Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting gedragsbeïnvloeding €4,99   Ajouter au panier

Resume

samenvatting gedragsbeïnvloeding

 9 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

samenvatting voor het vak gedragsbeïnvloeding.

Aperçu 4 sur 37  pages

  • Oui
  • 14 novembre 2021
  • 37
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Gedragsbeïnvloeding samenvatting

Deel 1: waarom doe je wat je doet?

Hoofdstuk 1 Denken in termen van nurture

1.1 Mensbeelden

Een mensbeeld bevat ideeën over hoe je denkt dat mensen in elkaar zitten. Dit beeld heeft consequenties
voor de mate waarin je bijvoorbeeld gelooft dat gedrag beïnvloedbaar is.

Het verschil tussen de termen ‘genetisch gedetermineerd’ en ‘genetische predispositie’:

- De opvatting dat mensen ‘gedetermineerd’ zijn (door hun genetisch materiaal) houdt doorgaans
in dat genen bepalend zijn bij het tot uiting komen van eigenschappen. De omgeving heeft hier
geen, of slechts in zeer beperkte mate invloed op.
- De opvatting dat mensen een ‘predispositie’ hebben (door hun genetisch materiaal) houdt
doorgaans in dat iemand ‘aanleg’ heeft om bijvoorbeeld depressief te worden. Dit betekent niet
dat diegene ook daadwerkelijk depressief wordt; de omgeving heeft hier ook invloed op.

Niet alleen bepaalt je mensbeeld op deze manier gedrag, ook heeft het invloed op de vraag in hoeverre je
denkt dat het gedrag van anderen beïnvloedbaar is.
Sterker nog, je visie op de eigen en andermans ‘natuur’, bepaalt niet alleen in hoeverre je denk dat gedrag
beïnvloedbaar is, maar ook hoe je jezelf en anderen beoordeelt.

Samenvattend bepaalt het antwoord op de vraag ‘in welke mate gedraag door genen of door opvoeding
wordt bepaald’, het eigen gedrag, het geloof in de beïnvloedbaarheid van het gedrag van anderen en de
manier waarop het gedrag van anderen geïnterpreteerd en beoordeeld wordt.

1.2 impliciete theorieën: Incremental versus Entity Theories

Incremental theory  een geloof dat IQ te ontwikkelen is

Entity theory  een geloof dat het IQ vaststaat en dus niet ontwikkeld kan worden

Of je dus voor bepaalde eigenschappen een incremental of een entity theory hebt, heeft invloed op hoe je
tegenover het testen van die eigenschap zal staan, hoe je de testsituatie ervaart en hoe je de resultaten
van de test interpreteert.

1.3 in hoeverre zijn eigenschappen en gedrag beïnvloedbaar?

De belangrijkste vraag is in hoeverre eigenschappen of gedrag beïnvloed kan worden.

1.3.1 lichamelijke kenmerken & prestaties

Al met al kan geconcludeerd worden dat hoewel sommige mensen er daadwerkelijk meer moeite voor
moeten doen om de perfecte maten te krijgen en te behouden, het daadwerkelijke gewicht grotendeels
bepaald wordt door gedrag. Ondanks bijvoorbeeld aangeboren verschillen in de snelheid waarin het
stofwisselingsproces verloopt, of verschillen in de hoeveelheid energie die onder neutrale
omstandigheden verbruikt wordt, bepaalt hetgeen je eet en hoeveel je beweegt je exacte gewicht.

,1.3.2 persoonlijkheid

Uit vele studies is gebleken dat mensen een aangeboren verschil in temperament vertonen. Onder
verschillen in temperament verstaan we:

‘Stabiele, vroegoptredende individuele verschillen in emotionaliteit, energie, aandacht en volharding,
reactiviteit en vriendelijkheid.’

In deze vaak gehanteerde definitie zit besloten dat het om ‘stabiele kenmerken’ gaat en dat het
waarschijnlijk genetische verschillen betreft, aangezien de verschillen al zeer vroeg optreden.

Hoewel blijkt dat het bijsturen van persoonlijkheidskenmerken waarschijnlijk moeilijk is, behoort dit wel
tot de mogelijkheden.

In plaats van een cliënt zijn persoonlijkheid te veranderen, richt je je op gedrag in concrete situaties.

1.3.3 cognitieve capaciteiten en prestaties

Wat betreft IQ lijkt er sprake te zijn van een aangeboren potentieel. Uit onderzoek blijkt dat het IQ voor
50 tot 80 procent genetisch bepaald is. Dit wil echter niet zeggen dat je bij je geboorte al een IQ-score
hebt die je vervolgens je hele leven behoudt. Je intelligentie moet ontwikkeld worden.

Ook al staat voor 65 procent bij de geboorte vast hoe snel je bijvoorbeeld informatie op kunt nemen en
kunt verwerken in je hersenen, alsnog zijn de hersenen trainbaar.

Wat bepaalt nu of de ene student een hoogvlieger wordt en de ander niet?
 oefening

Verschillen tussen experts en amateurs kunnen volgens Ericsson dus verklaard worden door het verschil
in het aantal uren bewuste oefeningen.

Het geloof in het al dan niet kunnen verbeteren van cognitieve prestaties, hangt niet alleen af van of je
dan niet gelooft dat genen bepalend zijn voor je ontwikkeling, maar ook van je zelfbeeld.

1.4 samenvatting en conclusies

Een kernboodschap in dit hoofdstuk is dat opvattingen doorslaggevend zijn bij de vraag of ontwikkeling en
verandering mogelijk is. Doorgaans heb je als gedragsbeïnvloeder meer kans als een persoon ervan
overtuigd is dat hij of zij zijn lot in eigen handen heeft en dus zijn prestaties kan beïnvloeden.

Uiteindelijk lijkt het erop dat vooral inzet en oefening tot successen leiden, waardoor mensen die
gemotiveerd blijven om door te gaan een voordeel hebben.
 voor gedragsbeïnvloeders betekent dit alles dat het over het algemeen niet zinvol is om in termen van
nature te denken.

Wil je eigenschappen, gedrag, emoties, vaardigheden etc. veranderen, dan is het dus van belang om te
weten in hoeverre ze beïnvloedbaar zijn.

,Hoofdstuk 2 leren

2.1 een aanpassingsproces aan de omgeving

Leren kan beschouwd worden als een soort aanpassingsproces aan de omgeving. Door te leren kan men
adequater reageren op de omgeving en de omgeving zelfs (actief) naar de eigen hand zetten. Leren kan
gedefinieerd worden als een proces waarbij een ervaring leidt tot ‘ander gedrag’ in de toekomst.
 er is dus sprake van leren als een ervaring op tijdstip 1 leidt tot veranderd gedrag op tijdstip 2.

We spreken van ‘ander gedrag’, omdat een leerproces niet altijd tot verbetering leidt. Hiernaast kan men
zich ook slechte gewoonten aanleren.

2.2 klassieke conditionering

Bij klassieke conditionering wordt een neutrale stimulus vlak voor of tegelijkertijd met een
ongeconditioneerde stimulus aangeboden. De neutrale stimulus wordt op deze manier gekoppeld aan de
ongeconditioneerde stimulus, waarna de reactie op de neutrale stimulus hetzelfde wordt als de reactie op
de ongeconditioneerde stimulus. Zodra deze koppeling tot stand is gebracht, wordt de neutrale stimulus
een geconditioneerde stimulus genoemd. De geconditioneerde stimulus brengt dan dezelfde reactie
teweeg als de ongeconditioneerde stimulus dat deed.

Gelukkig kunnen we eenmaal geconditioneerde reacties ook weer gedeconditioneerd worden.
 als je bijvoorbeeld telkens geconfronteerd wordt met getoeter zonder dat er een ongeluk optreedt,
dan zal je reactie (angst) langzaam verminderen en wellicht na een tijd volledig verdwijnen.
 dit proces wordt extinctie of uitdoving genoemd

Generalisatie  als er op een nieuwe stimulus die lijkt op de geconditioneerde stimulus, op dezelfde
manier gereageerd wordt als dat er op de geconditioneerde stimulus gereageerd zou worden.

Voorbeeld  watertanden

2.3 operante conditionering

Spontaan optredend gedrag

Het operante gedrag kan bekrachtigd worden, wat inhoudt dat geleerd wordt dat het een positieve
consequentie heeft, of het bestraft kan worden.

Een verwachte beloning die niet verkregen wordt, wordt een negatieve straf genoemd.
Als de beloning wel plaatsvindt, wordt dit een positieve bekrachtiging genoemd.

Beloning Straf
Toedienen Positieve bekrachtiging Positieve straf
Wegnemen Negatieve straf Negatieve bekrachtiging


Belonen of straffen? Over het algemeen geldt dat het toedienen van een beloning effectiever is dan het
toedienen van straf.
 ten eerste omdat mensen over het algemeen meer gemotiveerd raken door het ontvangen van
beloningen dan door het ontvangen van straffen

,  ten tweede omdat bij het geven van een beloning het gewenste gedrag wordt gedemonstreerd, terwijl
dit bij het straffen niet het geval is.

Bij straffen is er geen sprake van gewenst gedrag en of de gestrafte nu weet wat hij of zij wel zou moeten
doen, dat blijft de vraag. Dat iemand laat zien hoe het niet moet, betekent nog niet dat hij of zij weet hoe
het wel moet.

Het prijzen van gedrag dat in de richting komt, waardoor dat gedrag versterkt wordt waarop je verder
kunt bouwen, wordt shaping genoemd.

Skinner ontdekte dat als je positief gedrag niet voortdurend beloont, maar slechts af en toe, het gedrag
beter bestand is tegen extinctie (het uitdoven van het gedrag).
 dit effect is het sterkst als de beloning

2.4 sociaal leren

Het ‘na-apen’ van gedrag wordt ook wel sociaal (of observationeel) leren genoemd.

Doordat anderen voordoen hoe iets moet, kun je complexe gedragingen al vrij snel onder de knie krijgen.
Het leren beoefenen van een sport, het bespelen van een instrument, maar ook het aanleren van een
nieuwe taal gaat sneller als je een goed voorbeeld krijgt.

2.4.1 het onbewust kopiëren van gedrag

Het gedrag van anderen kan bewust, maar ook onbewust overgenomen worden. Een van de bekendste
voorbeelden van het onbewust kopiëren van gedrag is dat als iemand begint te gapen, er meerdere
mensen automatisch (onbewust en ongewild) volgen.

Hoe komt het dan dat mensen het gedrag van anderen zo snel overnemen?

Uit verschillende onderzoeken uit het begin van deze eeuw blijkt dat mensen over spiegelneuronen
(mirror neurons) beschikken. Deze spiegelneuronen (of eigenlijk systemen van spiegelneuronen) zijn
zowel actief bij het uitvoeren van gedrag, als bij het zien van gedrag dat door anderen uitgevoerd wordt.
De hersengebieden die actief zijn bij het uitvoeren van gedrag, kunnen dus eveneens actief worden als je
een ander dat gedrag uit ziet voeren. Deze overlap kan een verklaring bieden voor de neiging om het
gedrag van iemand anders na te doen. Bij het zien van het gedrag van iemand anders worden delen van
de hersenen actief die betrokken zijn bij het zelf uitvoeren van het gedrag. Hierdoor ben je sneller geneigd
hetzelfde gedrag ook uit te voeren. Op dezelfde manier kan nieuw gedrag aangeleerd worden. Doordat bij
het zien van een voorbeeld de gebieden in de hersenen geactiveerd worden die betrokken zijn bij het
uitvoeren van het gedrag, kan men vervolgens het gedrag zelf gemakkelijker uitvoeren. Spiegelneuronen
staan waarschijnlijk dan ook aan de basis van sociaal leren.

Niet alleen motorische gedragingen worden gekopieerd; ook emoties worden vaak onbewust van anderen
overgenomen (iets wat ook wel emotion contagion, oftwel emotiebesmetting wordt genoemd)

Naast dat het spiegelsysteem geassocieerd wordt met sociaal leren, wordt het in verband gebracht met
een andere cruciale functie. Naast dat het systeem in je staat stelt om relatief snel nieuw gedrag aan te
leren (sneller dan je bijvoorbeeld door trial-and-error zou leren), wordt het in verband gebracht met het

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yvonnegroenewold. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78252 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99
  • (0)
  Ajouter