2021-
2022
Pathologie en farmacologie
1
FLORENCE LAMBERTS
VAN DIEST THIBAUD [STUDENT]
, Florence Lamberts 3VBh 20/09/2021
Oncologie
INLEIDING
Een tumor is een gezwel dat goedaardig (benigne) of kwaadaardig (maligne) kan zijn, Indien het over kanker gaat
spreken we steeds van kwaadaardige tumoren.
Onderscheid benigne/maligne
Kanker/hartvaatziekten = belangrijkste doodsoorzaak België
Meest voorkomende kankers in België
Vrouwen = borstkanker, dikke darmkanker en longkanker
Mannen = prostaatkanker, longkanker en dikke darmkanker
Kinderen = acute lymfoblastische leukemie, tumoren van het centraal zenuwstelsel en lymfomen
KANKER
Ontstaan
Kanker kan ontstaan uit alle soorten cellen in het lichaam. Kanker ontstaat tgv. een mutatie in het genetisch
materiaal van een normale cel. Deze mutaties kunnen veroorzaakt worden door
- bepaalde virussen
- sommige scheikundige stoffen en straling
Eén mutatie is onvoldoende om van een normale cel een kankercel te maken (opeenvolgende mutaties nodig om tot
een kankercel te komen) ook wel het Multi-hit model genoemd. Als gevolg van deze mutaties ontstaan er
ongecontroleerde, ongeremde en sterk toegenomen celdelingen leidt uiteindelijk tot de vorming van een
kankergezwel.
Indeling
1. Anatomische indeling = volgens het orgaan
waaruit de kanker is ontstaan
2. Morfologische indeling = oorspronkelijk
weefselsoort waaruit de kanker is ontstaan
pag. 1
, Florence Lamberts 3VBh 20/09/2021
Afweer tov kanker
DNA-reparatie is de eerstelijnsverdediging tegenover mutaties die aan de basis kunnen liggen van het ontstaan van
kankercellen. Onze lichaamscellen beschikken over een complex mechanisme dat letsels ter hoogte van het DNA
herkent en elimineert met behulp van reparatie-enzymes (oorspronkelijke structuur van het DNA hersteld). Indien
deze reparatiemechanismen falen of gestoord zijn (bv: ontbreken reparatie-enzym) kan een carcinogene mutatie
definitief worden en (ontstaan kankercel)
Bij de afweer tegenover kankercellen speelt ook immunologische verdediging een rol. Op kankercellen bevinden zich
specifieke tumorantigenen. Als deze tumorantigenen herkend worden, kan het afweersysteem op gepaste wijze
reageren door de kankercellen aan te vallen, te vernietigen en op te ruimen. De belangrijkste cellen die betrokken
zijn bij deze afweer zijn
- De cytotoxische T-cellen = hechten zich vast aan de kankercellen en vernietigen deze door lymfocytotoxines
vrij te stellen (stellen eveneens lymfokines en interferon vrij) --> Het interferon kan de deling van
kankercellen verhinderen
- de macrofagen = Lymfokines zijn stoffen die in staat zijn macrofagen aan te trekken en deze te stimuleren
tot fagocytose en afbraak van de kankercellen
- en de 'natural killercellen’ (NK-cellen) = De NK-cellen zijn in staat rechtstreeks de kankercellen aan te vallen
Groei en evolutie van kanker
In het ontstaan van een kankergezwel kunnen we verschillende groeistadia onderscheiden
Tumor in situ In dit stadium is er een ordeloze schikking
van kwaadaardige cellen aanwezig maar
de normale grenzen van het gezonde
weefsel worden nog niet doorbroken
Invasieve groei De normale weefselafbakening wordt
doorbroken en er heeft doorgroei naar de
omgeving plaats
Metastatische groei Het kankergezwel kan uitzaaien via de
lymfewegen (= lymfogene uitzaaiing) of via
de bloedbaan (= hematogene uitzaaiing)
pag. 2
, Florence Lamberts 3VBh 20/09/2021
Stadiëring
Bepalen van het stadium waarin kanker zich bevindt --> bepalend voor behandeling en prognose, Men gaat dmv
verdere onderzoeken de uitbreiding en de verspreiding van het kankerproces bepalen.
Er wordt gebruik gemaakt van het TNM systeem (zie cursus voor toelichting)
T (tumor) Geeft lokale uitgebreidheid van primaire tumor
N (nodus) Geeft aanwezigheid van regionale lymfeklieraantasting
aan
M (metastatse) Geeft aan of er al dan niet uitzaaiingen op afstand zijn
Oorzakelijke of bevorderende factoren
Exogene factoren Endogene factoren
• roken • erfelijkheid
• onevenwichtige voeding • hormonale invloeden
• alcohol bv: borstkanker, prostaatkanker
• scheikundige en industriële producten
bv: benzeen, asbest, bepaalde
• geneesmiddelen (o.a. anabolica)
• lucht- en bodemverontreiniging
bv: door zware metalen zoals cadmium
• bepaalde kankerverwekkende virussen
bv: HPV type 16 en 18 (ivm.
• baarmoederhalskanker) en HBV en HCV (ivm.
leverkanker)
• stralingen: u.v., radio-actieve straling,
Röntgenstralen, radiotherapie
• fysisch-mechanische factoren
• immunologische factoren: immunodeficiëntie
bv: als gevolg van HIV-infectie, als
gevolg van behandeling met corticoïden of
immunosuppressiva, als gevolg van stress
Symptomen
Algemene symptomen Lokale symptomen
• moeheid Deze symptomen zijn functie van de plaats waar de
• verminderde eetlust kanker is ontstaan en van de wijze waarop hij zich
• vermagering verder verspreidt (metastasen).
• knobbeltje in de borst
• aanslepende hoest
• ophoesten van sputa met streepjes bloed
(hemoptoe)
• aanslepende heesheid
• aanwezigheid van bloed in de stoelgang
• verandering in stoelgangspatroon
• hematurie
• abnormaal vaginaal bloedverlies
• veranderingen thv. een geboortevlek: vergroting,
verandering van kleur, beginnen
• bloeden of jeuken, verzwering
• rugpijn (kan bv. wijzen op botmetastasen)
pag. 3
, Florence Lamberts 3VBh 20/09/2021
Diagnose
Hoe vroeger de diagnose van kanker gesteld wordt, hoe groter de kans is op een blijvende genezing en hoe minder
ingrijpend of verminkend de behandeling zal zijn
De diagnose steunt op 3 pijlers
1. de symptomen
2. het lichamelijk onderzoek
3. technische onderzoeken = bloedonderzoek/stoelgangonderzoek/urineonderzoek/cytologisch
onderzoek/beeldvormende technieken/endoscopie/biopsie
Bloedonderzoek Mogelijke afwijkingen bij kanker zijn:
• gestegen sedimentatie
• anemie (bv. tgv. bloedingen uit tumor)
• leucocytose (bv. bij leukemie)
• gestegen alkalisch fosfatase (bij kanker of metastasen thv. lever of bot)
• gestegen spiegel van tumormerker
AFP (alfa-foetoproteïne): primaire leverkanker (hepatocellulair
carcinoom)
Teelbalkanker
CEA (carcino-embryonaal antigeen): darmkanker (colon, rectum)
PSA (prostaatspecifiek antigeen): prostaatkanker
CA 15-3: borstkanker (CA staat voor Cancer Antigen)
CA 125: ovariumkanker
CA 19-9: pancreaskanker
Stoelgangonderzoek Met de iFOB-test kan men occult bloedverlies via de stoelgang opsporen
--> Occult bloedverlies via de stoelgang kan o.a. aanwezig zijn bij darmkanker
Urine-onderzoek Via dit onderzoek kan men hematurie opsporen. Hematurie kan o.a. optreden bij
- nierkanker
- blaaskanker of prostaatkanker.
Er kan ook een cytologisch onderzoek gebeuren op urine
Beeldvormende technieken radiografie, echografie, CT-scan, MRI, isotopenonderzoek (bot, schildklier)
Endoscopie gastroscopie, recto- en coloscopie, bronchoscopie, laparoscopie
Cytologische onderzoek microscopisch onderzoek van losse cellen
- cellen van de baarmoederhals (Papanicolaou-test)
- cellen in sputum
- cellen in urine
- cellen in ascitesvocht
- cellen in pleuravocht
Biopsie Bij een biopt neemt men een stukje weefsel weg uit het gezwel. Dit weefselstukje
wordt vervolgens microscopisch onderzocht
--> Een biopt geeft ons over het algemeen de zekerheidsdiagnose.
Behandeling
Als criterium voor genezing van kanker gebruikt men de ‘5-jaarsoverleving’--> Indien de patiënt gedurende de 5
jaren volgend op de behandeling geen herval of metastasen ontwikkelt, wordt hij of zij als genezen beschouwd.
Herval gebeurt meestal in de eerste jaren na de behandeling (neemt jaar na jaar progressief af)
Een behandeling kan curatief of palliatief zijn
- Een curatieve behandeling heeft als doel genezing te bekomen
- Een palliatieve behandeling heeft als doel de symptomen te verlichten
pag. 4
, Florence Lamberts 3VBh 20/09/2021
Tot de huidige klassieke kankerbehandelingen behoren
- heelkunde
- radiotherapie
- chemotherapie
- beenmerg- of stamceltransplantatie (specifiek voor bloedkankers)
--> heelkunde,radiotherapie en chemotherapie zijn niet alleen afzonderlijk doeltreffend maar kunnen gezamenlijk
een versterkt effect hebben met betere resultaten als gevolg
• Als een chirurgische ingreep gevolgd word door radiotherapie of chemotherapie spreken we over adjuvante
radiotherapie/chemotherapie
• Soms is radiotherapie of chemotherapie aangewezen voordat een chirurgische ingreep gebeurt, dan spreken
we van neoadjuvante radiotherapie/chemotherapie.
Tot de nieuwere behandelingsvormen behoren
- Immuuntherapie
- Antiangiogene therapie
- Doelgerichte therapie (targeted therapie)
Hormonale therapie Sommige kankers, zoals bortskanker en prostaatkanker
groeien onder invloed van hormonen: ze zijn
hormoongevoelig. Hormonale therapie kan de
hormoonproductie onderdrukken of het effect van de
hormonen remmen/ In aanvulling op hormonale
therapie kunnen de hormoonproducerende organen
chirurgisch worden verwijderd.
Immuuntherapie Immuuntherapie is gericht op het stimuleren, het
activeren en het versterken van het eigen
afweersysteem van de patiënt, zodat de afweer tegen
de kankercellen efficiënter wordt.
Immuuntherapie bestaat in verschillende vormen,
onder meer:
- immuun checkpoint therapie = toedienen van
antilichamen die checkpointeiwitten blokkeren
(remmende werking van het checkpoint eiwit word
uitgeschakeld en zo kunnen T-cellen toch de
kankercellen aanvallen)
- genetisch herprogrammerenT-cellen
- monoklonale antilichamen gericht tegen specifieke
tumorantigenen van kankercellen
Antiangiogene therapie Het principe van deze behandeling is om
bloedvatvorming (angiogenese) naar de tumor door
middel van geneesmiddelen af te remmen. Het
resultaat is dat de tumorcellen stoppen met delen of
sterven, en dat de tumor verkleint.
Doelgerichte therapie Bij een doelgerichte kankerbehandeling krijgen
patiënten een doelgericht geneesmiddel toegediend
dat inwerkt en aangrijpt op bepaalde specifieke
moleculen of processen die verantwoordelijk zijn voor
de groei van hun kankercellen, met als resultaat het
afremmen van de deling of het doden van hun
kankercellen.
pag. 5
, Florence Lamberts 3VBh 20/09/2021
Heelkunde Het kwaadaardig gezwel in zijn geheel samen met
eventuele uitbreidingen in de omgeving en aangetaste
lymfeklieren te verwijderen (curatief,kan ook palliatief)
Na de ingreep of zelfs al tijdens de ingreep wordt het
verwijderde weefsel microscopisch onderzocht met
bijzondere aandacht voor de randen (verdere
behandeling hangt dikwijls af van de inlichtingen die
door het microscopisch onderzoek worden verschaft)
Radiotherapie Het doel van de radiotherapie is door radioactieve
bestraling van de tumor het genetisch materiaal van de
kankercellen te beschadigen, waardoor het
celdelingsproces vertraagd of geblokkeerd wordt en ze
afsterven.
- Bestraling kan van buitenaf komen (uitwendige
bestraling) = radiotherapie toestel
- Radioactief materiaal dat vlakbij of in het
kankergezwel wordt aangebracht (inwendige
bestraling) een bestralingsbron onder vorm van
bv radioactieve zaadjes in het kankerweefsel
het kankergezwel een hoge dosis geven.
Chemotherapie Chemotherapie is een behandeling waarbij zeer
krachtig werkende en toxische scheikundige stoffen, die
we cytostatica noemen, toegediend worden. Tot de
bijwerkingen behoren
- misselijkheid, braken
- haaruitval
- verzweringen ter hoogte van de mondholte
(stomatitis)
- onderdrukking van het beenmerg waardoor
een tijdelijke daling van de witte
bloedcellen, de rode bloedcellen en/of de bloedplaatjes
kan optreden (regelmatige controle van het bloedbeeld
noodzakelijk)
De toediening van cytostatica gebeurt meestal via de
bloedbaan. Hierbij maakt men vaak gebruik van een
“port-a-cath” of poortkatheter, kan ook nog via andere
wegen worden toegediend:
- oraal
- regionaal: hierbij worden cytostatica (vaak in een
hogere dosis) lokaal
toegediend, bv. in de blaas of in de buikholte.
Zie voor toelichting van de behandelingen in de cursus p 6-10
Metastasen
- Als er geen metastasen zijn vastgesteld, gaat de voorkeur meestal uit naar een lokale behandeling --> heelkunde,
radiotherapie of een combinatie van beide
- Bij tumoren die gevoelig zijn voor chemotherapie of een hormonale behandeling kan een aanvullende
behandeling de kans op het latere ontstaan van metastasen doen afnemen
- Bij aanwezigheid van metastasen zal bijna altijd chemotherapie toegepast worden, al dan niet in combinatie met
heelkunde en/of radiotherapie
pag. 6
, Florence Lamberts 3VBh 20/09/2021
Gastro-enterologie
ZIEKTEN VAN DE MOND EN SLOKDARM
Stomatitis
Wat?
Ontsteking van het mondslijmvlies
Oorzaken
- Infectie
• Viraal (HSV)
• Bacterieel
• Schimmels (Candida albicans)
- Bijwerkingen van geneesmiddelen
• Cytostatica
• Antibiotica
• Corticoïden
- Na bestraling hoofd-halsgebied
Symptomen
Afhankelijk van de oorzaak
- Pijn
- Roodheid en zwelling van mondslijmvlies
- Blaasjes en zweren (HSV-infectie)
- Witgele plekken (Candida-infectie)
Diagnose
Mondinspectie
Behandeling
Afhankelijk van de oorzaak
- Antibiotica bij bacteriële stomatitis
- Antimycotica bij spruw
- Ontsmettende mondspoelingen
- Pijnstilling
Gastro-oesofageale refluxziekte (GOR ziekte) of pathologische GOR
Wat?
GOR is het terugvloeien van maaginhoud in de slokdarm, indien de maaginhoud tot in de mond komt spreken we
van reguratie (zure oprisping)
- GOR na de maaltijd is een fysiologisch verschijnsel
- Het wordt pathologisch bij het overschrijden van een bepaalde hoeveelheid of van een bepaalde duur +
wanneer het gepaard gaat met symptomen en/of slijmvliesletsels (oesofagitis) --> GOR ziekte of
pathologische GOR
Voorkomen
Zeer frequente voorkomende aandoening die meestal chronisch evolueert of recidiveert
Oorzaak
- Onvoldoende tot slechte werking van de onderste slokdarmkringspier (functionele stoornis)
INTERN MECHANISME
pag. 7
, Florence Lamberts 3VBh 20/09/2021
• Slokdarmkringspier fungeert normaal als anti-refluxbarrière tussen slokdarm en maag --> als de spier
zich op het verkeerde ogenblik ontspant en opent komt de maaginhoud in de slokdarm terecht en
veroorzaakt GOR
- Naast de onderste slokdarmkringspier is er nog een tweede anatomische structuur die bijdraagt tot de anti-
refluxbarrière
EXTERN MECHANISME
• Het diafragma, contracties ervan omsluit het onderste deel van de slokdarm
- Ontoereikende slokdarmperistaltiek (mobiliteitsstoorissen) en een te langzame of vertraagde lediging van de
maag kan bijdragen tot het ontstaan van GOR-ziekte
- Pathologische reflux word bevorderd door de aanwezigheid van een glijbreuk of hiatus hernia
- Overproductie maagzuur
Bevorderende factoren
- Roken = tabak stimuleert de productie en afgifte van maagzuur + vermindert de spierspanning van de
onderste slokdarmkringspier
- Voedingsmiddelen die het slokdarmslijmvlies prikkelen
• Citrusvruchten en sap van citrusvruchten
• Koffie of andere cafeïne bevattende dranken
- Voedingsmiddelen die de spierspanning van de onderste slokdarmkringspier verminderen of de
maaglediging vertragen
• Vetten
• Chocolade
• Alcohol
• Koffie
- Voedingsmiddelen die de druk in de maag verhogen
• Gashoudende dranken
• Overvloedige maaltijden
• Luchthoudende spijzen
- Zwangerschap = ong 2/3 van de zwangere vrouwen heeft last van GOR ziekte --> drukverlaging van de
onderste slokdarmkringspier veroorzaakt door het progesteron
Symptomen
- Typisch
• Brandingsgevoel of een gewaarwording van branderigheid achter het borstbeen = pyrosis of
retrosternaal zuurbranden --> veroorzaakt door terugvloei van zuur maagsap tot in de slokdarm en
de keel, meestal na de maaltijd, bij inspanning, bij voorovergebogen of liggende houding
- Atypisch
• Pijn op de borst
• Gevoel van krop in de keel
• Nachtelijke hoest/chronische hoest
• slaapstoornissen
• Aantasting van de stembanden door reflux = schorre en hese stem,droge hoest, een gevoel van druk
diep in de keel,voortdurende neiging de keel te schrapen
- GOR kan gepaard gaan met oesofagitis = ontsteking van het slokdarmslijmvlies --> de ontsteking is dan het
gevolg van de inwerking van maagzuur (refluxoefsofagitis)
Verwikkelingen
- Bloedingen uit slokdarmulceratues (zweren) --> uit zich door hematemese
- Stenose = vernauwing van de doorgang tgv littekenweefsel --> slikstoornissen kunnen optreden
- Barretteslokdarm (premaligne) = het meerlagig plaveiselcelepitheel v/h onderste deel van de slokdarm
vervangen door een éénlagige cylindrisch epitheel (precancereuze toestand)
- Verergeren van astma en terugkerende luchtweginfecties --> tgv reflux van zure maaginhoud in de
luchtwegen
pag. 8
, Florence Lamberts 3VBh 20/09/2021
Enkel bij een zeer beperkt aantal patiënten dat ernstige oesofagitis en/of verwikkelingen ontstaan
Diagnose
Endoscopie met eventuele afname van een biopt
Behandeling
- Niet-medicamenteus
• Hoofdeinde bed verhogen
• Voorovergehouden houdingen vermijden
• Dragen van knellende, spannende en strakke kledij vermijden
• Niet onmiddellijk gaan liggen na een maaltijd
• Gebruiken van alcohol beperken of stoppen
• Vermijden van of stoppen met roken
• Consumptie vermijden van chocolade,sterke koffie,koolzuurhoudende dranken etc….
• Overvloedige of vetrijke maaltijden vermijden
• Overgewicht trachten te beperken
- Medicamenteus
• Gaviscon = geneesmiddel dat een schuimlaag vormt die op de maaginhoud drijft en op die manier
een mechanische barrière vormt tussen het maagsap en de slokdarm
• Maagzuursecretieremmers in geval van oesofagitis
H2-blokkers
Protonpompinhibitoren
• Heelkundige ingreep bij recidief
pag. 9