Forensische Gezinspedagogiek: Ontwikkelingspsychopathologie En Diagnostiek (6474FGPY)
Établissement
Universiteit Leiden (UL)
Volledige samenvatting voor het tentamen van Forensische Gezinspedagogiek . Elk college is uitgebreid samengevat, daarna elk interview (met vraag en antwoord) en daarna alle artikelen per week. Dit is voor elke week volledig uitgewerkt! Alle artikelen zijn overigens in het Nederlands vertaald en sa...
Forensische Gezinspedagogiek: Ontwikkelingspsychopathologie En Diagnostiek (6474FGPY)
Tous les documents sur ce sujet (4)
1
vérifier
Par: noahdewringer • 2 année de cela
Vendeur
S'abonner
EstherEva
Avis reçus
Aperçu du contenu
Forensische Gezinspedagogiek: ontwikkelingspsychopathologie en diagnostiek
Week 1
Hoorcollege
Inleiding in de forensische gezinspedagogiek en de diagnostische cyclus
Forensische gezinspedagogiek gaat over
- Kinderen die opgroeien onder problematische opvoedingsomstandigheden
- Een juridische maatregel dreigt of is opgelegd (‘forensisch’)
- De diagnostiek en behandeling is gericht op de gezinscontext
- Inschatten van risico’s en veiligheid, en het in kaart brengen van beschermende
factoren
Forensische diagnostiek
- Het onderzoeken van de aard en de oorzaak van de problematiek van het kind en het
gezin (op een methodische manier). Die manier gaan we leren en uitpluizen in de
werkgroepen. Het is belangrijk om dit systematisch te doen.
- Ten behoeve van een justitiële beslissing (forensische insteek)
Dit gebeurt in het kader van jeugdstrafrecht, een civielrechtelijke maatregel van de
kinderbescherming, een rechterlijke beslissing inzake gezagsvoorziening en omgangsregeling
na een scheiding of bij een contra-expertise of second opinion in het kader van voorgaande
mogelijkheden.
Gehechtheidstheorie in de forensische gezinscontext
Bij zorgen om een kind of een gezin:
- Onderzoeken van het probleem in de gezinscontext (diagnostiek)
- Vaststellen van risicofactoren en beschermende factoren onder andere voor veilige
gehechtheid (diagnostiek)
- Verbeteren, behouden of herstellen van gehechtheidsrelaties (interventie)
Gezinsdiagnostiek in de forensische context
Vragen waarvoor diagnostiek nodig is zijn zoal:
- Is er sprake van kindermishandeling?
- Is er sprake van huiselijk geweld?
- Heeft dit kind een ontwikkelingsachterstand?
- Hoe ervaart het kind de scheiding?
- Kan dit kind beter bij diens vader of moeder wonen?
- Hoe kan het delict gedrag gestopt worden?
Etc…
Wat heb je als diagnosticus nodig?
- Inhoudelijke theorieën over psychopathologie
- Kennis over normale en afwijkende ontwikkelingspatronen
- Instrumenten en technieken om gedrag in kaart te brengen
- Statistische en psychometrische technieken om gegevens te kunnen verwerken
Wat is een diagnose?
,Wat wij bedoelen met een diagnose is niet altijd hetzelfde wat een diagnose in de
volksmond is. Zo is een diagnose met ASS niet alles wat wij ermee bedoelen.
Diagnose is een theorie van het individuele geval: hoe zit het bij dit kind in elkaar? Dit gaat
over problemen, maar ook over dingen die goed gaan.
Een classificatie is het labelen (in een categorie onderbrengen), zoals ADHD. Labelen doen
wij via de DSM, het handboek van stoornissen.
De diagnostische cyclus
Je doorloopt bij de casus in dit vak alle stappen. In de praktijk gaat dit echter niet altijd zo.
Waarom is het belangrijk dat het volgens deze diagnostische cyclus gebeurt? Het gebruik van
de cyclus faciliteert onafhankelijk onderzoek: het wordt uitgevoerd door verschillende
professionals, met dezelfde uitkomst (dat is het doel). We willen het zo objectief mogelijk
uitvoeren. Hiernaast moet de diagnostiek wetenschappelijk onderbouwd zijn:
hypothesetoetsend, controleerbaar en herhaalbaar. Dit alles om het zo betrouwbaar
mogelijk te maken.
Klinische cyclus
Na de diagnostische cyclus moet je nog beginnen aan de behandeling. In dit vak komt dit wat
minder naar voren, maar in je stage zal je dit meer zien.
, De fases van de diagnostische cyclus
1. Aanmelding
De aanmelding kan heel erg verschillen per context. Zo is het heel anders bij de RvdK dan
bijvoorbeeld bij een school. Bij de aanmelding breng je de aanmelder in, de cliënt, het
systeem en de betrokkenen in kaart. Vervolgens is het van belang om de reden van de
aanmelding goed in beeld te krijgen, en de verwachtingen van de
aanmelder/cliënt/betrokkenen. Wat is er volgens de aanmelder aan de hand en is onderzoek
(diagnostiek) nodig?
2. Klachtanalyse (KA)
Dit is de intakefase. Hierbij ga je de subjectieve klachten/zorgen in kaart brengen en
ordenen. Dit heet de ‘verhelderende diagnose’. In deze fase worden de concrete hulpvragen
(volgens de cliënt) geformuleerd. Aandachtspunten in deze fase zijn: blijf bij de interpretatie
van de cliënt en let op confirmation bias (niet je eigen verwachtingen volgen).
Bij forensische gezinsdiagnostiek kan het zo zijn dat de aanmelder een ander is dan de cliënt,
zoals Veilig Thuis. Er kunnen ook hulpvragen spelen vanuit instanties, of het gaat om een
gedwongen aanmelding, en dan kan er aardig wat weerstand spelen. Tevens is het belangrijk
om niet alleen de focus op het kindgedrag te leggen, maar ook op het gezin!
3. Probleemanalyse (PA)
Je maakt hier een switch: je hebt heel erg naar de cliënt geluisterd, en nu ga je over naar
professionele taal (‘er wordt gezien dat…’ i.p.v. Moeder vindt dit of dat). Het is dus een
overstijgend perspectief. Hiernaast ga je de informatie die je binnen hebt gekregen op een
rijtje zetten. Hiervoor bestaan een aantal categorieën, ook wel clusters genoemd. Je gaat het
dus ordenen en benoemen (clusteren). Ook doe je een ernsttaxatie. Hiervoor is het
noodzakelijk dat je ook de positieve, beschermende factoren in beeld brengt: wat gaat er
wel goed? Wat heeft geholpen en hoe hebben ze/het kind het volgehouden?
Wat je in deze fase nog niet doet is verklaringen eraan hangen; beschrijven wat de oorzaak
is. In de probleemanalyse kijk je alleen naar wat er aan de hand is en breng je dit goed in
kaart.
De inventarisatie (en classificatie) op een zo objectief mogelijke manier wordt gedaan met
gebruik van vragenlijsten: de Achenbach vragenlijsten. Dit zijn eigenlijk screeningslijsten met
verschillende categorieën: hoofdcategorieën en subcategorieën. Je kan er dan op stuiten dat
er grote verschillen zijn tussen wat bijvoorbeeld een leerkracht en een ouder ziet.
Voorbeelden zijn de CBCL en YSR schalen. Deze zijn DSM georiënteerd en kijken naar kind
versus systeem.
, Voor de ernsttaxatie zijn ook criteria om dit zo objectief mogelijk te doen (zijn wel oud): de
diagnostische criteria van Rutter (1975). Dit zijn er 10, en die leg je er dus naast aan het eind
van de PA.
Het gaat dus altijd om een weging van beschermende of positieve factoren. Wat gaat er wel
goed? Wanneer is het probleem minder aanwezig?
4. Verklaringsanalyse (VA)
Hierbij kan je verschillende hypotheses opstellen.
Onderkennende hypotheses: dit is het classificeren. Enkele voordelen zijn dat je het
zorgsysteem in kan en gepaste hulp kan vinden. Het is de clustering van symptomen
op basis van classificatiesysteem (bv DSM5)
Verklarende hypotheses: hoe is het probleem ontstaan en hoe wordt het in stand
gehouden? Je moet minimaal 3 hiervan hebben voor de opdracht van het vak
Indicerende hypotheses: hoe kunnen we het probleem aanpakken? De NVO noemt
dit ook de ‘veranderingsgerichte hypothese’. Hier doen wij in dit vak verder weinig
mee, we richten ons vooral op de verklaringen. Hier kan je namelijk ook indicerende
adviezen uit halen.
Valkuilen van de verklaringsanalyse:
We willen weten wat er onder problemen ligt. Een oorzaak (bijvoorbeeld verwaarlozing) kan
meerdere probleemclusters verklaren. We moeten minimaal 3 verklaringen bieden. Dit kan
bijvoorbeeld komen door een scheiding. Een kind heeft concentratieproblemen, sociale
problemen en is emotioneel. Verklaring: ouder minder beschikbaar. Probleemclusters
verklaren NIET andere clusters.
De verklaringen moeten getoetst zijn (evidence based) en theoretisch onderbouwd. Je stelt
dus vast: wat is er aan de hand? Wat kunnen verklaringen zijn (3 stuks)? Dan ga je toetsen is
die onderliggende verklaring aanwezig? De valkuil is vaak dat studenten alsnog de clusters
gaan toetsen, maar dat is nog niet het verklaren. Daarmee gaan we oefenen.
Voorbeeld:
1. De sociaal-emotionele, gedragsproblemen en cognitieve problemen van X worden
verklaard door de emotionele mishandeling door moeder (juist)
2. De sociaal-emotionele problemen van X verklaren de cognitieve problemen van X
(onjuist, cluster-cluster)
Diagnostische instrumenten
1. Klinisch interview
Een interview is breder dan een vragenlijst, want er is meer ruimte. Het doel van een klinisch
interview is om kwalitatieve en brede informatie te verzamelen. Het kan wel soms een
kwantitatieve score geven.
Verschillende typen interviews:
- Ongestructureerd: heel breed (zoals je in een intake zou doen: ‘vertel eens’)
- Gestructureerd: vragen staan vast
- Semigestructureerd: vaak DSM-interviews. De vragen staan deels vast en zijn deels
flexibel. Je hebt een eerste vraag: komt het wel eens voor dat… en dan kan er een
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur EstherEva. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.