Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting probleem 1: Naturally! Selection! €6,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting probleem 1: Naturally! Selection!

 3 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Uitgebreide samenvatting van alle verplichte literatuur voor probleem 1.

Aperçu 2 sur 5  pages

  • 2 décembre 2021
  • 5
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Probleem 1: Naturally! Selection!

LD 1: Wat is de evolutietheorie?
Evolutie is een verandering over generaties in de frequenties van verschillende genen
in een populatie.

Soorten evolueren vanuit voorgaande soorten.
Darwin was de eerste die suggereerde hoe evolutie plaatsvindt.

Drie producten van het evolutionaire proces
1. Adaptaties: Overgeërfde en betrouwbaar ontwikkelende kenmerken die zijn
ontstaan door natuurlijke selectie omdat ze hielpen om problemen van overleving of
reproductie beter op te lossen dan alternatieve ontwerpen die in de populatie
bestonden tijdens de periode van hun evolutie.
2. Bijproducten: Eigenschappen die adaptieve problemen niet oplossen en geen
functioneel ontwerp hebben; ze worden "meegedragen" met kenmerken die wel
functioneel ontwerp hebben omdat ze toevallig gekoppeld zijn aan die aanpassingen.
3. Ruis: Willekeurige effecten veroorzaakt door krachten zoals toevallige mutaties,
plotselinge en ongekende veranderingen in de omgeving, of toevallige effecten
tijdens de ontwikkeling.

Wat zijn de misconcepties erover?
1. Genetisch determinisme: gedrag ontstaat door genen zonder input of invloed van
de omgeving.  Menselijk gedrag is niet enkel genetisch bepaald. Menselijk gedrag
ontstaat door zowel geëvolueerde aanpassingen als omgevingsinput die de
ontwikkeling en activatie van deze aanpassingen activeert.
2. Als het evolutionair is, kunnen we het niet veranderen.  Menselijk gedrag kunnen
we wel veranderen.
3. Huidige mechanismes zijn optimaal ontworpen.  Veel factoren zorgen ervoor dat
het bestaande ontwerp van onze aanpassingen verre van optimaal is.
4. Evolutie verloopt in één lijn.  Evolutie verloopt niet in één lijn.
5. Mensen zijn suprême.  Wij mensen hebben weinig reden om evolutionaire
suprematie te claimen. Wij zijn de laatste overlevende soort van een familie die
slechts een korte evolutionaire tijd bestaat.
6. Evolutie verloopt langzaam en geleidelijk.  Evolutie verloopt niet altijd langzaam en
geleidelijk. Snelle evolutionaire veranderingen kunnen getriggerd worden door
plotselinge veranderingen in de omgeving of door adaptieve genetische mutaties.
7. Er zijn veel producten van evolutie in de huidige wereld.  Weinig producten van
evolutie hebben het overleefd tot de huidige dag. Minder dan 1% van alle soorten die
we kennen bestaat nog.
8. Evolutie streeft naar perfectie.  Evolutie gaat niet naar de voorbestemde perfectie.
Toename van aanpassing vindt plaats door veranderingen in bestaande
ontwikkelingsprogramma's; en hoewel de resultaten verbeteringen zijn in hun
specifieke omgevingscontext, zijn het nooit perfecte ontwerpen.
9. Alle gedragingen en structuren zijn adaptief.  Niet alle bestaande gedragingen en
structuren zijn adaptief. Evolutie vindt vaak plaats door veranderingen in de

, ontwikkelingsprogramma’s die leiden tot verschilleden gerelateerde karakteristieken,
waarvan er slechts één adaptief kan zijn - de incidentele niet-adaptieve bijproducten
worden spandrels genoemd.  Voorbeeld van een spandrel: de navel; het heeft
geen adaptieve functie en is dus een bijproduct van de navelstreng.
10. Alle adaptieve karakteristieken zijn geëvolueerd om hun huidige functie uit te voeren.
 Niet alle bestaande adaptieve karakteristieken zijn geëvolueerd om hun huidige
functie uit te voeren. Sommige karakteristieken, genoemd exaptations, evolueerden
om één functie te vervullen en werden later gecoöpteerd om een andere te dienen.
 Voorbeeld van exaptations: de vleugels van een vogel; het zijn ledematen die
oorspronkelijk zijn geëvolueerd om te kunnen lopen.
11. Soorten die overeenkomsten hebben, hebben dezelfde evolutionaire oorsprong. 
Overeenkomsten tussen soorten betekenen niet noodzakelijk dat de soorten een
gemeenschappelijke evolutionaire oorsprong hebben.
Homologous: structuren die gelijk zijn omdat ze een gemeenschappelijke
evolutionaire oorsprong hebben.
Analogous: structuren die gelijk zijn maar die geen gemeenschappelijke
evolutionaire oorsprong hebben. De overeenkomsten tussen analoge structuren zijn
het resultaat van convergente evolutie, de evolutie in niet-verwante soorten van
vergelijkbare oplossingen voor dezelfde omgevingseisen.
12. Er is nu aanzienlijk bewijs dat Homo sapiens paarde met de andere Homo-soorten
die ze tegenkwamen, zowel in Afrika als toen ze uit Afrika migreerden. Deze
bevindingen veranderen de manier waarop we onze oorsprong zien: we zijn niet het
product van een enkele voorouderlijke populatie uit Afrika; we zijn eerder de
nakomelingen van veel Homo-populaties die ooit naast elkaar hebben bestaan.
13. Het gebruiken of niet-gebruiken van een structuur of gedrag veroorzaakt
evolutionaire toename of afname in de toekomst.  Het gebruiken of niet-gebruiken
van een structuur of gedrag veroorzaakt geen evolutionaire toename of afname in de
toekomst.
14. Mensen zijn gestopt met evolueren.  Mensen zijn niet gestopt met evolueren.
Evolutie hangt af van reproductie, niet enkel van overleving.
15. Evolutie leidt tot verbetering.  Evolutie betekent niet altijd verbetering. De genen
van de huidige generatie zijn geëvolueerd omdat ze geschikt waren voor voorgaande
generaties. Deze genen kunnen wel of niet adaptief zijn voor toekomstige generaties.
16. Evolutie bevordert niet het individu en ook niet de soort. Evolutie bevordert de
genen.


Wat zijn de kritiekpunten van de evolutietheorie?
1. De darwinistische evolutie miste een coherente theorie van overerving.
Darwin zelf gaf de voorkeur aan een "vermengde" overervingstheorie, waarin
nakomelingen mengsels van hun ouders zijn. Deze theorie bleek onjuist te zijn.
2. Sommige biologen konden zich niet voorstellen hoe de vroege stadia van de evolutie
van een aanpassing nuttig zouden kunnen zijn voor een organisme.
3. Creationisme
Religieuze creationisten beschouwden soorten als onveranderlijk en gecreëerd door
een godheid in plaats van door het geleidelijke proces van evolutie door selectie.
 Geen wetenschappelijke theorie
4. Seeding theorie

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kayleesnayer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

71184 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49
  • (0)
  Ajouter