1. Inleiding
Een degelijk inzicht in de consumptiebeslissingen van individuen is essentieel om verschillende
redenen:
o De analyse van individueel gedrag leidt tot vraagfuncties van individuele consumenten naar
diverse goederen. Die vormen de onderbouw van de vraagcurve op de markt. ‘Wet van de
vraag’
o Biedt een algemeen raamwerk dat toelaat beslissingen van rationele consumenten te
verklaren en te voorspellen.
o De theorie maakt het ook mogelijke andere uiteenlopende consumptiebeslissingen te
analyseren, zoals de keuze tussen verschillende producten binnen een bepaald
marktsegment.
o Het is een belangrijke bouwsteen voor de macro-economische analyse. Door aggregatie kan
de macro-economische consumptiefunctie uit het micro-economische consumentengedrag
afgeleid worden.
2. Nut & marginaal nut & consumtiebeslissingen
Nut
Nut = is de veldoening die gehaald wordt uit de consumptie van een bepaalde hoeveelheid van een
bepaald goed
Nut ≠ waarde
Waardeparadox: men stelt vast dat sommige goederen een zeer groot nut hebben en toch nagenoeg
geen (markt)waarde; andere goederen hebben dan weer weinig nut, maar een zeer grote
marktwaarde.
Marginaal nut bepaald de waarde
Marginaal nut
Marginaalnut = toename in het totaal nut ten gevolge van een bijkomende eenheid consmuptie
1e wet van Gossen: het marginaal nut van een goed daalt wanneer men meer en meer van dit goed
consumeert, waarbij men veronderstelt dat de hoeveelheid van alle andere goederen constant blijft.
2e wet van Gossen: een consument die zijn totaal nut wil maximaliseren, moet zijn bestedingen
zodanig verdelen dat de laatste eurocent die aan de verschillende goederen wordt besteed overal
eenzelfde nut oplevert.
Consumptiebeslissingen
De theorie van het consumentengedrag: is een basis idee (van het afnemend marginaal nut) van A.
Marshall. Hij formuleerde een theorie waarbij consumentenbeslissingen het resultaat zijn van de
confrontatie van enerzijds preferenties, die beschrijven wat een consument wenst, en de budgettaire
mogelijkheden vanuit het individu.
, Een consument consumeert de optimale hoeveelheid van een goed wanneer de marginale baten van
een extra euro voor dit goed (de voordelen) precies gelijk zijn aan de marginale kosten (de nadelen)
van deze bijkomende consumptie.
Noch economen noch psychologen zijn erin geslaagd een manier te vinden om nut of voldoening
kardinaal te meten. Ze gaan er dan vanuit dat nut enkel ordinaal meetbaar is: consumenten kunnen
alternatieve goederenbundels rangschikken afhankelijk van de voldoening die ze eruit halen.
3. Preferenties & indifferentiecurven & nutsfuncties
Preferenties
Om het consumentengedrag te analyseren gaat men uit van rationeel gedrag. Veronderstellingen:
o Volledigheid: men neemt aan dat consumenten goederenbundels kan vergelijken en
ordenen.
o Transitief: preferenties zijn transitief de consument verkiest bundel a boven bundel b, b
boven c dus zal hij noodzakelijk a boven b verkiezen. (De voorkeur van de consument is op
een logische en consistente manier opgebouw).
o Niet-verzadigd: de consument heeft van alle goederen liever meer dan minder. Het
marginaal niet wordt dus verondersteld van geen enkel goed negatief te zijn.
Indifferentiecurven
Indifferentiecurve = de verzameling van goederencombinaties die de consument hetzelfde nut gaat
opleveren.
Eigenschappen indifferentiecurve:
Dalend verloop: deze eigenschap volgt
rechtstreeks uit de hypothese van niet-
verzadiging
Convex t.o.v. de oorsprong: hoe minder
een consument van goed 2 heeft, hoe minder
die er wilt afstaan van dat goed voor goed 1
(de betalingsbereidheid daalt)
Hoe verder van de oorsprong, hoe hoger
het nut: U2 zal het hoogste nut opleveren
want die ligt het verste van de oorsprong
2 indifferentiecurven kunnen elkaar niet
raken of snijden
Preferentieveld: verbinding van alle punten die de consument hetzelfde nut opleveren als een
willekeurig andere combinatie.
convexiteit: de betalingsbereidheid van de consument voor extra eenheden van een willekeurig goed
daalt naarmate hij er reeds meer van consumeert. Dit Wordt formeel gemeten door
substitutieverhouding:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kimcuyx. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.