NTI Toegepaste Psychologie - Portfolio Opdracht 1.3 - Onderzoek naar het Zelfbeeld - Geslaagd 2023 met nieuwe layout en alle berekeningen
Tout pour ce livre (31)
École, étude et sujet
NCOI (NCOI)
Organisatiepsychologie
Sociale Psychologie
Tous les documents sur ce sujet (8)
Vendeur
S'abonner
anetboogaard
Avis reçus
Aperçu du contenu
SOCIALE PSYCHOLOGIE HOOFDSTUK 5.
Liefde
Liefde is een emotie die met name een rol speelt binnen de relaties die mensen hebben met
anderen die ze goed kennen en met wie ze veel omgaan. Liefde is een aangename emotie en als
mensen van elkaar houden zijn ze aan elkaar gehecht. Liefde is een bindmiddel. Liefde valt goed te
begrijpen vanuit de evolutionair-psychologisch perspectief. Samen sta je sterker. Een theorie die
hier inzicht in geeft is de triangulaire theorie van liefde (Sternberg, 2004). Volgens deze theorie
heeft liefde drie componenten: passie, intimiteit en commitment. Passie slaat op gevoelens van
verliefdheid en seksuele aantrekkingskracht, intimiteit op gevoel van verbondenheid en
vertrouwdheid en commitment ten slotte op de intentie de onderlinge band voort te zetten. Zijn
deze drie componenten sterk aanwezig is er sprake van volledige of consummate liefde. Naast
deze vorm van liefde kunnen mensen nog 6 vormen van liefde ervaren.
Liefde vervult in sterke mate de need to belong en de psychologische basisbehoefte aan
verbondenheid die alle mensen in mindere of meerdere mate hebben. Sterker dan de gever
ervaart de ontvanger van liefde bovendien de behoefte om iets voor een ander te doen. Deze
neiging valt te verklaren vanuit de sociale-uitwisselingstheorie. Liefde heeft ook effect op het
zelfbeeld van mensen (Aron, Paris & Aron, 1995). Naarmate mensen sterker aan elkaar gehecht
raken en de liefde sterker wordt, zien mensen elkaar niet alleen meer als een individu, maar
steeds meer ook als de partner van.
De relatie met familie.
Familierelaties kunnen heel complex zijn. In de relatie met familieleden kunnen verschillende,
soms tegenstrijdige emoties een rol spelen, zoals liefde en afgunst (Tannen, 2010).
De relatie met ouders.
Volgens de gehechtheidstheorie (Bowlby, 1969) heeft elk mens de innerlijke drijfveer om zich aan
anderen te hechten en dat begint bij je ouders. Ouders kunnen daarbij in grote lijnen op drie
manieren reageren op de behoefte van hun kind aan steun, veiligheid en geborgenheid:
1. Responsief: attent, lief en begripvol.
2. Weinig responsief: afstandelijk, afwijzend en/of kil, met in extreme gevallen mishandeling
en/of verwaarlozing.
3. Wisselend responsief: alleen als ouders daar zelf tijd voor of zin in hebben reageren ze op
de behoeften van hun kind.
Er worden vier hechtingsstijlen onderscheiden (Bartholomew & Horowitz, 1991):
, 1. Kinderen met een zekere hechtingsstijl ontwikkelen zowel positieve overtuigingen over
zichzelf als over anderen. Deze hechtingsstijl ontstaat als ouders voldoende responsief
reageren op de behoeften van hun kind.
2. Kinderen met een gepreoccupeerde hechtingsstijl hebben negatieve overtuigingen over
zichzelf maar wel positieve overtuigingen over anderen. Deze hechtingsstijl wordt in de
hand gewerkt door een wisselende responsiviteit van de ouders.
3. Kinderen met een afwijzend-vermijdende hechtingsstijl hebben positieve overtuigingen
over zichzelf maar negatieve overtuigingen over anderen. Deze hechtingsstijl wordt in de
hand gewerkt door weinig responsieve ouders. Ze geven het kind de boodschap mee, je
kunt niet bij mij terecht emotioneel gezien.
4. Kinderen met een angstig-vermijdende hechtingsstijl hebben zowel negatieve
overtuigingen over zichzelf maar ook over anderen. Ook deze hechtingsstijl wordt in de
hand gewerkt door weinig responsieve ouders. In vergelijking met kinderen met een
afwijzend-vermijdende hechtingsstijl is bij deze kinderen echter nog wel de behoefte aan
steun, hulp en hechting aanwezig. Door hun gebrek aan vertrouwen hebben ze het idee
niet op eigen benen te kunnen staan.
De gepreoccupeerde, afwijzend-vermijdende en angstig-vermijdende hechtingsstijlen worden
tezamen ook wel onzekere hechtingsstijlen genoemd. De hechting die je als kind ontwikkelt neem
je mee als volwassene. In overeenstemming met de similarity-attraction-hypothese zoeken
mensen vaak een partner uit met dezelfde hechtingsstijl (Frazier et al., 1996). Daarbij geldt dat
mensen met een zekere hechtingsstijl vaak het meest tevreden zijn met hun relaties en
vriendschappen (Welch & Houser, 2010) en de minste problemen kennen binnen de contacten die
ze met anderen onderhouden. Binnen de partnerrelatie zijn mensen met een gepreoccupeerde
hechtingsstijl veel jaloerser, ook als daar geen goed reden voor is (Buunk, 1997). Alhoewel
hechtingsstijlen hardnekkig zijn en vaak mee worden genomen naar de volwassenheid, zijn ze wel
degelijk veranderbaar, vooral op volwassen leeftijd (Pinquart, Feusner & Ahnert, 2013). De
realiteit is minder zwart-wit dan de indeling van de vier hechtingsstijlen doet lijken.
Reden 1. Doorgaans hebben mensen niet alleen maar negatieve of positieve overtuigingen
over anderen en zichzelf. Deze overtuigingen kunnen bijv. voor 80% negatief zijn en voor
20% neutraal of positief. Hetzelfde geldt voor overtuigingen over het zelf. In de meeste
gevallen hebben mensen dan ook een mengeling van hechtingsstijlen, waarbij er 1 wat
meer dominanter is dan de rest.
Reden 2. Mensen houder er, ten opzichte van verschillende personen, vaak verschillende
hechtingsstijlen op na. Naar hun vader toe gedragen ze zich bijv. afwijzend-vermijdend,
terwijl ze in het contact met hun partner de zekere hechtingsstijl laten zien. Het
uitgangspunt in relaties is echter de hechtingsstijl die kinderen meekrijgen van huis uit:
deze fungeert als een basis van waaruit mensen de wereld ontdekken en relaties aangaan.
Van daaruit kan de hechtingsstijl zich dan verder ontwikkelen, afhankelijk van de soort
relaties waarin mensen terechtkomen en de ervaringen die ze daarin opdoen.
Uit onderzoek blijkt dat professionals met een zekere hechtingsstijl beter in staat zijn om een
goede band met cliënten op te bouwen dan professionals met een andere hechtingsstijl, wat
gevolgen kan hebben voor de kwaliteit van de geboden ondersteuning of hulpverlening (Black et
al., 2005).
De relaties binnen het gezin.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anetboogaard. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.