Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Bijzondere Overeenkomsten RUG 2021/2022 €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Bijzondere Overeenkomsten RUG 2021/2022

 21 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Deze samenvatting bevat alle voorgeschreven hoofdstukken, arresten + gedeelten uit de Asser-serie van het vak Bijzondere Overeenkomsten gegeven op de RUG. Dit is een uitgebreide en volledige samenvatting van het studiejaar 2020/2021, vandaar de vele bladzijden. Boek: H.N. Schelhaas & A.J. Verheij, ...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 179  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1, 2, 4, 6, 9 , 10, 11-12, 19, 20 & 21
  • 5 novembre 2021
  • 179
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Hoorcollege 1 & 4:
Hoofdstuk 1:
Een overeenkomst is een bijzondere overeenkomst indien zij een wettelijke uitwerking in boek 7 BW
heeft verkregen. Soms worden deze overeenkomsten aangeduid als ‘benoemde’ overeenkomst. Er
komen in de rechtspraktijk echter ook overeenkomsten voor die een specifieke aanduiding hebben
gekregen (en aldus ‘benoemd’ zijn) zonder dat ze in de wet geregeld zijn. Omdat deze
overeenkomsten niet in de wet zijn geregeld worden ze ook wel ‘onbenoemde’ genoemd.

1.2
Binnen de grenzen die de wet aangeeft, zijn partijen naar Nederlands recht vrij met elkaar al dan niet
een overeenkomst aan te gaan. Contractsvrijheid is een belangrijk uitgangspunt van het Nederlandse
contractenrecht. Partijen zijn ook vrij om de inhoud en derhalve de rechtsgevolgen van hun
overeenkomst naar goeddunken te bepalen. Uit het stelsel van het BW vloeien de genoemde grenzen
voort uit dwingende bepalingen die voor alle rechtshandelingen gelden. Binnen de door de
wetgeving gestelde kaders mogen overeenkomsten worden aangegaan (Boek 3) en kunnen zijn
bijvoorbeeld worden ontbonden (Boek 6). Om een tweetal redenen is het noodzakelijk geoordeeld
voor een aantal overeenkomsttypen in de wet, in casu in boek 7, bijzondere voorschriften op te
nemen:
1. Partijen hebben bij alledaagse overeenkomsten slechts in hoofdlijnen de rechtsgevolgen van
hun afspraken voor ogen. Detailvragen kunnen vaak niet aan de hand van uitdrukkelijke of
stilzwijgende bedoelingen van partijen beantwoordt worden. Door deze in de wet te
benoemen wordt door de wetgever getracht afspraken zo duidelijk mogelijk vast te leggen. In
de regel zijn de afspraken van regelend recht, dus er kan van worden afgeweken.
2. In het algemeen belang is het soms vereist dat in bepaalde opzichten de contractsvrijheid
van partijen wordt begrensd. Zo worden bepaalde typen contractspartijen beschermd. Dit
gebeurt door middel van drie verschillende voorschriften:
a. Dwingende voorschriften die rechtsgevolgen verbinden aan een overeenkomst die
niet door partijen kunnen worden weggecontracteerd.
b. Vormvoorschriften die een bepaalde vorm voorschrijven voor een overeenkomst.
c. Bewijsbepalingen die betrekking hebben op de bewijslast of de toelaatbaarheid van
bewijsmiddelen te tonen dat het al dan niet ziet op een bepaalde overeenkomst.

Indien in een wetsbepaling rechtsgevolgen zijn opgenomen die door partijen niet kunnen worden
weggecontracteerd (ad a) is sprake van dwingend recht. Contracteren in strijd daarmee leidt in
beginsel tot nietigheid of vernietigbaarheid van de rechtshandeling (art. 3:40 lid 1 en 2).

Het ordeningsprincipe van het Nederlandse vermogensrecht, dat bekend staat als de ‘gelaagde
structuur’, betekent voor de bijzondere overeenkomsten uit Boek 7 dat naast de bijzondere
bepalingen uit Boek 7, het algemene vermogensrecht uit de boeken 3,5 en 6 BW van toepassing zijn.
De regels van BW7 gaan voor op BW 6 en 3. Echter zijn de regels van 6 en 3 algemeen van
strekking en zijn altijd van toepassing bij ovk die opgenomen staan in BW7.

Een overeenkomst kan beantwoorden aan de wettelijke omschrijvingen van verscheidene bijzondere
overeenkomsten. De overeenkomst wordt dan wel een gemengde overeenkomst genoemd. Zij

,vertoont de typische kenmerken van twee of meer bijzondere overeenkomsten. Art. 6:215 BW geeft
voor een gemengde overeenkomst aan welk bijzonder wettelijk regime van toepassing is: als een
overeenkomst aan de omschrijving van twee of meer door de wet geregelde bijzondere soorten van
overeenkomsten voldoet, dan zijn de voor elk van die soorten gegeven bepalingen naast elkaar op de
overeenkomst van toepassing. Op deze hoofdregel, die de zogenaamde cumulatietheorie bevat, kent
art. 6:215 als belangrijke uitzondering ‘(...) behoudens voor zover deze bepalingen niet wel
verenigbaar zijn of de strekking daarvan in verband met de aard van de overeenkomst zich tegen
toepassing verzet’. Degene die onverenigbaarheid e.d. stelt, dient dit aan te tonen. Art. 6:215 BW
bevat slechts een vuistregel voor uitleg.

Hoofdstuk 2: Koopovereenkomst
Art. 7:1 t/m 7:50 BW zijn de bijzondere bepalingen voor de koopovereenkomst opgenomen. De
boeken 3, 5 en 6 zijn eveneens van belang. (Denk aan: aanbod en aanvaarding (3:33 en 6:217),
niet-nakoming (6:74), schadevergoeding (6:95), opschorting (6:262), ontbinding (6:265),
wilsgebreken (3:40/ 3:44/ 6:228), algemene voorwaarden (6:231)). Als uitgangspunt geldt dat alle
regels uit titel 7.1 van aanvullend recht zijn. Ze gelden in beginsel dus alleen indien contractspartijen
zelf niet iets anders overeenkwamen. Een belangrijke uitzondering wordt gemaakt voor de
zogenaamde consumentenkoop: voor dit type koopovereenkomst is, ter bescherming van de
consument, in art. 7:6 BW een groot aantal artikelen van dwingend recht verklaard.

Definitie koopovereenkomst: De koopovereenkomst is een overeenkomst waarbij de één zich
verbindt een zaak te geven en de ander om daarvoor een prijs in geld te betalen. De
koopovereenkomst is er dus op gericht om tegen betaling van een geldsom de eigendom van een
bepaalde (roerende of onroerende) zaak over te dragen. Dat is het geval als aan alle vereisten van
art. 3:84 BW is voldaan: levering, krachtens geldige titel, door een beschikkingsbevoegde verkoper.
Gaat slechts om de koop van een zaak, dat wil zeggen een voor menselijke beheersing vatbaar
stoffelijk object (zie art. 3:2 & 3:2a BW). De bepalingen van koop zijn krachtens art. 7:50 BW van
overeenkomstige toepassing op de ruilovereenkomst.

De regeling over de koop is van toepassing op alle soorten koopovereenkomsten. Aan een aantal
bijzondere soorten koopovereenkomsten zijn vervolgens nog bijzondere regels gewijd.
1. Consumentenkoop: koop waarbij de verkoper handelt uit beroep en koper een
natuurlijk persoon is, niet in uitoefening van beroep (7:5)
2. Koop onroerend goed (7:2 en 7:3)
3. Koop op afbetaling en de huurkoop (7:84 e.v.). Van koop op afbetaling wordt gesproken (lid 3
onder ) indien partijen overeenkomen dat de koopprijs van een roerende zaak wordt betaald
in termijnen. De eigendom van de zaak gaat reeds over wanneer deze wordt geleverd, maar
de koopprijs mag later worden betaald. Huurkoop is (lid 2 onder b) een vorm van koop op
afbetaling, waarbij de eigendom van de zaak pas overgaat wanneer de laatste deelbetaling
heeft plaatsgevonden.
4. Koop van vermogensrechten (7:47 en 7:48).

2.2 Koop: totstandkoming
Het koopcontract komt door aanbod en aanvaarding tot stand (art. 6:217 BW). Voor de
totstandkoming van het koopcontract gaat het er dan om dat partijen het eens zijn over de

,essentialia, zoals prijs en hoeveelheid. Toch kan soms een geldige koopovereenkomst tot stand
komen ook zonder dat de prijs is bepaald, namelijk wanneer partijen in het geheel niet over de
koopprijs hebben gesproken en zulks ook niet essentieel achten. De koper is dan krachtens art. 7:4
BW een redelijke prijs verschuldigd. Art. 7:4 is niet geldig indien wel onderhandeld is over de prijs,
maar niet tot overeenstemming zijn gekomen. Dan is de prijs wel essentieel. Slechts wanneer
duidelijk is dat de aanbieder door de aanvaarding zonder enig voorbehoud definitief gebonden
wenst te raken, kan van een aanbod tot koop worden gesproken. (Advertentie in de krant waarin
een huis tegen een bepaalde prijs wordt aangeboden is geen definitief aanbod want het is een
uitnodiging om in onderhandeling te treden). De aanvaarding van een aanbod sorteert in principe
pas effect op het moment dat zij de geadresseerde heeft bereikt (de zogenaamde ontvangsttheorie,
art. 3:37 lid 3, maar zie de uitzondering in art. 6:224).

Er zijn een aantal bijzondere regels opgenomen over het aanbod en de aanvaarding daarvan. In de
eerste plaats bepaalt art. 7:7 BW dat degene aan wie een zaak is toegezonden en die redelijkerwijs
mocht aannemen dat deze toezending is geschied om hem tegen betaling tot een koop te bewegen
(dit is dus een aanbod tot koop), bevoegd is om de zaak zonder betaling te houden. Dat is anders,
wanneer het de ontvanger is toe te rekenen dat de zaak aan hem is opgestuurd. De ontvanger mag
de zaak in dat laatste geval niet kosteloos behouden, maar mag de zaak wel alsnog terugzenden.
Wanneer hij dit inderdaad doet, dan heeft hij het koopaanbod niet aanvaard en is geen
koopovereenkomst tot stand gekomen. In de tweede plaats doorbreekt de regeling van de koop op
proef (art. 7:45) in zekere zin de normale regels over aanbod en aanvaarding. Onder de koop op
proef wordt normaliter de koop verstaan, die is gesloten onder de opschortende voorwaarde dat de
zaak voldoet. Voldoet de zaak niet, dan heeft de aspirant-koper het recht om de zaak te retourneren,
in welk geval de koopovereenkomst niet tot stand is gekomen.

Een koper komt een bedenktijd toe indien de wet dit expliciet bepaalt, zoals bij de koop van
woningen (7:2), colportage (6:230t; consumentenkoop aan de deur of thuis) en bij op afstand
gesloten overeenkomsten tot het leveren van zaken en diensten (6:230o). In deze gevallen kan de
consument tijdens de bedenktijd de overeenkomst om welke reden dan ook beëindigen.

2.3 Koop: vernietiging
Een koopovereenkomst kan nietig (van rechtswege ongeldig) of vernietigbaar (als uitgangspunt
geldig, maar door partijen te vernietigen) zijn. In beide gevallen wordt de geldigheid van het
koopcontract met terugwerkende kracht aangetast (art. 3:53). Ook één enkele contractsbepaling kan
worden vernietigd, waarbij de overeenkomst verder in beginsel in stand blijft (art. 3:41). Titel 7.1
kent geen bijzondere bepalingen, zodat de normale regels uit boek 3 en 6 gelden. Zo is een koop
nietig, wanneer deze is gesloten in strijd met een wettelijk vormvoorschrift zoals het
schriftelijkheidsvereiste bij de koop van een onroerende zaak (art. 3:39 BW jo. 7:2 lid 2 BW) of indien
deze is gesloten in strijd met een dwingende wetsbepaling die niet uitsluitend de strekking heeft om
één der contractspartijen te beschermen (zie 3:40 lid 2 en 3). Tot slot is de koopovereenkomst
vernietigbaar indien sprake is van een wilsgebrek, zoals dwaling, bedrog, bedreiging of misbruik van
omstandigheden (zie art. 6:228 en 3:44). Dwaling -> Indien de wil van een contractspartij op een
gebrekkige wijze is gevormd (bijv. omdat info waarop de aanvaarding van de koop was gebaseerd
onjuist was). Een overeenkomst die onder invloed van dwaling tot stand is gekomen en bij een juiste
voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, is vernietigbaar indien ofwel de dwaling te wijten is aan

, een inlichting van de wederpartij (art. 6:228 lid 1 onder a), ofwel de wederpartij de dwalende had
behoren in te lichten (onder b),l ofwel sprake was van wederzijdse dwaling (onder c).

2.4 Verplichtingen verkoper
Uit art. 7:9 volgt een tweetal hoofdverplichtingen van de verkoper: hij moet de verkochte zaak met
toebehoren in eigendom overdragen, en hij moet deze zaak aan de koper afleveren. Een derde
belangrijke vereiste ligt besloten in art. 7:17: de verkochte zaak moet aan de overeenkomst
beantwoorden (conformiteitsvereiste).

De verplichting tot eigendomsoverdracht
Op de verkoper rust de plicht de verkochte zaak met toebehoren in eigendom over te dragen of af te
leveren. Hiervoor gelden de normale regels uit art. 3:84 BW: Er moet sprake zijn van een geldige titel
(de koopovereenkomst), van een beschikkingsbevoegde verkoper en van een levering. 7:9 -> Niet
alleen de zaak zelf maar ook de toebehoren. Bestanddelen in de zin van 3:4 vallen hier niet onder
want die gaan van rechtswege mee. Uit 7:15 BW volgt dat de verkochte zaak moet worden
overgedragen zonder rechtsgebreken, met uitzondering van die welke de koper uitdrukkelijk heeft
aanvaard (vrijwaringsplicht). Lid 2 heeft betrekking op een bijzondere situatie: de verkoper staat in
voor de afwezigheid van een bijzondere last die na de contractssluiting in de openbare registers is
ingeschreven. De betekenis van dit tweede lid schuilt in het feit dat voor de eigendomsoverdracht
van onroerende zaken het moment van inschrijving in de openbare registers beslissend is (art. 3:84).;
Indien in die tussentijd alsnog een recht van een derde (zoals een zakelijk recht van erfpacht) wordt
ingeschreven in de registers, zonder dat de koper dit weet, dan kan deze derde zijn
goederenrechtelijke rechten tegen hem inroepen: de derde schreef zijn zakelijk recht immers eerder
in en dat is bepalend voor het bestaan van een goederenrechtelijke recht. Volgens lid 2 van 7:15
schiet de verkoper in dit geval echter wel tekort in de nakoming van zijn verbintenis ( om de koper de
onbezwaarde eigendom te verschaffen), ook al viel hem misschien niets te verwijten. Art. 7:15 geldt
‘ongeacht enig andersluidend beding’ en is dus voor elk soort koop van dwingend recht. Als op de
gekochte zaak een dergelijke last of beperking rust, dan kan de koper ook nog vorderen dat de last
wordt opgeheven (art. 7:20). Vaak niet wenselijk, omdat rechthebbenden ter zake van zakelijke
rechten en huur in hoge mate worden beschermd. Omdat de verkoper die zich niet aan art. 7;15
houdt in de nakoming van zijn verplichting tekortschiet (zie art. 7;15 lid 2), kan de koper op grond van
art. 6:74 BW jo. 6:85 BW wel nog schadevergoeding vorderen of de overeenkomst krachtens art.
6:265 ontbinden.

De verplichting tot afleveren
Art. 7:9 lid 2 bepaalt dat onder ‘afleveren’ het ‘stellen van de zaak in het bezit van de koper’ wordt
verstaan. De koper moet dus het bezit van de zaak hebben verkregen: hij moet in staat zijn de zaak
voor zichzelf te houden in de zin van art. 3:107. De manier waarop dit bezit precies wordt verkregen,
wordt geregeld in art. 3:112. In de meeste gevallen is de verkoper bezitter en zal hij het bezit
overdragen door de koper in staat te stellen dezelfde macht over de zaak uit te oefenen die hijzelf
ook uitoefende. Normaliter feitelijke overhandiging, maar bezitsoverdracht is ook mogelijk door de
overhandiging van bijv. sleutels, die de macht over het gekochte verschaffen of door een tweezijdige
verklaring. Wanneer een zaak wordt verkocht onder eigendomsvoorbehoud (eigendom gaat pas op
de koper over zodra is betaald, dan blijft de verkoper voorwaardelijk bezitter en eigenaar. Onder

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Lian0215. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter