Artikelen die er in staan:
- hoe mensen elkaar vormen: socialisatie en civilisatie
- hoofdstuk 4 affectieve verbindingen
- individualiseringsprocessen: worden affectieve bindingen zwakker?
- hoofdstuk 7 Mannen, vrouwen, kinderen
- gezinnen en gezinsbeleid Nederland: een introductie (Freek bucx...
Artikel: 5 hoe mensen elkaar vormen: socialisatie en civilisatie.
Socialisatie: mensen moeten gevormd worden om hun posities te kunnen vervullen. Het gaat hierbij
om het aanleren van kennis, vaardigheden, opvattingen en houdingen.
1)Sociale vorming is gedeeltelijk aangeboren: vastklampen aan moedersborst, hersenen,
spraakcentrum. Een leerproces wat doorgaan moet worden is het uitbreiden en verfijnen van
aangeboren mogelijkheden. Bij elke situatie past een bepaalde gang en zijn andere bewegingen
ongepast. Taalbeheersing is een vorm van zelfbeheersing en zelfsturing. Gedragspatronen zijn niet bij
de geboorte vast gelegd.
2)Socialisatie als leerproces:
- Bescherming: kleine kinderen hebben bescherming nodig (huishoudmiddelen, straatverkeer,
virussen en bacteriën)
- Kennis: dit wordt gedeeld op informele (speelkameraatjes) en formele (school, examens)
manier. Wat kinderen moet leren hangt af van de samenleving (edelman of boer). Het
verschil in opleiding is geërfd (sociaal over geërfd).
- Affectie: kinderen hebben affectie nodig. Liefdevol verzorgd worden en niet verwaarloosd.
Over de gestoorde affectieve ontwikkeling is meer bekend dan over goed verlopen
emotionele groei.
- Sturing: zindelijkheid, dit wordt getraind aan de hand van persoonlijkheid (streng of
liefdevol). Tafelmanieren (niet vloeken, met twee woorden spreken. Sturing brengt ook strijd
met zich mee tussen ouder en kind. Dwang van buitenaf is vooral gericht op zelfsturing.
Sociale dwang tot zelfdwang. In huidige samenleving niet zomaar het toepassen van dwang
maar uitleg en overreding. Schaamte is een gevoel waarbij je je voorstelt wat anderen van je
zullen denken, schuldgevoel stelt je voor hoe zeer je een ander benadeeld heb.
Actuele verhoudingen: realiteit, virtuele verhoudingen: fantasieën en toekomstige
verhoudingen.
Civilisatie is het veranderen van een hele samenleving onder bepaalde omstandigheden.
3)Civilisatie
Samenleving werd nu geleidelijk vreedzamer. Ontwikkeling in samenleving naar meer verfijnde, meer
gevarieerde gedragsregels wordt het civilisatieproces genoemd. Niet meer moedig en vechtlustig
maar meer rekening houden met de gevolgen van het gedrag. Zichzelf sturen, nauwkeuriger en
soepeler dan vroeger verreist was. (verkeer, geldzaken: sparen voor later). Mensen zijn onderling
meer gelijk geworden. Vrouwen hebben meer bewegingsruimte. Regels gelden minder absoluut.
Bevelshuishouding naar onderhandelingshuishouding.
De nadruk op kennis en zelfsturing in tegenwoordige samenleving hangt samen met wijze waarop
het civilisatieproces zich in deze samenleving voltrokken heeft.
Het kan ook andere richting opgaan: de-civilisatie: gewelddadigheid neemt toe en mensen voelen
zich niet langer beschermt tegen het geweld van de medemens.
, Leertaak 1B hoofdstuk 4
4.1 variaties in affectieve bindingen
Affectieve bindingen kunnen op verschillende niveaus tegelijkertijd bestaan. Deze bindingen kunnen
tot uiting komen. Waartoe ze zich voelen te behoren hangt af van het identificatieniveau. Positieve
affectieve verbindingen ontstaan tussen mensen die weinig van elkaar verschillen. Men kiest daarom
ook een partner die vaak sociaal en cultureel nabij is. Dit heeft te maken met het gelijkheidsprincipe.
Overeenkomst zorg voor het gemakkelijker identificeren van elkaar.
Affectieve bindingen tussen grote aantallen mensen worden uitgedrukt en versterkt door massale
bijeenkomsten, zoals bij internationale (sport) wedstrijden. (Wij-gevoel).
Socioloog Becker: affectieve bindingen hangen vaak samen met gevoelens van superioriteit, men
voelt zich niet anders maar ook beter.
Elias Scotson: sterke wij- gevoelens in de ene buurt – die berusten op het feit dat de bewoners elkaar
al heel lang konden – samengingen met negatieve stigmatiseren en discriminatie van de bewoners
van de andere buurt. Negatieve gevoelens bijvoorbeeld ook met asielzoekers.
Op hoger niveau identificatieniveaus blijken positieve affectieve bindingen vaak verbonden te zijn
met negatieve. Het gaat hier om affectieve bindingen met sociale verbanden van grote omvang
waarin niet iedereen elkaar kan kennen: Vaderlandsliefde tegenover vijandsbeeld andere naties.
Op dit niveau spelen vaak rituelen en symbolen een belangrijke rol. (Vlag die niet verbrand mag
worden, kledingcodes).
Door ons leven heen wisseling van identificatieniveaus. Van ouders, naar vriend(in).
4.2 affectieve bindingen en de menselijke soort
Nature en nurture debat.
Nature- aanhangers legden de nadruk op het aangeboren karakter van emoties en postuleerden
biologische gegeven behoeften of driften. Freud 2 kerndriften: erotische drift gericht op eenwording
met andere mensen en de doodsdrift gericht op destructie. Grondslag positieve en negatieve
gevoelens.
Nurture – aanhangers accentueerden de culturele verscheidenheid in de emoties van mensen en de
wijzen waarop ze deze uiten. Belangrijk zijn de universele gegevens dat kinderen voor overleving op
volwassenen zijn aangewezen. Daarom ontwikkelen zij vanaf hun geboorten positieve en negatieve
emoties in en door omgang met andere mensen. Emotionele repertoire is afhankelijk van opvoeding.
Uitweg is: aangeleerde en aangeboren componenten van menselijk gedrag en het onlosmakelijke
verband tussen beide. Er is dan sprake van een ingewikkelde wisselwerking biologische, sociaal-
culturele en psychische processen.
Attachment-theorie John Bowlby: hechtingsgedrag belangrijk. Neiging van kinderen om aan
moederfiguur vast te klampen en nabijheid te zoeken. Instinctieve gedragingen gaan gepaard met
gevoel, of beter, ze worden gevoeld en beleefd als effecten. Het genetisch gedragspotentieel
verschaft mensen zo het vermogen om affectieve bindingen aan te gaan. Ook bindingen buiten de
kring van naasten verwanten hangen samen met gedragspotentieel. Genetische vastgelegde
vermogens leiden niet automatisch tot bepaalde gedragingen en emoties. Maar dit wordt ontwikkeld
in omgang met andere mensen. Niet in de jeugd geleerd, ook later hier moeite mee.
Mensen ervaren ook negatieve gevoelens van agressie, haat en afkeer. Agressief gedrag niet zonder
meer te herleiden tot aangeboren kenmerken menselijk soort. Hoe dit uit is verschillend, het
vermogen is er wel, soms ook belangrijke overlevingsfunctie.
4.3 Affectieve uitingen en gedragsstandaarden
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amarcelis. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.