Ontwikkelingspsychopathologie
Intro
Ontwikkelingspsychopathologie = studie van ontwikkelingsprocessen die bijdragen tot of beschermen tegen
psychopathologie
Thema’s die aan bod zullen komen:
1. De ontwikkelingspsychopathologische benadering
2. Typische vraagstellingen en onderzoeksdesigns
3. De ontwikkeling van internaliserend probleemgedrag
4. De ontwikkeling van externaliserend probleemgedrag
5. Capita selecta
Leerstof:
• PowerPointpresentaties
• Illustraties tijdens les
• Teksten Toledo
Examen:
• 3 uur lang
• Schriftelijk
• Gesloten boek
• Verschillende types vragen: termvragen, figuren/tabellen, inzichtsvragen (abstract van een paper, zie
oefeningen tijdens les)
Illustratie: ‘The dunedin study’
• Alle baby’s geboren tussen 1 april 1972 en 31 maart 1973 in de stad Dunedin worden tot op heden
gevolgd
o 1037 deelnemers bij de start van de studie
o Intussen 14 meetmomenten, met name op 0, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15, 18, 21, 26, 32, 38 en 45 jaar
o Vragenlijsten, interviews, medische tests,…
o 94% van de nog levende deelnemers nam deel op meest recente meetmoment
o >1300 gepubliceerde papers en rapporten
• Bijzonder rijke dataset om uiteenlopende ontwikkelings-psycho(patho)logische vragen te
beantwoorden
Thema 1
De ontwikkelingspsychopathologische benadering Bijhorende tekst: art. Hinshaw
(pp 7-19, ‘DP concepts en principles’)
1. Definitie en historiek
1.1. Definitie
"Developmental psychopathology is an evolving interdisciplinary scientific field that seeks to elucidate
(verduidelijken, ophelderen) the interplay among the biological, psychological, and social-contextual aspects of
normal and abnormal development across the life course" (Cicchetti, 2000)
"Developmental psychopathology is the study of developmental processes that contribute to (bijdragen tot), or
protect against psychopathology" (Kerig, Ludlow & Wenar, 2012)
Brede focus
• Zowel typische als atypische ontwikkeling
• Biologische, psychologische en sociaal-contextuele invloeden
1
, • Risicoverhogende en beschermende factoren
Daardoor noodzakelijkerwijze interdisciplinair
• Verschillende wetenschapsgebieden
• Verschillende theorieën binnen elk gebied
• ‘Macroparadigma’
1.2. Historiek
Psychoanalytische school
1974 Achenbach ‘Developmental Psychopathology’
1984 Cicchetti Special issue ‘Child Development’ : onder meer paper
Sroufe & Rutter over het ‘domein’ van de
ontwikkelingspsychopathologie
1989 (Cicchetti) Tijdschrift: ‘Delevopment and psychopathology’
1990 (Lewis & Miller) ‘Handbook of development psychopathology’
2000 (Sameroff, Lewis en Miller) 2de editie
1995 (Cicchetti en Cohen) ‘Developmental Psychopathology’ (Vols. I/II)
2006 (Cichetti en Cohen) ‘Developmental Psychopathology’ (Vols. I/II/III)
2016 ‘Developmental Psychopathology’ (Vols. I/II/III/IV)
I. Theory and Method
II. Developmental Neuroscience
III. Maladaptation and Psychopathology
IV. Risk, Resilience, and Intervention
2
,2. Basisprincipes en kernconcepten
2.1. Zowel typische als atypische ontwikkeling
Typische en atypische ontwikkeling verlopen via dezelfde principes:
• Kennis van typische ontwikkeling is nodig om atypische ontwikkeling te begrijpen
• Onderzoek naar atypische ontwikkeling verhoogt ook kennis van de typische ontwikkeling
Staat haaks op gebruik van stoorniscategorieën, maar ondersteund door evidentie dat meeste psychiatrische
stoornissen dimensioneel zijn
2.2. Continuïteit en discontinuïteit in ontwikkeling
Continuïteit heeft te maken met rangordestabiliteit
Continuïteit kan homotypisch of heterotypisch zijn:
• Rangorde blijft gelijk
• Homotypisch: ook manifestatie blijft gelijk(aardig)
• Heterotypisch: manifestatie verandert
3
,Mate van continuïteit kan verschillend zijn voor subgroepen met verschillende ontwikkelingstrajecten
• Nood aan ‘person-centered’ perspectief
• Voorbeeld: ontwikkelingstrajecten van gedragsproblemen (zie grafiek!)
2.3. Ontwikkeling in context
Ecologisch model Bronfenbrenner
Ecologisch model Bronfenbrenner:
• De context heeft verschillende niveaus
• Sommige niveaus verwijzen naar individukenmerken, andere naar echte omgevingskenmerken:
o Biologische/psychologische kenmerken van het individu
o Microsysteem (gezin, school)
o Mesosysteem (interacties binnen microsysteem)
o Exosysteem (bredere sociale context)
o Macrosysteem (maatschappelijke en culturele context)
• Deze niveaus interageren met elkaar op elk moment en over de tijd
Ontwikkeling vindt plaats in een context. De context bepaalt mee of bepaalde gedragspatronen al dan niet
adaptief zijn. Ook omgevingsfactoren zelf hebben geen eenduidig positieve of negatieve effecten: bv. ruwe en
autoritaire opvoedingsstijl voorspelt niet in alle culturen antisociaal gedrag, bv. gen x omgevingsinteracties.
4
, 2.4. Multiple niveaus van analyse
Om ontwikkeling in kaart te brengen, is het nodig de aandacht te richten op factoren en processen op
verschillende niveaus en de interacties ertussen!
Biologische kenmerken van het individu
= genetische bagage, structuur van de hersenen, functionele connectiviteit in de hersenen, reactiviteit HPA-as…
Psychologische kenmerken van het individu
= cognities, emoties, persoonlijkheidskenmerken...
Kenmerken gezinscontext
= ouder-kind relatie, ouderlijk opvoedingsgedrag, gezinssysteem...
Kenmerken van de sociale context
= relaties met leeftijdgenoten, belangrijke volwassenen buiten het gezin (o.a. leerkrachten)...
Kenmerken van de culturele context
= sociale klasse (armoedegraad), etniciteit, immigratie (acculturatie1), cultuurgebonden waarden en normen...
Zowel bottom-up als top-down:
• Bv. bottom-up: genetische kwetsbaarheid linken
aan stress-reactiviteit en van daaruit aan
zelfgerapporteerd temperament
• Bv. top-down: nagaan hoe omgevingsfactoren
een invloed hebben op genexpressie
(epigenetica)
Onderstreept de noodzaak van een multidisciplinaire
benadering
1
Acculturatie = een proces waarbij een groep culturele of sociale kenmerken van een andere groep overneemt. Over het
algemeen zullen beide groepen elementen van elkaar overnemen, maar zal het vooral de niet-dominante groep zijn die het
meest verandert
5