoek:
- Rind et al. (1998): effecten van seksueel misbruik. Hij concludeerde dat het eigenlijk wel meeviel (in
het ontwikkelen van psychopathologie). Hier viel iedereen over, terwijl hij er geen uitspraak over heeft
gedaan of het goed of slecht was
- Loftus’ onderzoek naar ‘false memories’ getuigenverklaringen. Deden onderzoek naar hypnose. Onder
hypnose kan je mensen dingen aanpraten. Als je niet waakt voor op de manier waarop je interviewt,
kan je false memories krijgen. Geldt ook voor seksueel misbruik. Meneer Loft is vaak door de
rechtbank gevraagd om de rol van suggestieve vragen uit te leggen.
- In NL hetze tegen criminoloog Wouter Buikhuizen (1979), of criminele eigenschappen genetisch
beïnvloed zijn
- Gevolgen voor personen en onderzoeksgebieden (subsidies)

Sociale wetenschappen meer omstreden:
- Publiek heeft ervaring met onderwerp
- Putten uit eigen (beperkte) ervaring
- Methoden ogen gewoontjes (vragen stellen, observeren)
- Onderwerp vaak persoonlijk en politiek gevoelig
Dat maakt het lastig om onderzoek. Maar toch kan je iets zeggen over de data die je verzameld hebt ondanks
alle beperkingen.

Kapstop 2: Het dagelijks leven
- Vermoedens en hypothesen andermans gedrag
- We willen gedrag verklaren en bepalen of de verklaring juist is.
Afhankelijk van wat je opmerkt, veranderen je ideeën ook.

Naive Hypothesen en theorieen:
- Onze dagelijkse gevolgtrekkingen lijken op wetenschap
- DG: waarnemen – proberen – (resultaat) – evalueren
- Specifieke indeen over sociale verschijnselen en gedrag

2

, - Bruikbaar om doelen te bereiken
- Construct: (abstracte eigenschap: persoonlijkheid, intelligentie, angsststoornis) abstract concept dat
we willen vatten (bijv. wat volgt uit dyslectie, hoogdbegaafdheid)
- Meestal geen fysieke aard
- Operationele definitie
- Theorie bevat soms een logische stelling
- Bevat soms voorwaarden (‘qualifying conditions’), wordt beantwoord met waar/niet waar. Gaat vaak
over causale verbanden. Hoe meer schermgebruik, dat is de oorzaak van meer
concentratieproblemen. Dat hoeft niet perse causaal te zijn, het kan zijn dat mensen die meer
aandachtsproblemen hebben, meer naar hun scherm gaan kijken. Het verklaren van causale
verbanden is dus niet perse noodzakelijk, maar gebeurt wel vaak.
- Vertrouwen in theorie (=verbindingen tussen meerdere hypothesen) bepaald door zwakste schakel.
Dus de theorie is zo sterk als de zwakste schakel.

Hulpbronnen voor naïeve hypothesen
1. Logische analyse
Theorie vaak in de vorm van Syllogisme: redenering bestaande uit 3 proposities
1. Als een kind speelgoed heeft is het gelukkig
2. Als een kind gelukkig is, heeft het weinig snoeplust
3. Als een kind speelgoed heeft, heeft het weinig snoeplust
- Logisch redeneren is vaak lastig (zie Kahneman)
- Inconsistenties en bias

2. Autoriteit
- Consulteren experts
- Werkelijk expert?
- Schijn van expertise
- Onenigheid onder experts
- Waarden bepalen keuze expert
- Expert niet onafhankelijk
- Inconsistentie en bias
- DG: niet achter verschuilen
Expertise is soms alleen schijn, daar moet je je bewust van zijn.

3. Consensus
- Afstemmen met gelijken
- Zelfde bias en vervorming Autoriteit
- Groepsdenken : streven naar harmonie in groep, bij JFK. Hij moest een beslissing maken: wel of geen
groepen varkensbaai Cuba. De beslissing was niet tactisch, maar wel om het groepsdenken te
bevorderen. Dus het was niet perse een goede beslissing.

4. Observatie
- Hypothese vergelijken met observatie van gedragselecte groep
- Valkuilen:
We zoeken vooral bevestiging, niet ontkrachting
Selecte groep: hoeft niet op te gaan in het algemeen
construct anders opgevat (bijv. hypothese en observatie
Causale richting moeilijk te bepalen

5. Eerdere ervaringen
- Putten vaak uit het verleden
- Zelfde problemen als bij observatie
- Geheugen al ingericht volgens theorieën en hypothesen

3

, - Onthouden makkelijker als het in plaatje past
- Lastiger te ontkrachten.

Verschillen informele observatie:
- Grootste verschil: alertheid biased conclusies
- Zelfbewust en werk kritisch beoordelen door andere wetenschapers (strenger)
- Systematisch bias voorkomen en gebruik (systematische) gevestigde methoden.
- Altijd gebaseerd op empirisch onderzoek
- Vertrouwen als niet weerlegd en veel verklarende kracht. (steeds dezelfde uitkomsten bij meerdere
steekproeven)

De Groot:
- Overdraagbare (itt persoonlijke) kennis
- Streven naar waarheid
- Grotere onzekerheden (we gaan ervan uit dat er meerdere waarheden kunnen zijn, het is nooit 100%)
- Empirische criteria (we zijn nog steeds bewust van bias)
- Sleutelrol voorspellen (in de wetenschap willen we er iets mee doen, ingrijpen)
- Algemene samenhangen
- Theorieën (kijken of ze meetbaar zijn, betrouwbaar)

Selectie van problemen:
- Algemeenheid
- Beantwoordbaarheid
- Theoretisch belang
- Praktisch/maatschappelijk belang

Dus: Parallel 1: Sociale wetenschappen met dagelijks leven
→zelfde onderzoeks’objecten (mensen en hun gedrag
→In wezen zelfde aanpak (observeren, ideeën genereren, ideeën toetsen etc.)
Verschillen: Wetenschap is systematischer en veel meer gericht op terugdringen van bias (we zijn ons altijd
bewus van de vertekeningen, die willen we minimaliseren)
Parallel 2: Sociale wetenschappen met de natuurwetenschappen
→ beiden empirisch (we gebruiken expirimenten of andere onderzoeksdesigns)
→ In wezen zelfde aanpak (observeren, ideeën genereren, ideeën toetsen etc.)
→ Zelfe logica en vergelijkbare onderzoeksmethoden
Verschillen: Onderzoeks’objecten’ zijn mensen (geen deeltjes zoals in de natuurwetenschappen), daardoor
grotere rol ethiek.

De Empyrische cyclus : De Groot




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur soraya3. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

76669 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,49
  • (0)
  Ajouter