SOCIAAL RECHT
UITGANGSPUNT VAN DE CURSUS
Doel arbeidsovereenkomst = in levensonderhoud voorzien
Werknemer = kwetsbaar
o Hoe kan de positie van de werknemer worden bewaakt en verbeterd?
o Wat zijn zijn rechten en plichten?
HOE WERKEN MET REGELGEVING?
Onderverdelingen in een rechtsbron
o Deel
o Boek
o Titel
o Hoofdstuk
o Afdeling
o Onderafdeling
Onderverdelingen in een artikel
o Lid (herkenbaar aan inspringing)
o Paragraaf (§)
o 1°, 2°; 3°
o Soms ook streepjes (opsomming)
1. WAT IS DE SOCIALE WETGEVING
EIGENLIJK?
Sociale wetgeving: geen duidelijke afgebakend geheel
Gemeenschappelijke kenmerken
o Bijzonder doel
Bescherming van belangen van de werknemers
Bevorderen van hun welzijn
o Beschermingswetten en sociale verzekeringswetten
o Sociale wetgeving omvat dus
Arbeidsrecht
Sociale zekerheidsrecht
Sociale wetgeving: poging tot schematisch overzicht
o Individuele relaties tussen werkgever en werknemer
o Collectieve relaties tussen werkgever en werknemer
o Beschermingsmaatregelen voor werknemers
o Arbeidsvoorziening
o Sociale zekerheid
o Minimumvoorzieningen
o Geschillen van sociaal recht
1
,1.1 KORTE HISTORIEK VAN HET ARBEIDSRECHT
Verloop werkdag in doorsnee 19de eeuwse fabriek
o 05:30u: start werkdag
o 12:30u: pauze + eten
o 12:40u: einde pauze
o 18:30u: einde werkdag
Laatste helft 19de eeuw: België op één na meest geïndustrialiseerde land ter wereld
Zeer slechte werkomstandigheden
Tot 1921: coalitieverbod
1806: werkrechtersraden (in 1967 vervangen door de arbeidsrechtbanken)
Eerste wetten over arbeidsreglementering (uitbetaling loon, verbod nachtarbeid voor
vrouwen en kinderen, zondagsrust…)
1900: wet op het arbeidscontract (enkel voor arbeiders)
1922: wet betreffende het bediendecontract
1968: wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (cao-
wet)
1978: wet betreffende de arbeidsovereenkomsten (WAO)
1.2 BRONNEN VAN SOCIALE WETGEVING
Internationale rechtsbronnen
o Bilaterale verdragen
Verdrag tussen België en één ander land
- Regels die van toepassing zijn op de werknemers afkomstig uit het
ene land die in het andere land gaan werken
o Multilaterale verdragen
Meer dan twee landen sluiten een verdrag (“verdragsorganisatie”)
o Internationale arbeidsorganisatie (IAO)
IAO-conventies: belangrijke invloed op Belgisch arbeidsrecht
Drieledig overleg: werkgevers, werknemers en regeringen
Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO)
o Beperkt rechtstreekse invloed op arbeidsrecht
Raad van Europa
o Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
Waarborgt fundamentele vrijheden (vakbondsvrijheid, recht op privéleven)
Kan rechtstreeks ingeroepen worden voor Belgische rechtbanken
o Europees Sociaal Handvest
Internationale Vereniging voor de Sociale Zekerheid (AISS)
Benelux Economische Unie
Europese Unie
Nationale rechtsbronnen
o Sociale grondrechten
Artikel 23 van de Grondwet: “Het recht op arbeid, waarborgen van een zo
hoog en stabiel mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke
arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning en collectief onderhandelen”
- Billijk = redelijk/rechtvaardig
- Collectief onderhandelen: wn en wg hebben recht om samen in
groep, met elkaar, akkoorden af te sluiten
o Sociale rechtsbronnen
Wetten en decreten
Koninklijke besluiten
2
, Ministeriële besluiten
Rechtspraak en rechtsleer
- In België: geen precedentenrecht
Collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s)
Het gebruik
Hiërarchie der nationale rechtsbronnen in artikel 51 van de CAO-wet
o Dwingende bepalingen van de wet
o Algemeen verbindend verklaarde CAO’s
o Geschreven individuele arbeidsovereenkomst
o Arbeidsreglement
o Aanvullende bepalingen van de wet
o Mondelingen individuele arbeidsovereenkomst
o Gebruik
Hoe deze hiërarchie interpreteren?
o Een lagere norm mag slechts afwijken van een hogere norm als hij hiermee niet
strijdig is of de rechten van de werknemer vermindert of zijn plichten verzwaart
2. ALGEMENE BEPALINGEN VAN DE
ARBEIDSOVEREENKOMSTENWET
2.1 WAT IS EEN ARBEIDSOVEREENKOMST?
Een arbeidsovereenkomst is:
o Een wederkerige overeenkomst >< eenzijdig statuut (ambtenaar)
o Voor het verrichten van arbeid >< volgen van opleiding (leerovereenkomst)
o Tegen loon >< onkostenvergoeding (vrijwilligerswerk)
o Onder gezag van een WG >< geen gezag (zelfstandige aannemingsovereenkomst)
2.1.1 HET ONDERGESCHIKT VERBAND
Essentieel kenmerk van de arbeidsovereenkomst = ondergeschikt verband
o Gezagsrelatie tussen WG en WN
Bevelrecht van de WG over de organisatie en uitvoering van het werk
Plicht van de WN om deze instructies op te volgen
o Gezagsrelatie staat onafhankelijkheid bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst
niet in de weg
o Ook tussen gehuwden, familieleden of concubanten kan een gezagsrelatie bestaan
VERSCHIL TUSSEN DE DRIE KENNEN
Is een actuele discussie
o Schijnzelfstandigen
WG’s proberen sociale bijdragen voor werknemers te ontlopen
o Oneigenlijke of pseudowerknemers
Zelfstandigen proberen te profiteren van de sociale zekerheid voor
werknemers
Samengaan van een arbeidsovereenkomst met een aannemingsovereenkomst (art. 5bis
WAO)
o Onweerlegbaar wettelijk vermoeden dat de prestaties als zelfstandige ook op basis
van de arbeidsovereenkomst werden uitgevoerd
o Wettelijk vermoeden geldt enkel indien het om gelijkaardige prestaties gaat
3
, 2.1.2 TOEPASSINGSGEBIED
ARBEIDSOVEREENKOMSTENWET
Volgens artikel 1: werklieden, bedienden, handelsvertegenwoordigers en dienstboden
Hoofdzakelijk de privésector
Uitgebreid tot het persoon van de publieke sector van wie de toestand niet statutair
geregeld is
o De zogenaamde “contractuelen”
2.1.3 HET AANGAAN VAN DE
ARBEIDSOVEREENKOMST
Een arbeidsverhouding ontstaat door een mondelinge of schriftelijke overeenkomst die
onderworpen is aan de geldigheidsvereisten van het burgerlijk wetboek
o De partijen moeten bekwaam zijn
o Er moet een geldige toestemming zijn
o Er moet een bepaald voorwerp zijn
o Er moet een geoorloofde oorzaak zijn
Bekwaamheid
o Algemeen principe
Iedereen is bekwaam om een overeenkomst af te sluiten, tenzij hij door de
wet hiertoe onbekwaam is verklaard
o Minderjarigen
Zijn in beginsel rechtsbekwaam om arbeidsovereenkomsten af te sluiten
tenzij er uitdrukkelijk verzet is van de vader, de moeder of de voogd (door
art. 43 tot 46bis WAO)
o Kinderen
Verbod op tewerkstelling van kinderen in de Arbeidswet
Kind = minderjarige beneden de 15 jaar, of nog voltijds leerplichtig
Geldige toestemming
o AO ontstaat na definitieve wilsuiting van beide partijen
o De toestemming van de partijen kan aangetast worden door wilsgebreken
o Geweld
Kan van fysieke of morele aard zijn
Moet “op een redelijk mens indruk maken en doen vrezen dat hijzelf, zijn
onmiddellijke familie of zijn vermogen bloot staan aan een aanzienlijk en
dadelijk kwaad”
o Dwaling
Zich vergissen, een verkeerde mening toegedaan zijn
Moet een belangrijke dwaling over een essentieel element zijn
o Bedrog
Is het opzettelijk misleiden van de andere partij
Kan bestaan uit leugens of bedrieglijk verzwijgen
Moet van dien aard zijn dan de overeenkomst zonder het bedrog nooit tot
stand zou zijn gekomen
Goede trouw bij het aangaan van de overeenkomst veronderstelt een
spontane mededeling van substantiële informatie aan de andere partij
Voorwerp en oorzaak
o Voorwerp = datgene tot wat men zich verbindt
o Oorzaak = het doel van de verbintenis
o Moeten zeker en bepaald zijn
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur reinebland. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.