Indicatie: een reden waarom een geneesmiddel wordt voorgeschreven. Meestal is dat een ziekte of
een afwijking.
Contra- indicatie: een reden waarom een patiënt een bepaald geneesmiddel niet mag gebruiken.
Interactie: als een patiënt meer dan een geneesmiddel tegelijk gebruikt, kunnen die geneesmiddelen
elkaars werking beïnvloeden.
Normdosering: de normdosering geeft de onder- en bovengrens aan waartussen een bepaald
geneesmiddel optimaal werkzaam is. Als daar een reden voor is, kan daarvan wel worden afweken.
Compliance (therapietrouw): Compliance geeft aan in welke mate de patiënt zich houdt aan de
voorschriften van het recept. Dit hangt onder meer af van het effect dat de patient al dan niet
ervaart, mogelijke bijwerkingen, het gebruiksgemak en soms ook wel van de mate van motivatie om
van de klachten af te komen.
Placebo- effect: patiënten hebben vaak baat bij een bepaald middel, terwijl dat niet te verklaren is
door de chemische inwerking van dat middel op het lichaam. de kans hierop is vooral aanwezig als de
patient veel vertrouwen heeft in het middel (en in de dokter die het voorschrijft)
Teratogeen: hiermee wordt bedoeld dat een geneesmiddel bij zwangere vrouwen de vrucht zou
kunnen beschadigen.
Lactatie: borstvoeding
Bloedspiegel: dit is de concentratie van het geneesmiddel in het bloed. Als die te laag is, kan het
middel nog niet werken. De bloedspiegel is van veel dingen afhankelijk, bijvoorbeeld de dosering, de
toedieningsvorm (bijv. ampul of tablet) en de toedieningswijze (bijv. oraal, rectaal)
Halfwaardetijd
- Het lichaam zal ingenomen geneesmiddelen uit het lichaam verwijderen. De snelheid
waarmee dat gebeurt, verschilt per geneesmiddel en per persoon.
- Met de halfwaardetijd of halveringstijd wordt de periode (dus de tijdsduur) bedoeld waarin
de concentratie van een geneesmiddel in het bloed daalt tot de helft. Als de bloedspiegel om
17:00 uur 30mg/ml is, en om 20:00 15 mg/ml (dus de helft), is de halfwaardetijd 3 uur. De
halfwaardetijd is constant: je mag er dus vanuit gaan dat de concentratie 3 uur later verder
gedaald zal zijn tot 7,5 mg.ml en zo verder.
- Als de halfwaardetijd langer is, dat wil zeggen dat het lang duurt voordat het geneesmiddel
uit het bloed verdwenen is.
Bij een lange halfwaardetijd gevolg hoef je de medicatie niet vaak in te nemen
,Bij een korte halfwaardetijd gevolg moet je de medicatie vaker innemen
Intoxicatie (overdosering): te hoge concentratie in het bloed. Als gevolg daarvan kunnen
vergiftigingsverschijnselen optreden, zoals misselijkheid/ braken, duizeligheid, verwarring, hoofdpijn
en bewusteloosheid.
De kans op intoxicatie is groter als de nieren of eventueel de lever het geneesmiddel niet snel
kunnen uitscheiden.
Therapeutische breedte: Hiermee wordt het verschil aangegeven tussen de concentratie in het bloed
waarbij het middel werkzaam is en de concentratie waarbij het middel giftig wordt.
Als dit verschil groot is, is de kans op intoxicatie niet zo groot. Als dit verschil klein is, moet men goed
oppassen
Bijwerking: Hiermee wordt onbedoelde, ongewenste effecten van geneesmiddelen bedoeld.
Bijwerkingen
- Alle geneesmiddelen kunnen bij alle patiënten bijwerkingen veroorzaken. Dat neemt niet
weg dat de kans hierop groter is bij een hoge dosering.
- Een allergie moet je bij een geneesmiddel dus als een absolute contra- indicatie beschouwen
omdat het vaak een heftige reactie is.
Gesensibiliseerd: allergisch voor iets geworden.
De Opiumwet
Sommige geneesmiddelen vallen onder de Opiumwet. Dat zijn geneesmiddelen die gemaakt zijn van
stoffen die verslavend zijn of kunnen zijn. In de praktijk gaat het met name om morfine en andere
sterke pijnstillers die daarop lijken, alle gebruikelijke slaap- en kalmeringstabletten en ADHD-
medicatie.
Een Opiumwet moet aan de volgende eisen voldoen:
- De volledige naam, voorletters en adres van de patient moet vermeld zijn
- Alle cijfers moeten in letters geschreven (dus: 100 moet je helemaal uitschrijven in
‘’honderd’’)
- Er mag maximaal een recept op een receptenblaadje staan.
- De verkrijgbaarheid van medicijnen kent verschillende categorieen
Zelfzorgmiddelen: medicijnen die alleen met recept in een apotheek verstrekt mogen worden
Medicijnen die onder de Opiumwet vallen en dus alleen emt een Opiumwetrecept in een apotheek
verstrekt morgen worden
, Zelfzorgmiddelen bestaan uit 3 groepen
1. AV= algemene verkoop. De meeste zelfzorgmiddelen zijn op vele plaatsen te koop, zoals in
supermarkten.
2. UAD= uitsluitend apotheek en drogist. Er moet op de plaats van verkoop minimaal een
drogist aanwezig zijn
3. UA= uitsluitend apotheek.
Een geneesmiddel heeft verschillende namen
Generieke of stofnaam: dat is de naam van het werkzame bestanddeel. Deze naam wordt vastgesteld
door de World Health Organisation (WHO) en is in de hele wereld geldig.
Merknaam: dat is de naam die door de fabrikant aan het middel is gegeven. Merknamen verschillen
vaak per land.
- Merkgeneesmiddelen worden ook wel spécialités genoemd
Verschil merkmiddelen en genriekemiddelen
- De hulpstoffen kunnen soms anders zijn
HOOFDSTUK 2 TOEPASSING VAN GENEESMIDDELEN
Er zijn verschillende redenen om gebruik te maken van een geneesmiddel. In de praktijk maken we
onderscheid tussen 5 mogelijkheden:
- Causale behandeling
- Symptomatische behandeling en palliatieve behandeling
- Substitutiebehandeling
- Preventieve of profylactische behandeling
- Diagnostisch gebruik
2.1.1 causale behandeling
- Als het geneesmiddel de oorzaak van de kwaal kan bestrijden, wordt gesproken van een
causale behandeling. Het geneesmiddel doet dan wat de naam al zegt: het bestrijdt de
ziekte.
- Causa= oorzaak
Voorbeeld: als iemand een longontsteking heeft door een bacteriële infectie, kan de oorzaak
bestreden worden met een bacteriedodend of bacteriegroei remmend middel. (Antibacterieel
middel)
2.1.2 Symptomatische en palliatieve behandeling
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur esmadriessen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.