samenvatting algemene chemie, zowel de cursus als de powerpoint zit in de samenvatting verwerkt (heel de cursus), dit is de leerstof die te kennen is voor het 1e jaar BMLT (Hogent)
Stof = gekenmerkt door fysische constanten (smeltpunt, kookpunt,...)
Mengsel = meerdere soorten moleculen of roosterstructuren
Zuivere stof = 1 soort moleculen
Soorten mengsels
• Homogene mengsels/oplossingen: verschillende componenten zijn niet meer van elkaar te onderscheiden
Oplosmiddel/solvent = component die het meest aanwezig is
Opgeloste stof= andere component
Oplossing ➔ transpart, je kan erdoor kijken, niks met kleur te maken
• Colloïdale mengsel: overgang tussen homogene en heterogene mengsels
• Heterogene mengsels: ten minste 1 component is te onderscheiden (microscoop)
o Grove mengsels
o Suspensie: fijne vaste stof + vloeistof
o Emulsie: vloeistof + vloeistof
o Nevel: vloeistof + gas
o Rook: vast + gas
o Schuim: gas + vloeistof
Scheiden van mengsels ( naar zuivere stof brengen)
• manueel scheiden
• zeven: vast – vast
• filtreren
o residu: vaste stof die overblijft in de filter
o filtraat: vloeistof die wordt opgevangen
• decanteren: scheiden a.d.h.v. massadichtheid
• centrifugeren scheiden a.d.h.v. massadichtheid
o grote massadichtheid: buitenkant
o kleine massadichtheid: dicht bij rotatie-as
• extraheren
• absorberen
• destilleren: verdampen (bv. Zoutwater)
o destillaat: water
o residu: zout
,zuivere stoffen-moleculen-atomen:
zuivere stof = 1 soort moleculen of roosterstructuren
• samengestelde stof: opgebouwd uit verschillende elementen
• enkelvoudige stof : opgebouwd uit dezelfde elementen
92 natuurlijke elementen/ atoomsoorten
Ag Zilver Cd Cadmium Li Lithium Si silicium
Al Aluminium Cl Chloor Mg Magnesium Sn Tin
Ar Argon Co Kobalt Mn Mangaan Te Telluur
As Arseen Cs Cesium Mo Molybdeen Ti Titaan
Au Goud Cu Koper Na Natrium F Fluor
B Boor Ge Germanium Ne Neon Fe Ijzer
Ba Barium H Waterstof Ni Nikkel O Zuurstof
Be Beryllium He Helium Pt Platina P Fosfor
Bi Bismut Hg Kwik Ra Radium Pb Lood
Br Broom I Jood Rn Radon U Uraan
C Koolstof K Kalium S Zwavel Xe Xenon
Ca Calcium Kr Krypton Se Seleen Zn Zink
N Stikstof
Een symbool van een element stelt niet alleen dat element voor, maar ook 1 atoom van dat element
• Brutoformule => alleen bij zuivere stoffen, GEEN mengsels
• Moleculen: duidelijk afgebakende stofeenheden
• Roosterstructuur: geen begrensde combinaties
Naam stof = naam element (bv. He = helium) of Naam stof= Grieks telwoord (index) + naam element (CO2 =
koolstofDIoxide)
Griekse telwoorden
1 mono 2 di 3 tri 4 tetra 5 penta
6 hexa 7 hepta 8 octa 9 nona 10 deca
Triviale namen
Samenstelling en symbolische voorstelling van een atoom
proton + neutron = kerndeeltjes of nucleonen
massagetal A = aantal nucleonen (P+N)
atoomnummer (Z) = aantal protonen
lading =aantal protonen - aantal elektronen
• Aantal elektronen > aantal protonen = negatief ion/ anion
• Aantal protonen < aantal protonen = positief ion/ kation
Aantal proton = aantal elektronen = neutraal element/atoom
, Gemiddelde relatieve atoommassa
• Gemiddelde absolute atoommassa = werkelijke gemiddelde massa v/h atoom (uitgedrukt in kg), men
spreekt van een gemiddelde waarde doordat er isotopen bestaan
• Internationale atoommassaeenheid u = 1u = 1,66.10^-26kg, eenheid dalton (Da)
• Gemiddelde relatieve atoommassa 𝑨𝒓 = duidt aan hoeveel keer de gemiddelde absolute atoommassa’s
groter is dan de internationale atoommassa- eenheid
𝒎 (𝒂𝒕𝒐𝒐𝒎 𝒈𝒆𝒎𝒊𝒅𝒅𝒆𝒍𝒅)
o 𝑨𝒓 = 𝒖
• Gemiddelde relatieve molecuulmassa 𝑴𝒓 = som van de gemiddelde relatieve atoommassa’s (PSE)
• Gemiddelde relatieve ion massa = stemt overeen met de gemiddelde relatieve atoommassa van het
overeenkomstige neutrale deeltje
Elektronen
= vertonen zowel deeltjeseigenschappen als golfeigenschappen
• Onzekerheidsprincipe van Heisenberg
• Enkel discontinue energiewaarden toegelaten
Orbitaal: ruimtelijke voorstelling waarbinnen 90% kans bestaat om een elektron aan te treffen
Er zijn 7 mogelijke energieniveaus: K,L,M,N,O,P en Q
Elke schil kan maximaal 2𝑛2 elektronen bevatten
• Hoofdkwantumgetal (n)
o Wat? = gemiddelde afstand tot de kern
o Schillen? K-L-M-N-O-P-Q (2𝑛2) of n = 1-7 (max. 32 elektronen)
▪ n = 1: laagste energieniveau (k), dichtst bij de kern
▪ n stijgt, energiewaarde stijgt
• nevenkwantumgetal (I)
o wat? = beschrijft de vorm van het orbitaal
o subschillen? 0-3 of S, P, D en F
▪ elke subschil: max. 4 . I + 2
▪ I = 0: s-orbitaal
▪ I = 1: p-orbitaal
▪ I = 2: d-orbitaal
▪ I = 3: f-orbitaal
• Magnetisch kwantumgetal (𝒎𝒊 )
o Wat? = beschrijft de oriëntatie v/h orbitaal
o S = 1, P= 3, D =5, F = 7
o 𝑚𝑖 = +𝐼, −𝐼
• Spinkwantumgetal (s of 𝒎𝒔 )
o Wat? = geeft de oriëntatie van de spin v/h elektron weer
Spin? = elektronen bewegen niet alleen rond de atoomkern, maar ook rond hun eigen as
o Positieve spin of spin up, negatieve spin of spin down
o +1/2 of -1/2
Regels
• Regel van Hund: elektronen van soortgelijke orbitalen van eenzelfde subschil hebben zoveel mogelijk
dezelfde spin
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ronnadeconinck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.