Samenvatting ontwikkelingspsychologie studeersessie 4 H9
Piaget: Concreet operationeel stadium
Lagere schoolleeftijd: 7-11 jaar Denken wordt logischer, flexibeler en beter georganiseerd
Verworvenheden
= Opheffing van beperkingen uit pre operationeel stadium
Conservatie
- Operaties = Mentale handelingen die gehoorzamen aan logische regels Zorgt ervoor dat conservatie wel
correct wordt opgelost
- Decentratie: Focussen op meerdere aspecten van probleem ipv enkel 1: Met elkaar in verbrand brengen
- Omkeerbaarheid: Vermogen om te denken in reeks stappen en dan in gedachte de richting omkeren en dan
weer op het startpunt terechtkomen
Classificatie = Correct oplossen van problemen met klasinclusie
- Bewust hiërarchische classificaties
- Focus op meerdere relaties tussen categorieën
- Vaak beginnen ze nu ook voorwerpen te verzamelen en ze op te delen in klassen
Seriatie = Ordenen van items langs kwantitatieve dimensie
- Kleuters vormen wel een rij maar maken nog veel fouten
Enkel letten op 1 uiteinde
Slechts deel correct, kunnen aandacht er niet bij houden
- Naar lagere schoolperiode toe: Minder fouten
Transitieve inferentie = een seriatie van gedachten
- Typische vorm met staven
- Kind maakt inferentie door een mentale seriatie uit te voeren
- Vereiste integreren
Speciaal redeneren
Cognitieve kaarten = Mentale voorstellingen van bekende plaatsen in grotere omvang ( Niet in 1 oogopslag te
vatten)
- Vereisten: perspectief, inferenties die afzonderlijke plaatsen met elkaar verbinden
- Jongere kinderen gebruiken oriëntatiepunten om te oriënteren (vb. School, huis, boekenkast,…)
- Oudere kinderen
Geografische route van oriëntatiepunten: Kaarten beter georganiseerd
Mental walks: Zelf voorstellen en instructies geven langs waar iemand moet lopen, men stelt zich
mentaal een route voor Minder problemen met kaart draaien
Cultuurverschillen in concreet operationeel stadium
- Niet westers
Hier gebruikt men zelden kaarten, minder autorijden, vaker wandelen
Baseren op buren om weg te vragen
Als kinderen dan kaart moeten tekenen van hun buurt, vooral veel rijke oriëntatiepunten en aspecten
van sociaal leven
- Westers
Vaak gebruik van ouders, veel gebruik van kaarten
Als kinderen kaart tekenen van buurt, veel formeler met hoofd en bijstraten en weinig oriëntatiepunten
Beperkingen
1. Kinderen denken enkel logisch en georganiseerd als het gaat om concrete info die direct waarneembaar is
2. Concreet operationeel denken wordt binnen dit stadium geleidelijk aan verworven
- Continuüm van verwerving: Geleidelijk aan beheersen van logische begrippen en dit concreet operationele
taken
Recent onderzoek
In andere stadia onderschatte Piaget het kind
Rol van cultuur en opleiding
Vaststelling: Specifieke culturele en schoolse praktijken hebben invloed op concreet operationeel stadium
- Cultuur: In niet westerse culturen gaat men weinig naar school Conservatie pas veel later verworven
Kwalitatief belang van alledaagse activiteiten voor ontwikkeling
- School: Kinderen die al langer naar school zijn geweest doen het beter op Piaget taken: Meer ervaring
- Context: Ook niet schoolse en informele activiteiten bevorderen concreet operationeel denken Logisch
denken, operaties ontstaan niet spontaan doordat kind actief omgaat met omgeving, maar doordat het
bijgebracht wordt door cultuur, opleiding en context Evidentie voor Vygotsky
Infromatieverwerkingsvisie op concreet operationeel denken Robbie Case
Geleidelijke verbetering van informatieverwerking, en niet plotse overgang naar nieuw stadium
Cognitieve schema’s steeds automatischer, meer plaats in werkgeheugen waardoor schema’s kunnen integreren
+ nieuwe vormen Bredere voorstellingen
2 verklaringen
- Sommige taken vereisen meer ruimte in werkgeheugen en komen dus pas later in de ontwikkeling
, - Ervaringen van kinderen verschillen sterk
Ontdekking door Case
1. Kinderen concentreren op 1 dimensie (vb. 1 verhaallijn in tekening huis en mama en papa op 1 lijn naast
elkaar tekenen)
2. Kinderen richten op 2 dimensies (vb. 2 verhaallijnen in tekening mama en papa in huis tekenen: Kenmerken
combineren met relaties tussen objecten)
3. Integraties van meer dimensies (vb. Verhaallijnen met meerdere zijllijnen, tekeningen ingewikkelder met
referentiepunten, dichtbij-veraf)
Evaluatie concreet operationele stadium
Onduidelijkheid
- Continue verbetering van logische vaardigheden
- Discontinue herstructureren van denken
Piaget voelde dit aan en gebruikte daarom begrip geleidelijk beheersen van logische begrippen
Informatieverwerking
Piaget focust zich op algemene cognitieve verandering <-> Informatieverwerking focust op ontwikkeling van
verschillende aspecten van denken
Executieve functies
Duidelijke verbetering in lagere schoolleeftijd word bepaald door verschillende factoren
- Biologische basis: ontwikkeling PFC meer verbindingen tss PFC en andere delen hersenen, myelinisatie
- Genetische basis (Risicovariant en ADHD)
- Omgeving: Teratogenen, armoede
Inhibitie en flexibele aandacht
Meer selectieve aandacht
- Enkel aandacht voor wat relevant is, onderdrukken wat niet relevant is
- Onderzoek dmv niet relevantie stimuli opnemen in taken
- Dankzij vooruitgang cognitieve inhibitie
Meer aanpasbaar, flexibel
- Aandacht aanpassen aan eisen van de situatie, vlot kunnen switchen
- Onderzoek dmv eerst indelen volgens kleur en dan volgens vorm Lukt bij kleuters niet, wel op lagere
schoolleeftijd
Werkgeheugen
Toename in informatieverwerkingscapaciteit
- Tijd die nodig is voor taken neemt af en denken wordt efficiënter
- Werkgeheugen neemt toe
Onderzoeken adhv cijferreeksen waar je bewerkingen op doet
- Problemen
Kinderen met leerproblemen hebben vaak zwak werkgeheugen
Arme kinderen hebben vaak zwak werkgeheugen
- Stimulatie van WG door scaffolding
Planning
Geleidelijk verbetering van planning bij taken met meerdere stappen
Op voorhand plannen: Op voorhand evalueren van opeenvolging van stappen
Factoren die vooruitgang bepalen
- Samenwerken met meer ervaren planners, uitleg van ouders en leren over hoe plannen
- Vereisten van schooltaken dagen uit om te plannen
Kinderen kunnen steeds moeilijkere taken aan, waarbij integratie werkgeheugen, inhibitie en flexibiliteit en
selectieve aandacht cruciaal is
Trainen en executieve functies
Rechtstreekse training: Ingebed in computerspelletjes Verbetering capaciteit werkgeheugen IQ, spelling en
rekenen
Onrechtstreekse training: Lichaamsbeweging, mindfulness verbetering executieve functies, prosociaal gedrag
positieve relaties
Geheugen
Geheugenstrategieën Hoe meer strategieën combineren, hoe beter onthouden
- Herhalen
- Organiseren = Items die bij elkaar horen, groeperen, verbetert herinnering
- Elaboratie = Uitwerking relatie/ gedeelde betekenis tot stand brengen tussen eenheden informatie die niet
tot zelfde categorie horen
Organiseren en elaboratie zorgt voor het combineren van elementen tot betekenisvolle eenheden, chunks
werkgeheugen meer plaats vrij + Beter terug oproepen van informatie uit geheugen
Knowledge base, kennisbestand
= Kennis van kind neemt toe, als men weer weet over onderwerp is makkelijker om nieuwe info die gerelateerd is aan dat
onderwerp op te slaan en weer op te roepen (Organisatie)