dit is een samenvatting bestaande uit info van de voorbereidende lessen, tijdens de lessen en nog toevoegingen na de lessen voor het voorkomen van eventuele onduidelijkheden. Alles wat je moet leren voor de toets lees je hier!! Met veel aandacht getypt en uitgewerkt!!
- Wordt aangevallen in door het immuunsysteem; bijvoorbeeld bacteriën en virussen,
parasieten en schimmels
Deze lichaamsvreemde stoffen noemen we ook wel antigenen.
Om de ziekteverwekker te verslaan moeten we de verwekker aanvallen door hem te:
- Isoleren
- Activeren
- Verwijderen.
Afweersysteem:
Aspecifiek: reageren op alle lichaamsvreemde wat ze tegenkomen
Zoals:
- huid, speeksel en maagzuur
- Fagocyterende cellen: macrofagen en neutrofielen.
- Stoffen zoals cytokinen waaronder interleukines en interferonen vallen.
- Complement systeem
Specifiek:
Is specifiek tegen 1 type antigeen
We hebben miljoenen verschillende specifieke afweercellen, voor het geval we een ziekteverwekker
binnenkrijgen.
Specifieke afweer delen we door tweeën:
1. Celgemedieerde immuniteit / cellulair (binnen cel) (verzorgd door de T-cellen)
2. Humorale immuniteit (verzorgd door de B-cellen) (bloedbaan) tussen de cellen
B cellen geproduceerd in beenmerg
T cellen in thymus
Milt: afbraak rode bloedcellen
,Je hebt een wondje op de huid-> bacteriën kunnen dus binnekomen
Wat doet je lichaam?
1. Doorbloeding neemt toe door vasodilatatie, dit komt door de stofjes histamine en
bradykinine -> meer zuurstof en voedingsstoffen kunnen worden vervoerd naar het
ontstekingsgebied.
2. Vasodilatatie, hierdoor zal de roodheid (rubor) toenemen. Net als warmte (calor), pijn
(dolor) en zwelling (tumor). Hierdoor zal het weefsel waar de ontsteking zit niet meer goed
functioneren-> dit noem je dan functiolaesia.
Deze 5 termen typeren een ontsteking.
Permeabiliteit, oftewel de doorlaatbaarheid van vaten neemt toe. Waardoor belangrijke stoffen
naar de ontstekingsplek kunnen gaan.
Het complement
- Systeem wordt geactiveerd.
- Complement zijn de eiwitten die de leukocyten aantrekken tot het ontsteking gebeid, soort
alarmpje zodat de cellen weten waar ze moeten zijn.
- Ook maakt complement het fagocyteren het makkelijker voor de macrofagen.
- En kan complement zichzelf aan het celmembraan van de bacterie hechten en deze kapot
maken.
- Het immuuncomplex activeert het (= antilichaam gebonden aan het antigeen) complement
systeem.
Dan arriveren de eerste leukocyten (witte bloedcellen) zoals neutrofielen.
Neutrofielen
- Zijn fagocyterende cellen. Door fagocytose wordt de bacterie opgegeten en verteerd tot
kleine stukjes (maaktniet uit welke cel) -> cel van de aspecifieke afweer
- Neutrofielen schijten IL-1 uit, stofje dat ervoor zorgt dat je koorts krijgt.
, Daarna komen de macrofagen, andere fagocyterende cellen die neutrofielen gaan helpen, leven
langer en kunnen langer bacterie tegenhouden en de puinhoop opruimen.
Ondertussen reist de macrofaag terug naar de bloedcel. Op zoek naar de ene T-cel die
geprogrammeerd is om te reageren op dit ene antigeen. De macrofaag presenteert de zojuist
opgegeten bacterie op zijn celmembraan en gaat opzoek naar de T-cel.
Is de goeie T-cel gevonden-> deze wordt dan geactiveerd. Het antigeen waarvoor hij gemaakt is, is
gevonden in het lichaam-> deze cel deelt zich heel vaak.
Er bestaan 4 soorten T-cellen die allemaal reageren op die ene antigeen.
1. Memorie T-cellen
- Snellere reactie in de toekomst
2. Cytotoxische T-cellen
- Killercellen genoemd, gaan direct richting de ontsteking
3. T- helpercellen
- Coördineren de boel en activeren de B-cellen
4. Supressor T-cellen
- Remmen op het systeem, in de gaten houden dat de ontstekingsreactie (bedoeld om het
lichaam in leven te houden), niet uit de hand loopt en dat het lichaam doodgaat aan de
ontstekingsreactie.
T-helpercellen activeren de B-cellen:
- Zitten in de lymfeklier
- Ene B-cel die reageert op het ene antigeen wordt geactiveerd-> gaat delen-> hieruit
ontstaan 2 soorten cellen:
1. Memoriecellen (voor de toekomst)
2. Plasmacellen: deze maken antilichamen en scheiden ze uit.
Er bestaan 5 verschillende soorten antilichamen:
1. IgA
2. IgD
3. IgE
4. IgG-> dit geval worden deze gemaakt.
5. IgM
Deze antilichamen komen vast te zitten aan de bacterie. Hierdoor schakelen de bacteriën sneller uit
door de t-killercellen en de macrofagen. Ook neutraliseren de antilichamen de giftige stoffen die
bacteriën uitscheiden (de bacteriële toxine)
En activeert het immuuncomplex (= antilichaam gebonden aan het antigeen) het complement
systeem.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur stuviasamenvattingen25. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.