• Evaluatie:
o WPO
▪ Drie opdrachten:
• Literatuur; tekst lezen en deze samenvatten. Nadien ook enkele vragen
beantwoorden.
• Toep.: gebeurtenis in onze wereld die criminologisch relevant zijn. Hoe
kunnen we dit vanuit een theoretisch perspectief begrijpen/ verklaren
• Lectuur: boek lezen. The hate to give us. Angy Thomas: vrienden die
tegengehouden worden door de politie en dit loopt slecht af. --> paper.
Situeert zich voornamelijk in victimologische (vertaald naar Frans)
o HOC
▪ Examen
▪ Opdrachten: pass or fail
1. Geschiedenis v.h. criminoligsche wetenschappelijke denken:
Als voor criminologie als wetenschappelijke discipline ontstaan is, bestond er een discours waarbij men
over criminaliteit en de maatschappelijke reactie erop sprak.
→ Het ging dan voornamelijk over een populaire opinie of een verklaring van criminaliteit gebaseerd op
waarden. Dit zijn echter geen theorieën, hiervoor is een meer wetenschappelijke benadering nodig.
!! Er komt een wetenschappelijke discipline doordat men een afstand probeert te nemen van het
commen sence en het politieke denken rond Criminaliteit.
➔ Criminologie bestaat als een wetenschappelijke discipline waarbij criminologen:
o Onderzoek gaan doen naar criminaliteit en de bestraffing ervan
o Criminaliteit proberen verklaren, begrijpen en beschrijven
Op basis van het wetenschappelijke onderzoek van criminologen zullen er heel wat theorieën
opgebouwd worden.
- Theorieën kunnen hierbij beschreven worden als de kennis die voortkomt uit het werk dat een
criminoloog doet.
Criminologisch onderzoek = een massief gegeven: er zijn heel wat criminologen die onderzoek doen. ➔
er ontstaat een wetenschappelijke dynamiek: gezien elke criminoloog een andere focus legt in het
onderzoek dat hij voert zal de dynamiek in de theorie ook telkens veranderen.
Wetenschappelijke onderzoek en bijgevolg het ontstaan van theorieën = een belangrijk gegeven: er
ontstaan hierdoor inzichten die algemener gelden en verder gaan dan de anekdotische discours uit de
gehele SL.
Studie object van de criminologische wetenschappen en theorie = criminaliteit en de manier waarop we
hierop gaan reageren.
→ je kan hierbij de bedenkingen stellen: Wat was er eerst?:
- Eerst is er iemand die crimineel gedrag stelt en dan pas komt er een reactie vanuit de SL.
- Criminaliseren: mensen stellen een bepaald gedrag maar dit wordt pas delinquent door de
maatschappelijke reactie hierop
, 9
▪ bv tijdens corona was zitten op een bank plots deviant.
▪ BV: VERHAAL VAN ILLIAS: jongen en nonkel gaan kamperen in een park.
Ongerustheid en media + rechten discours zorgt er plots voor dat dit
gekwalificeerd wordt als deviant gedrag
1.1. Theorie:
= Geheel aan denkbeelden, hypotheses en verklaringen die een bepaalde samenhang hebben.
Theorieën zullen altijd een bepaalde focus hebben op een bepaald gegeven wanneer ze crimineel
gedrag en de reactie hierop zullen bespreken. → er ontstaan verschillende perspectieven van waaruit
we criminaliteit en het gedrag hierop zullen bekijken.
- Theorieën hebben een bepaalde selectie van zaken die men zal bestuderen bij het
onderzoeksobject: Bijvoorbeeld Lombroso die het gedrag van de delinquente personen zal
bestuderen. Ze gaan hierbij niet in vraag stellen of de maatschappelijke kwalificatie van dit
gedrag zal kloppen.
In de criminologie is er een dubbel-bind op te merken in de relatie tussen het crimineel gedrag dat men
zal stellen en de manier waarop er gereageerd wordt: door de reactie die men geeft op gedrag zal men
bepalen welk gedrag op een bepaald moment strafbaar is. → Criminologen kunnen vanuit 2
perspectieven onderzoek gaan doen:
- Ze kunnen zich richten op het criminele gedrag en voornamelijk dit gegeven gaan onderzoeken.
- Ze kunnen zich focussen op de reactie die gegeven wordt
Bijvoorbeeld: Cesare Lombroso stelde de definities, het perspectief en de maatschappelijke reactie
consensusgewijs niet in vraag. Binnen de criminologie bestudeerde hij wel alleen het gedrag van de
delinquent, niet de wetten en normen. Die manier van denken (gedrag/reactie) heeft in de loop van de
19de en 20ste eeuw tot vandaag een soort fluctuerende, tegenstrijdige beweging gekend.
1.1.1. Dynamiek van wetenschappelijke kennis
Dynamiek van wetenschappelijke kennis = Je kan als wetenschapper niet zomaar zeggen dat je een
bepaald gegeven hebt gevonden en dat dit als de waarheid geldt. Er moet onmiddellijk een tegenspraak
in gang gezet worden om het ondervonden gegeven te onderzoeken.
Theorieën = een getoetst model i.f.v. de verklaring van de werkelijkheid: Als er een bepaalde
wetenschappelijke uitspraak wordt gedaan dan moet dit in vraag gesteld kunnen worden door andere
personen. Het dient dus onderworpen te worden aan tegenspraak ➔ op deze manier verkrijgen we een
een getoetste kennis die het basismodel zal vormen voor wetenschap.
Het toetsen van uitspraken maakt ontwikkeling van kennis mogelijk: het feit dat een uitspraak getoetst
wordt door andere leidt ertoe dat we dit als kennis kunnen benoemen gezien het hierdoor berust op
een soort eerlijkheid en wetenschappelijkheid. We zouden kunnen stellen dat deze kennis meer
aanspraak doet op de waarheid dan de uitspraken van de man op de straat.
- vb corona: men deed onderzoek en uitspraken hieromtrent --> Wetenschappers gaan elkaar dus
vragen stellen en verschillend onderzoek dat niet altijd in dezelfde richting wijst. Soms zit hier
een trend in en dat is dan op dat moment de stand van zaken ( de kennis op dat moment).
Wetenschap moet deze soort dynamiek hebben om ontwikkeling te bekomen
Er is geen wetenschappelijke kennis zonder toetsing van de onderzoeksresultaten = een georganiseerde
sceptisch. Alleen onderzoek doen in een ivorentoren waarin jij alleen onderzoeksresultaten mag
, 10
interpreteren is eigenlijk geen wetenschap. Door de toetsing kan de wetenschappelijke kennis hard
gemaakt worden.
- Door de vragen die andere stellen over jouw onderzoeksresultaten wordt je gegeven
wetenschappelijk gemaakt.
1.2. Theorie vs. Wetenschap:
- Onderzoeksobject = Gedrag en de reacties die men er op zal gegeven.
- Het object is complexer dan op het eerste zicht → het gaat over:
o Gedrag dat mensen stellen: mensen komen dagelijks in contact met bepaalde regels die
vooropgesteld worden. Niet iedereen gaat hier op dezelfde manier op reageren →
Criminologie zal onderzoeken hoe dit komt.
o De reacties die gegeven worden onder de vorm van o.a. regels: Binnen deze pandemie
heeft men bepaalde regels ontwikkeld om deze in te dijken. Criminologen gaan deze
regels onderzoeken: hoe komt het dat deze regels ontstaan zijn?
- !! Het gaat hier over een complex onderzoeksobject → Wetenschapper zullen moeten
selecteren wat ze wensen te onderzoeken.
1.3. Premisse van de klassieke wetenschap (Basisprincipes)
- Gedragingen of situaties die zich voordoen (= de werkelijkheid) en de reacties die hierop volgen
zullen altijd geregeerd worden door orde en rationaliteit.(=wetmatigheden) → Het is het doel
van de wetenschapper om deze wetmatigheden te onderzoeken.
- Mens is het enig kennend wezen: De mens is de enige die aan wetenschap kan doen → het is
de mens die de natuur aan zich onderwerpt. De mens wordt gezien als een superieur wezen.
- Voor een goed wetenschappelijk onderzoek is er een duidelijke scheiding tussen de onderzoeker
en datgene wat hij onderzoekt. → Er is een duidelijke scheiding nodig tussen object (datgene
wat onderzoekt wordt) en het subject (de onderzoeker)
o Binnen de sociale wetenschappen is dit een moeilijk gegeven: Het object dat we
bestuderen is iets dat op ons lijkt of nog veel meer, waar wij deel van zijn. → Dit zal
binnen de sociale wetenschappen heel wat discussies geven.
▪ De afstand die we dienen te behouden met het onderzoeksobject berust zich
dus op de derde premisse. We dienen onze subjectiviteit buiten onze studie te
houden. Dit zal o.a verankerd zitten in het positivisme
1.4. Karakter en kenmerken
Wat maakt een wetenschapper anders dan andere personen die kennis produceren?:
- De wetenschapper gaat actief op zoek naar bepaalde waarnemingen. We gaan onze resultaten
niet zomaar tegen het lijf lopen maar gaan hij echt actief naar op zoek
- Methode: men gaat gericht opzoek en men heeft hier een bepaalde systematiek voor. Men
heeft een plan hoe men gaat onderzoeken en men weet ook wat men wil onderzoeken.
- Objectiviteit: de wetenschapper moet zich buiten het gebeuren plaatsen.
o Hierover kan veel discussie onderstaan omdat het niet evident is om je als
wetenschapper los van het object te zetten.
- Controle en toetsing: We gaan de wetenschappelijke kennis collectiviseren → door het te laten
nagaan door andere wetenschappers kunnen we nagaan hoe de vergaarde kennis als een
collectieve kennis ervaren wordt. Er vindt een toetsing plaats van:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hannevndle. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.